Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

26 oktober 1942

Op deze dag wordt in de Egyptische hoofdstad Kaïro Jonathan Williams geboren. Hoewel hij geen familie is van generatie- en naamgenoot Frank Williams, kennen beiden elkaar persoonlijk en trekken beiden ook regelmatig met elkaar op in de promotieklassen in de jaren zestig, waarbij ze tevens gezelschap krijgen van een andere Brit, Piers Courage. Waar Frank zijn focus in de autosport al snel richt op het management, volhardt Jonathan zijn autosportcarrière, die hem uiteindelijk tot in de Formule 1 brengt, al is het slechts voor één enkele race. In de slotrace van 1967, in Mexico, mag hij in een Ferrari deelnemen aan de Grote Prijs, als vervanger van Mike Parkes. In de race finisht hij als achtste. Voordien reed hij ook al in dienst van Ferrari in de Formule 2. Na deze eenmalige entree in de Formule 1 is hij nog enkele jaren actief in diverse autosportklassen, tot hij in 1972 zijn racecarrière beëindigt en vervolgens aan de kost komt als vliegtuigpiloot.



De grootste van zijn generatie en de eendagsvlieg:
Jim Clark en Jonathan Williams

SDG

#901
3 november 1948

Op deze dag wordt in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen Helmuth Koinigg geboren. Hij is al enkel jaren actief in diverse autosportdisciplines – toerwagens, Formule Super Vee en sportwagens – wanneer hij in 1974 de overstap maakt naar de Formule 1. Voor eigen publiek probeert hij zich in een Brabham te kwalificeren voor de Oostenrijkse Grote Prijs, doch hij haalt de startgrid niet.

Zijn debuut komt er eind 1974 alsnog in de Canadese Grote Prijs op Mosport, waar hij de tweede Surtees mag besturen. Hij kwalificeert zich voor de race en mag zo zijn echte Formule 1-debuut vieren. Koinigg, die als 22ste start, rijdt een opmerkelijke race en finisht als tiende, op twee ronden van winnaar Emerson Fittipaldi maar vóór veel meer ervaren rijders als Rolf Stommelen, Mark Donohue, Jacky Ickx en Graham Hill. De Oostenrijker krijgt na de race lofbetuigingen uit diverse hoeken voor zijn debuut en lijkt een aanwinst te worden voor de Formule 1 en een belofte voor 1975.

Zover zal het echter nooit komen. Twee weken later, op 6 oktober 1974, wordt in het Amerikaanse Watkins Glen de slotrace van het wereldkampioenschap verreden. Koinigg kwalificeert zich als 23ste en rijdt in het middenveld rond wanneer hij na tien ronden ineens een lekke band krijgt en van de baan vliegt. De Surtees crasht tegen de vangrails, waarbij de onderste rail afbreekt en de wagen vervolgens onder de intact gebleven bovenste rail door schiet. Koinigg wordt bij het ongeluk onthoofd en is op slag dood.

De wedstrijd gaat ondertussen gewoon door. Tweede Surtees-coureur José Dolhem wordt door teambaas John Surtees uit de race gehaald, maar voor de rest heeft iedereen enkel aandacht voor de titelstrijd tussen Emerson Fittipaldi en Clay Regazzoni, die nog steeds niet beslist is. Pas na de race wordt de rest van de rijders op de hoogte gebracht van het drama dat zich kort voordien voltrokken heeft. Een drama dat volkomen nutteloos was, aangezien men geen lessen getrokken had uit het ongeval van het Schotse talent Gerry Birrell, die een jaar eerder in Rouen bij een Formule 2-wedstrijd in nagenoeg identieke omstandigheden de dood vond.

Helmuth Koinigg werd net geen 26 jaar oud. Hij is één van de vele Oostenrijkse Formule 1-coureurs die door het noodlot getroffen werden. Naast Koinigg vonden ook nog Jochen Rindt (1970), Jo Gartner (in de 24 Uur van Le Mans van 1986) en Roland Ratzenberger (1994) de dood achter het stuur, terwijl Helmut Marko (1972) en Karl Wendlinger (1994) hun carrière gefnuikt zagen na een zwaar ongeluk. Daarnaast waren er ook nog de zware ongevallen van Niki Lauda (1976) en Gerhard Berger (1989), die beiden door het oog van de naald kropen en ternauwernood uit hun brandende Ferrari gered werden.


SDG

4 november 1990

In het Australische Adelaide vindt de slotwedstrijd van het seizoen 1990 plaats. Na de nieuwe botsing tussen Ayrton Senna (McLaren) en zijn grote rivaal Alain Prost (Ferrari) bij de start van de vorige race in Japan is de titelstrijd beslist: Senna is voor de tweede keer in zijn carrière kampoen en ook bij de teams is het pleit beslecht in het voordeel van McLaren. In wat de vijfhonderdste race uit de Formule 1-geschiedenis zal worden gaat het dus nog uitsluitend om de eer. Senna wil zijn pas verworven titel echter nog wat glans geven en rijdt in de kwalificaties dan ook naar zijn tiende pole van het seizoen, voor zijn teamgenoot Gerhard Berger, de Ferrari's van Nigel Mansell en Alain Prost en Jean Alesi (Tyrrell). Bij Prost is het voorval echter nog steeds niet verteerd en uit protest past hij voor de traditionele groepsfoto.

