Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

11 september 2005

Op de omloop van Spa vindt de Grote Prijs van België plaats, de laatste Europese wedstrijd van het seizoen. Voorafgaand aan de wedstrijd voert Fernando Alonso (Renault) de WK-stand aan met 27 punten voorsprong op Kimi Räikkönen (McLaren), wat betekent dat de Spanjaard mits een gunstig resultaat hier in Spa – met nadien nog drie races te gaan – reeds de titel veilig kan stellen. De kwalificaties laten echter vermoeden dat dit geen gemakkelijke opgave wordt, aangezien beide McLarens de eerste startrij bezetten, met Juan Pablo Montoya op pole, voor Räikkönen, Jarno Trulli (Toyota) en Alonso. Giancarlo Fisichella (Renault), die de derde tijd rijdt, wordt tien plaatsen teruggezet omwille van een motorwissel.

Bij de start neemt Montoya op een natte baan gemakkelijk de leiding voor zijn Finse teamgenoot. Nadien volgen Trulli, Alonso, Michael Schumacher (Ferrari) en Takuma Sato (BAR). Het is echter van meetaf aan duidelijk dat het team van Ron Dennis op de omloop de beste papieren heeft en Alonso kan niet meer doen dan de schade beperken. Diens teamgenoot Fisichella verdwijnt uit de wedstrijd na een flinke crash in Eau Rouge, die de safetycar naar buiten brengt. Michael Schumacher beleeft eens te meer een weekend om snel te vergeten wanneer hij na een botsing met Sato roemloos uit de race verdwijnt. Ook op het circuit dat hem vorig jaar zijn zevende wereldtitel bracht kan de Duitser geen ommekeer teweegbrengen voor Ferrari.

Vooraan neemt Räikkönen met nog een tiental ronden te rijden de kop over van Montoya en beide McLarens lijken ook in deze volgorde over de streep te gaan, tot de Colombiaan een paar ronden voor het einde nog door Antonio Pizzonia (Williams) van de baan gereden wordt wanneer de Braziliaan zichzelf wil ontdubbelen. De Braziliaanse invaller voor Nick Heidfeld verspeelt zo op zijn 25ste verjaardag meteen weer het krediet dat hij bij de vorige race in Italië nog met een knappe zevende plaats opbouwde.

Räikkönen rijdt vooraan naar zijn zesde zege van het seizoen, zijn tweede op rij in Spa. Alonso wint door het wegvallen van Montoya onverhoopt nog een plaatsje en telt nu 25 punten voorsprong op zijn Finse uitdager. De resterende punten in Spa zijn voor Jenson Button (BAR), Mark Webber (Williams), Rubens Barrichello (Ferrari), Jacques Villeneuve (Sauber), Ralf Schumacher (Toyota) en Tiago Monteiro (Jordan). Voor de Portugees is het na zijn podiumplaats bij het debacle op Indianapolis het eerste 'echte' WK-punt dat hij op eigen kracht weet te scoren. Tijdens het weekend wordt tevens het nieuws wereldkundig gemaakt dat Red Bull Minardi volledig overneemt. Het kleine, dappere Italiaanse team verdwijnt daarmee na 21 seizoenen uit de Formule 1 en zal voortaan onder de naam Toro Rosso figureren als satellietteam van Red Bull.


SDG

#871
19 september 1973

Op deze dag wordt in het Brazilaanse Belo Horizonte Cristiano Da Matta geboren. Nadat hij in Zuid-Amerika verschillende promotieklassen met succes doorloopt, maakt de Braziliaan in 1995 de oversteek naar Europa. Hij rijdt er in het Engelse Formule 3-kampioenschap en stapt in 1996 over naar de Formule 3000. Het daaropvolgende jaar verlegt hij echter zijn carrière richting de VS, waar hij eerst twee jaar Indy Lights rijdt, met de titel in 1998 als bekroning. In 1999 debuteert hij in de Champ Car Series en dit met stijgend succes. In 2000 pakt hij zijn eerste zege en in 2002 wint hij op dominante wijze het kampioenschap.

Dit laatste doet hij onder de vleugels van het gerenommeerde Newman/Haas-team