Onder een stralende zon, die de verregende editie van 1989 doet vergeten, neemt de Braziliaan ook de beste start en hij slaat meteen een kloof. In de tweede ronde maakt Berger een foutje, waardoor Mansell hem naar de tweede plaats kan voorbijglippen, en even later verliest de Oostenrijker nog een plaatsje aan Nelson Piquet (Benetton). De posities blijven een hele tijd ongewijzigd, tot Mansell een rempunt mist en bijna uit de race spint, wat hem noopt tot een bandenwissel, die hem naar de vijfde plaats doet terugvallen. Een nieuwe stuurfout van Berger brengt Prost op de derde plaats, tot twintig ronden voor het eind iedereen een plaatsje opschuift wanneer raceleider Senna plotseling een bocht mist en in de bandenstapels belandt. Voor de Braziliaan is het meteen einde race.

Het is nu echter een andere Braziliaan die de wedstrijd leidt: Nelson Piquet. De overwinning is echter nog niet binnen, want in de achtergrond komt Mansell op zijn nieuwere banden razendsnel oprukken. Hij maakt eerst komaf met Berger en Prost en in de laatste ronden zit hij Piquet op de hielen. Beiden maken er nog een spannende strijd van en in de laatste ronde onderneemt Mansell nog een 'do or die'-actie aan het eind van de Brabham Straight. Piquet weet echter de leiding te behouden en snelt in de laatste bochten weg naar de zege, zijn tweede in twee weken tijd. Mansell wordt tweede, voor Prost, Berger en het Williams-duo Thierry Boutsen en Riccardo Patrese.

Door zijn zege wordt Piquet nog op de valreep derde in de eindstand van het WK, na Senna en Prost. Hij eindigt ex-aequo met Berger, die in 1990 echter geen enkele overwinning kon behalen en daardoor naar de vierde plaats in de klassering terugvalt. Bij de teams is McLaren kampioen voor Ferrari en Benetton. Williams, vice-wereldkampioen in 1989, stelt in 1990 teleur en wordt slechts vierde.




SDG

7 november 2010

In het Braziliaanse Sao Paulo wordt op de omloop van Interlagos de voorlaatste wedstrijd van het seizoen verreden. Na de dubbele uitval van Red Bull in de vorige race in Korea staat Fernando Alonso (Ferrari) er bijzonder goed voor in de WK-stand en met wat geluk kan hij hier zelfs al de titel pakken. Van meet af aan is echter duidelijk dat de misstap van Red Bull in Korea eenmalig was en dat behoudens pech van Mark Webber of Sebastian Vettel de titelstrijd tot in de afsluitende race in Abu Dhabi verlengd zal worden, aangezien beiden de vrijdagtrainingen domineren. Ook de McLaren-rijders Lewis Hamilton en Jenson Button zijn mathematisch nog steeds niet uitgeteld voor de titel.

In de kwalificatie zelf, die op een opdrogende baan verreden wordt, zijn de Red Bulls aanvankelijk andermaal de besten. Tot in de slotseconden ineens Nico Hülkenberg, die op het juiste moment overgeschakeld is op slicks, een kanonchrono neerzet. De jonge Duitse Williams-coureur pakt zo meteen zijn eerste polepositie uit zijn Formule 1-carrière, voor Vettel, Webber, Hamilton en Alonso, terwijl het voor zijn werkgever de eerste pole is sedert 2005 en de eerste voor motorenfabrikant Cosworth sedert 1999.

In de race, die in droge omstandigheden verreden wordt, is Hülkenberg echter kansloos. Nog voor de eerste bocht is Vettel hem al voorbijgesneld, een paar bochten verder gevolgd door Webber. Alonso, die in de tweede ronde komaf maakt met Hamilton, wordt vervolgens in zijn run naar voren echter opgehouden door Hülkenberg en het duurt zeven ronden vooraleer hij aan de Williams voorbij is. In die tijd hebben de beide Red Bulls al een flinke kloof geslagen en verder dan zijn derde plaats consolideren komt de Spanjaard nadien niet meer, want Vettel en Webber zijn te snel voor de Ferrari. Ook een safetycarfase uitgelokt door een crash van Vitantonio Liuzzi (Force India) brengt geen zoden aan de dijk, aangezien enkele gedubbelden zich tussen de koplopers genesteld hebben. Vettel snelt uiteindelijk naar een gemakkelijke zege, voor Webber, Alonso, Hamilton, Button, de Mercedessen van Nico Rosberg en Michael Schumacher, Hülkenberg, Robert Kubica (Renault) en Kamui Kobayashi (Sauber).

Het resultaat van de wedstrijd betekent dat uittredend wereldkampioen Jenson Button definitief uitgeschakeld is in de titelstrijd. Vettel houdt door zijn overwinning zijn titelkansen gaaf, doch hij heeft net als Hamilton zijn lot niet meer in eigen handen: mits een tweede plaats kan Alonso in de slotrace in Abu Dhabi een week later voor de derde keer in zijn carrière wereldkampioen worden. De Spanjaard heeft nu 8 punten voorsprong op Webber, 15 op Vettel en 24 op Hamilton. Red Bull verzekert zich in Brazilië in ieder geval al van de constructeurstitel, de eerste uit zijn bestaan.



Eerste pole voor Nico Hülkenberg

gloudiesaurus

Toen was het nog spannend  ;)
Een maand later dumpte Williams Hulkenberg voor Maldonado en Senna...
GPPits.net: als Formule 1 een passie is

Matthijs

Citaat van: gloudiesaurus op 07 november 2013 - 23:56:33
Toen was het nog spannend  ;)
Een maand later dumpte Williams Hulkenberg voor Maldonado en Senna...
Ahum, alleen voor Maldonado. Barrichello bleef gewoon aan hoor. Senna was pas in 2012.

SDG

8 november 1992

In het Australische Adelaide vindt naar jaarlijkse gewoonte de slotrace van het Formule 1-seizoen plaats. In de titelstrijd is de beslissing al lang gevallen: Nigel Mansell (Williams) heeft – na drie tweede plaatsen in 1986, 1987 en 1991 – de Formule 1 in 1992 volledig beheerst en is al sedert de Hongaarse Grote Prijs medio augustus wereldkampioen. Na hem ligt de strijd voor de tweede plaats echter nog steeds open tussen zijn teamgenoot Riccardo Patrese, seizoensrevelatie Michael Schumacher (Benetton) en titelverdediger Ayrton Senna (McLaren). Niettemin heeft ook Mansell zelf nog voldoende redenen om zich hier in Australië te bewijzen, aangezien de Brit in 1993 naar de Indycars overstapt en dus voorlopig voor de laatste keer in de Formule 1 te zien is. En ook McLaren wil motorenpartner Honda in zijn laatste wedstrijd – de Japanners trekken zich, na de Formule 1 de voorbije jaren volledig gedomineerd te hebben, terug uit de Formule 1 – in schoonheid afscheid laten nemen.

In de kwalificaties is het Mansell die voorlopig het beste in zijn opdracht slaagt, aangezien hij naar zijn veertiende pole van het seizoen rijdt. Meteen een nieuw record dat zal standhouden tot in 2011, wanneer Sebastian Vettel vijftien poles – weliswaar uit 19 races i.p.v. de 16 die 1992 telt – zal scoren. De nieuwe wereldkampioen haalt het voor Senna, Patrese, tweede McLaren-rijder Gerhard Berger en Schumacher. De eerste drie coureurs op de grid gaan ook in die volgorde de eerste bocht in en Mansell en Senna slaan meteen een kleine kloof. De beide kemphanen leveren een felle strijd om de koppositie, die na achttien ronden abrupt eindigt wanneer Mansell in de haarspeldbocht voor start en finish langs achteren geramd wordt door Senna. Voor beide kampioenen is de race meteen afgelopen, niet zonder elkaar de schuld te geven van de botsing.

Het uitvallen van de koplopers brengt Riccardo Patrese nu aan de leiding, op de hielen gezeten door Gerhard Berger. Beiden maken er een even spannend duel voor de leiding in de race van, dat beslist wordt wanneer na twee derden van de race Patrese's motor plotseling de geest geeft. Berger erft de leiding  en rijdt in het laatste deel van de race naar de overwinning, zijn tweede van het seizoen en meteen een passend afscheidsgeschenk aan Honda. De Oostenrijker krijgt de zege echter niet zomaar cadeau: in de slotfase dient hij gas te minderen om brandstof te sparen, waardoor Schumacher nog angstvallig dichterbij komt. Berger redt het echter net op de streep, met minder dan een seconde voorsprong.

Na het tweetal pakt Martin Brundle in de tweede Benetton de laatste podiumplaats, gevolgd door Jean Alesi (Ferrari), Thierry Boutsen (Ligier) en Stefano Modena (Jordan). Voor Boutsen en Modena is het de enige puntenfinish van het seizoen, terwijl de Italiaan zijn werkgever Jordan op de valreep tevens zijn enige puntenscore van 1992 bezorgt. Het team van de flamboyante Ierse teameigenaar Eddie Jordan, dat in 1991 op indrukwekkende wijze debuteerde in de Formule 1, komt in zijn tweede seizoen met een harde klap terug op aarde.

In de eindstand van het WK heeft Nigel Mansell (met een nieuw record van 108 punten) een paar straatlengten voorsprong op zijn teamgenoot Patrese (56), die de tweede plaats behoudt. Michael Schumacher (53) eindigt zijn eerste volledige Formule 1-seizoen indrukwekkend als derde, Ayrton Senna (50) en Gerhard Berger (49) zijn vierde en vijfde, gescheiden door slechts één punt. Bij de teams is Williams afgetekend kampioen, voor McLaren, Benetton, het in 1992 zwaar ontgoochelende Ferrari en Lotus. Jan Lammers, Mauricio Gugelmin, Stefano Modena en het March-team rijden in de straten van Adelaide hun laatste Formule 1-race.



Nigel Mansell wordt geen afscheid in schoonheid gegund

SDG

13 november 1988

Naar jaarlijkse gewoonte wordt ook in 1988 het Formule 1-seizoen afgesloten met de Grote Prijs van Australië, op de stratenomloop van Adelaide. De beslissing in de titelstrijd  viel reeds in de vorige race in het Japanse Suzuka, waar Ayrton Senna (McLaren-Honda) met zijn achtste zege van het seizoen zijn eerste wereldtitel veilig stelde, voor zijn teamgenoot Alain Prost. Hoewel de prijzen dus al verdeeld zijn, wordt er vooraf toch met grote belangstelling uitgekeken naar de slotwedstrijd. Voor het laatst zullen er in de Formule 1 wagens voorzien van een turbomotor van start gaan. De techniek, die door Renault in 1977 bij de Britse Grote Prijs voor het eerst werd ingevoerd, was vanaf 1983 niet meer te kloppen maar zorgde er tevens voor dat de auto's alsmaar sneller, krachtiger en gevaarlijker werden. Daarom voert de FIA nu een verbod in op de turbo's en vanaf 1989 moeten alle motorenfabrikanten verplicht een atmosferische 3,5-liter krachtbron inzetten. Na een kwarteeuw verbannen geweest te zijn, zullen de turbomotoren vanaf 2014 echter opnieuw hun intrede doen in de Formule 1.

De kwalificaties zijn een doorslagje van de rest van het seizoen, met beide McLarens op de eerste rij en Ayrton Senna voor de dertiende keer op pole position, een nieuw seizoensrecord. Nigel Mansell (Williams-Judd), Gerhard Berger (Ferrari), uittredend wereldkampioen Nelson Piquet (Lotus-Honda) en Riccardo Patrese (Williams-Judd) volgen op de tweede en derde rij op meer dan anderhalve seconde. Wie vooraf hoopte dat de rood/witte wagens dit jaar na Monza nog een tweede keer verslagen zouden kunnen worden, lijkt er dus bij voorbaat aan voor de moeite.

Niettemin kan Berger bij de start het tempo van de McLarens behoorlijk volgen en hij nestelt zich na Prost en Senna in derde positie, terwijl Ferrari-teamgenoot Michele Alboreto ondertussen zijn laatste wedstrijd in dienst van de Scuderia al in de eerste ronde beëindigt. Tot eenieders verbazing kan Berger niet enkel de koplopers volgen; na enkele ronden passeert hij beide wagens, neemt hij de leiding van de wedstrijd over en slaat vervolgens een kleine kloof. Wat niemand weet, is dat de Oostenrijker met de hoeveelheid benzine die hij aan boord heeft en met maximale turbodruk aan dit tempo wellicht nooit de finish zal halen. Een crash met de gedubbelde René Arnoux (Ligier-Judd) na een derde van de race, die voor beiden het einde van de wedstrijd betekent, voorkomt dan ook een blamage in de slotfase.

Hierna is het in ieder geval vooraan afgelopen met de sensatie in de race, die weer in zijn vertrouwde plooi valt. Alain Prost rijdt vooraan naar een vlotte zevende seizoenszege, de 35ste in zijn carrière. Net als in 1984 staat de Fransman zeven keer op het hoogste trapje, maar ook nu weer is dit onvoldoende voor de titel: na Lauda is het nu een andere superkampioen, Ayrton Senna, die hem te slim af is. De Braziliaan finisht als tweede, voor Nelson Piquet, wat betekent dat er drie rijders met een Honda-turbomotor op het podium staan. Een mooi en waardig afscheid van de Japanse constructeur aan het turbotijdperk. De resterende punten zijn voor drie atmosferische wagens: Riccardo Patrese (Williams-Judd), Thierry Boutsen (Benetton-Ford) en Ivan Capelli (March-Judd).

In de eindstand van het WK is Senna kampioen voor Prost, Berger en Boutsen, bij de teams haalt McLaren – dat vijftien van de zestien races in 1988 won – het voor Ferrari en Benetton. Thierry Boutsen wint tevens de Jim Clark Trophy als beste niet-turbocoureur, Benetton pakt de Colin Chapman Cup voor beste niet-turboteam.

Riccardo Patrese rijdt in Adelaide de 176ste Grote Prijs uit zijn carrière, waarmee hij zich op gelijke hoogte schaart met Graham Hill en Jacques Laffite. De Italiaan zal dit aantal tot zijn afscheid eind 1993 verder aandikken tot 256, een record dat op zijn beurt zal standhouden tot in 2008, wanneer Rubens Barrichello hier als eerste boven gaat.

De Australische Grote Prijs van 1988 markeert de laatste GP-deelname voor de motoren van Megatron (Arrows), Zakspeed en Alfa Romeo (Osella). Ook de Fransman Philippe Streiff (AGS) komt voor het laatst aan de start: tijdens de wintertests wordt hij het slachtoffer van een ernstige crash, waardoor hij verlamd geraakt aan beide benen. Een andere Fransman, Pierre-Henri Raphanel, vervangt bij Larrousse de zieke Yannick Dalmas, maar hij kan zich niet kwalificeren.


SDG

#908
21 november 1943

Op deze dag wordt in de Franse hoofdstad Parijs Jacques Laffite geboren. Laffite wordt pas op behoorlijk late leeftijd gegrepen door het autosportvirus: hij is er in 1972 al bijna dertig wanneer hij het Franse Formule Renault-kampioenschap wint, nadat hij voordien monteur was in de Formule 3 voor zijn landgenoot (en eveneens latere Formule 1-coureur) Jean-Pierre Jabouille. Het belet hem echter niet van zijn opgang richting de Formule 1 gestaag verder te zetten. In 1973 rijdt hij Formule 3 en wint hij o.a. de race in Monaco, waardoor de aandacht van de teambazen uit de Formule 1 verder gewekt wordt.

In 1974 rijdt hij in de Formule 2 en op de Nürburgring mag hij bij de Duitse Grand Prix voor de eerste keer van de Formule 1 proeven wanneer hij van Frank Williams een plaatsje in diens Iso-Marlboro-team krijgt. Hij rijdt de rest van het jaar voor het team van Frank en ook in 1975 combineert hij Formule 2 met Formule 1 bij Williams. Het wordt het jaar van zijn grote doorbraak: hij wint soeverein het Formule 2-kampioenschap en op de Nürburgring rijdt hij, in een door vele uitvallers geteisterde wedstrijd, met de bescheiden Williams naar een sensationele tweede plaats. Deze ene puntenscore levert hem meteen de twaalfde plek in de eindstand van het WK op.

De marktwaarde van Laffite stijgt evenredig en voor 1976 wordt hij uitverkoren om voor het nieuwe Ligier-team te rijden, het team van Guy Ligier – waarvoor Laffite voordien ook al enkele keren deelnam aan de 24 Uren van Le Mans – dat met Franse staatssteun en een Matra V12-krachtbron een nieuw topteam in de Formule 1 moet worden. Met de eerste auto van het team – die tot de reglementswijzigingen vanaf de Grote Prijs van Spanje voorzien is van een onwaarschijnlijk hoge luchthapper die hem de bijnaam 'de theemuts' meegeeft – is Laffite meteen in de voorste gelederen van het peloton terug te vinden. Hij wordt tweede in Oostenrijk en derde in België en Italië; tijdens deze laatste race scoort hij tevens zijn eerste polepositie. Hij finisht als zevende in het WK met 20 punten. In 1977 en 1978 blijft Laffite de enige troef van Ligier. In 1977 scoort hij met wat meeval in Zweden zijn eerste overwinning, doch de grote sprong naar de top blijft vooralsnog uit. De Ligier kan vooral in 1978 niet langer opboksen tegen het geweld van de nieuwe 'wing cars', met Lotus als voornaamste exponent hiervan, en het team raakt niet verder dan sporadisch enkele podiumplaatsen. 1977 finisht Laffite als tiende, 1978 als achtste.

Voor 1979 besluit men de zaken dan ook rigoureus anders aan te pakken: met de JS11 bouwt het team zelf ook zijn eerste wing car en het vervangt de Matra V12 door de klassieke Ford Cosworth V8-krachtbron, die in dit soort auto's het beste tot zijn recht komt. Tevens wordt een tweede auto ingezet wanneer een andere Franse topcoureur, Patrick Depailler, het team komt versterken. Ligier oogt aldus op papier sterk bij het seizoensbegin, maar dan nog slaat het iedereen met verstomming door de openingsraces in Zuid-Amerika helemaal naar zijn hand te zetten: Laffite wint met gemak beide wedstrijden en in Brazilië scoort het team zelfs de eerste – en ook enige – dubbelzege uit zijn bestaan. Vanaf de derde race in Zuid-Afrika heeft echter ook Ferrari zijn nieuwe wagen voor 1979 klaar en stilaan zullen Jody Scheckter en Gilles Villeneuve de leidende rol in het WK overnemen. Depailler wint nog de Grote Prijs van Spanje, maar wordt kort nadien het slachtoffer van een ongeluk met een zweefvliegtuigje, dat het einde van zijn seizoen betekent. Met veteraan Jacky Ickx als invaller moet Ligier in de tweede seizoenshelft ook nog eens opboksen tegen Renault en Williams, die dit jaar eveneens de sprong naar voren maken. Laffite wordt uiteindelijk vierde in het WK en Ligier finisht als derde in het constructeurs-WK. Het is dan wel het beste resultaat voor het team uit zijn bestaan, doch het is duidelijk dat er in 1979 veel meer in zat.

In 1980 krijgt Laffite een nieuwe Franse topcoureur naast zich in de persoon van Didier Pironi en beiden winnen elk één race: Pironi in België, Laffite in Duitsland. Ligier handhaaft zich aan de top, maar voor de titel schiet het tekort tegenover Williams, dat in 1980 het te kloppen team is. Bovendien gaan enkele races verloren door domme pech, zoals in Frankrijk en Groot-Brittannië. Laffite wordt opnieuw vierde in de eindstand van het WK en Ligier finisht dit keer zelfs als tweede bij de constructeurs, zij het met bijna slechts de helft van de punten van Williams.

In 1981 heeft het team, dat de Cosworth V8 opnieuw ingewisseld heeft voor een Matra V12, aanvankelijk moeite om de aansluiting bij de top te behouden. Nieuwe tweede man Jean-Pierre Jabouille, die nog steeds herstellende is van zijn zware ongeluk in de Canadese Grote Prijs van 1980, stopt na enkele races definitief met Formule 1, waarna Patrick Tambay zijn vervanger wordt. Hierdoor is Laffite in 1981 de onbetwiste nummer één bij de Fransen. Na een moeizame start raakt de Ligier halverwege het seizoen tenslotte helemaal op dreef, met overwinningen in Oostenrijk en in Canada. Laffite heeft hierdoor bij de slotrace van het seizoen in het Amerikaanse Las Vegas zelfs nog een waterkansje om wereldkampioen te worden, maar uiteindelijk redt hij het niet. Hij wordt, net als de twee voorbije jaren, vierde in het WK.

In 1982 blijft Laffite zijn werkgever trouw, doch het blijkt een misrekening. De nieuwe, uiterst smalle Ligier valt ronduit tegen en na de vette jaren breken voor het Franse team de magere jaren aan. Ligier zal pas in 1996 met Olivier Panis in Monaco opnieuw met de zege aanknopen en de overwinning die Laffite in 1981 in de stromende regen in Canada scoorde zal lange tijd de laatste overwinning van de Fransen blijven. Noch Laffite, noch zijn nieuwe Amerikaanse teamgenoot Eddie Cheever kunnen een vuist maken en de paar podiums die alsnog gescoord worden komen er doorgaans in wedstrijden met veel uitvallers. Zoals in Oostenrijk, waar Laffite als derde over de meet gaat en zijn enige noemenswaardige resultaat van het seizoen laat optekenen. De Fransman wordt pas zeventiende in het WK met 5 schamele punten.

Voor 1983 verlaat hij dan ook het team en hij tekent een contract bij Williams, het team waarbij hij destijds zijn Formule 1-debuut maakte. Williams werd in 1982 verrassend wereldkampioen met de Fin Keke Rosberg, doch doordat het team nog steeds met een atmosferische Cosworth rijdt, is van meet af aan duidelijk dat deze prestatie niet herhaald zal worden. Niettemin is de Fransman op de langzamere circuits in de beginfase van het seizoen nog steeds in de voorste gelederen te vinden, doch hij kan hier slechts beperkte resultaten uit puren: in Long Beach rijdt hij een tijdje op kop en valt uiteindelijk net naast het podium door een communicatiefout met de pitmuur, terwijl hij in Monaco op weg lijkt naar een zekere tweede plaats achter teamgenoot Rosberg tot hij met pech uitvalt. Laffite moet zich uiteindelijk met enkele vierde plaatsen tevreden stellen en finisht als elfde in het WK met 11 punten. Het dieptepunt van het seizoen komt er in de voorlaatste race in Brands Hatch, waar hij zich niet weet te kwalificeren.

1984 brengt weinig beterschap. Williams is ondertussen overgeschakeld op Honda-turbomotoren, doch de nieuwe wagen is aanvankelijk veel te zwaar en de motor gaat nog steeds gebukt onder de traditionele kinderziektes. Het wordt voor het Britse team dan ook een leerjaar. Rosberg weet in de straten van Dallas te winnen – waar zijn teamgenoot uit protest tegen het vroege aanvangsuur van de race in pyjama in de paddock verschijnt – doch Laffite verzinkt het hele seizoen in anonimiteit. Een vijfde plaats in Detroit en een vierde plaats in Dallas zijn de enige puntenfinishes van het seizoen voor de Fransman, van wie het al snel duidelijk wordt dat zijn dagen bij Williams geteld zijn. Nog voor de jaarwisseling tekent hij een contract bij zijn oude liefde Ligier, waar hij na twee seizoenen afwezigheid zijn terugkeer maakt.

Ligier heeft ondertussen ook een aantal magere jaren achter de rug, maar werkt vanaf 1985 samen met Laffite langzaam maar zeker aan de wederopstanding. Het team, dat ondertussen over de Renault-turbomotor beschikt, gaat vooral vanaf de zomer alsmaar beter presteren. Laffite scoort op Silverstone en de nieuwe Nürburgring twee derde plaatsen op rij en in de slotrace in Australië behalen de Franse veteraan en zijn nieuwe teamgenoot Philippe Streiff – die de tegenvallende Andrea de Cesaris halverwege het seizoen aflost – zelfs een tweede en derde plaats, ondanks een botsing tussen beide rijders in de laatste ronde. Laffite wordt negende in het WK met 16 punten.

Voor 1986 ogen de perspectieven bijzonder rooskleurig. De inmiddels 42 jaar oude Laffite krijgt bij Ligier gezelschap van de ondertussen ook al 38-jarige René Arnoux. Het Franse team mikt duidelijk op ervaring en dat betaalt zich ook helemaal uit. Met de fraaie, nieuwe JS27 zijn beide veteranen van bij aanvang in de voorhoede van het peloton terug te vinden. Tegenover McLaren, Williams en de Lotus van Ayrton Senna komen ze dan wel net iets tekort, maar beiden zijn in de eerste seizoenshelft doorgaans 'best of the rest'. Vooral Laffite oogt dit jaar helemaal als herboren: al in de openingsrace in Rio rijdt hij prompt naar de derde podiumplaats en in de staten van Detroit finisht hij zelfs als tweede, terwijl beide Ligiers in de openingsfase van de race zowaar een tijdje eerste en tweede liggen. Op Brands Hatch in juli kondigt een nieuwe mijlpaal zich aan voor Laffite: hij zal voor de 176ste keer starten in een Formule 1-race, een evenaring van het record van Graham Hill. De jubileumwedstrijd loopt echter uit op een drama. Laffite, die zich slecht gekwalificeerd heeft als gevolg van motorpech, raakt betrokken bij de zware massacrash in de buik van het peloton vlak na de start. Hij wordt door de Ferrari van Stefan Johansson frontaal een betonnen muur in geduwd en het duurt een hele tijd vooraleer de ongelukkige coureur uit zijn benarde positie bevrijd is. Het verdict is hard: bij de crash zijn beide benen van Laffite op verschillende plaatsen gebroken. Door zijn reeds gevorderde leeftijd is het meteen duidelijk dat niet alleen zijn seizoen, maar mogelijk meteen ook zijn Formule 1-carrière definitief voorbij is. Wat velen vrezen, wordt uiteindelijk ook bewaarheid: het is het laatste optreden van Jacques Laffite in de koningsklasse van de autosport geweest. Ondanks dat hij enkel de eerste helft van het seizoen rijdt, wordt hij uiteindelijk nog als achtste in de eindstand van het WK geklasseerd.

Het betekent evenwel niet zijn afscheid aan de autosport. Reeds in 1988 kruipt de Fransman opnieuw achter het stuur in Parijs-Dakar, terwijl hij nadien ook nog verschillende jaren actief is in toerwagenraces en – net zoals begin jaren '70, voorafgaand aan zijn Formule 1-carrière – in de 24 Uren van Le Mans. In 2005 neemt hij zelfs deel aan de Grand Prix Masters, het kortstondige kampioenschap voor voormalige F1-coureurs, terwijl hij ook in de paddock van de echte Formule 1 opnieuw zijn opwachting maakt als tv-commentator, en dit tot eind 2012.


Perton

http://en.wikipedia.org/wiki/St%C3%A9phane_Proulx Deze jongeman is 20 jaar geleden overleden. Ik moet bekennen dat ik nooit van hem gehoord had, maar Autosport heeft een special over hem en beweert dat hij het in zich had om de Formule 1 te halen, dus het leek me wel relevant om hem even in dit topic te noemen. Het artikel van Autosport is van de betaalde site, dus ik zal het hier niet plaatsen.

SDG

25 november 2012

In het Braziliaanse Sao Paulo zal in de afsluitende wedstrijd de eindbeslissing vallen over het Wereldkampioenschap 2012. Voorafgaand aan de race maken nog twee coureurs kans op de titel: uittredend kampioen Sebastian Vettel (Red Bull) en Fernando Alonso (Ferrari), die op dertien punten van zijn Duitse rivaal in de stand volgt. Voor beide rijders zou het de derde wereldkroon worden. In de kwalificaties kan geen van beide coureurs echter het laken naar zich toetrekken: Vettel start als vierde, na het McLaren-duo Lewis Hamilton-Jenson Button en Alonso rijdt zelfs pas de achtste tijd.

Onder dreiging van regen gaat de race op zondagmiddag van start. De sprint naar de eerste bocht wordt gewonnen door Hamilton, voor de verrassend sterk gestarte tweede Ferrari van Felipe Massa, Button, Webber en Alonso, die Vettel achter zich laat. Voor de Duitse aspirant-wereldkampioen zien de zaken er twee bochten verder echter nog een stuk slechter uit, wanneer hij achterstevoren gekeerd wordt door Bruno Senna (Williams). De Red Bull loopt schade op en moet van op de laatste plaats in de race de achtervolging inzetten, terwijl Senna en Sergio Pérez (Sauber) de strijd ter plekke moeten staken. Wanneer Alonso aan het einde van de eerste ronde in één vloeiende beweging zowel Massa als Webber inhaalt, ligt hij derde in de race en is hij virtueel wereldkampioen.

Dat is echter zonder Vettel gerekend, die weinig last lijkt te ondervinden van de schade aan zijn auto en onweerstaanbaar door het peloton heen ploegt op weg naar voren. Ondertussen verliest Alonso vooraan een plaatsje aan de verrassend sterke Nico Hülkenberg (Force India) wanneer hij op de steeds natter wordende baan zijn rempunt mist. De meeste rijders komen binnen voor intermediates, doch vooraan blijven Hülkenberg en Button op droogweerbanden verder rijden, wat een goede beslissing lijkt wanneer het weer stopt met regenen. De Duitser doet er zelfs nog een schepje bovenop door de leiding in de race te nemen. Een safetycarfase omwille van brokstukken op de baan doet hun voorsprong echter weer teniet. Bij de herstart steekt Hamilton zijn teamgenoot voorbij naar de tweede plaats, die een eerste wordt wanneer Hülkenberg een foutje maakt. De Duitser vecht echter terug en plaatst zijn inhaalmaneuver aan het einde van het stuk bij start en finish. Het loopt echter verkeerd af: de Force India spint en toucheert de McLaren, die een gebroken wielophanging oploopt. Voor Hamilton, die zijn oude team – dat hij in 2013 zal verlaten voor Mercedes – graag had uitgewuifd met een zege, is de race afgelopen, terwijl Hülkenberg met een drive through bestraft wordt voor zijn actie.

Vooraan leidt Button nu de dans voor Alonso, terwijl Vettel bij een nieuwe switch naar intermediates wanneer het terug begint te regenen veel tijd verliest en opnieuw enkele plaatsen terugvalt. Hij krijgt echter vrije baan van Michael Schumacher (Mercedes) en rukt zo terug naar de zesde plaats op. Alonso moet nu de race winnen om wereldkampioen te kunnen worden, doch aan alle spanning komt een eind wanneer de tweede Force India van Paul di Resta in de voorlaatste ronde in de muur crasht. De beslissing in de race is hiermee gevallen, want de laatste ronde wordt achter de safetycar beëindigd. De volgorde verandert bijgevolg niet meer en Button wint voor Alonso, Massa, Webber, Hülkenberg, Vettel, Schumacher, Jean-Eric Vergne (Toro Rosso), Kamui Kobayashi (Sauber) en Kimi Räikkönen (Lotus). De Fin maakt nog een opvallend uitstapje naast de baan, waarbij hij plotseling een gesloten hek voor zich ziet wanneer hij de race opnieuw wil vervoegen. Het weerhoudt er hem echter niet van om als enige rijder in 2012 in alle wedstrijden de finish te halen.

Door de uitslag van de race is Sebastian Vettel na een bijzonder spannend seizoen voor de derde opeenvolgende keer wereldkampioen, met drie luttele puntjes voorsprong op Alonso. Räikkönen beëindigt zijn comebackjaar verrassend sterk als derde, voor Hamilton en Button. Bij de teams is Red Bull dit jaar ook weer de beste, voor Ferrari, McLaren, Lotus en Mercedes. Door de elfde plaats van Vitaly Petrov in de wedstrijd verovert Caterham op de valreep de begeerde tiende plaats in het constructeurs-WK, ten koste van Marussia. Hekkensluiter HRT houdt er na dit seizoen mee op.

Zoals gebruikelijk betekent de slotrace van het seizoen het afscheid aan de Formule 1 voor een aantal rijders. Bij de eerste wedstrijd van 2013 zullen Vitaly Petrov, Heikki Kovalainen (hij zal eind 2013 evenwel een invalbeurt maken bij Lotus), Bruno Senna, Kamui Kobayashi, Timo Glock, Pedro de la Rosa, Narain Karthikeyan en Michael Schumacher op het appel ontbreken. De 43-jarige Duitser neemt daarmee definitief afscheid van de autosport op het hoogste niveau. Waar hij in het eerste deel van zijn carrière bij Benetton en Ferrari de titels aan elkaar reeg, viel zijn comeback in 2010 bij Mercedes toch wat bleek uit. Een derde plaats in Valencia 2012 was zijn enige podiumfinish in drie seizoenen.


Jehoentelaar

Wat een race was dat. Duurde voor m'n gevoel de hele dag. Helaas was de uitkomst erg jammer.

Franky R.


Maikel0230

Had dat al eerder gezien enkele dagen geleden maar ik vond het de tweede keer nog beter, wat een racer.

Klein detail: hij racete toen nog onder zijn echte naam da Silva en de raceleiding spelt zijn naam vaak Ayreton terwijl dit Ayrton is uiteraard.

#ForzaJules #JB17 #KeepFightingMichael #MS7 #JustinWilson #JW25

Franky R.

Citaat van: Maikel0230 op 09 december 2013 - 23:54:40
Had dat al eerder gezien enkele dagen geleden maar ik vond het de tweede keer nog beter, wat een racer.

Klein detail: hij racete toen nog onder zijn echte naam da Silva en de raceleiding spelt zijn naam vaak Ayreton terwijl dit Ayrton is uiteraard.
Klopt, maar we kennen hem nu eenmaal als Senna... ;)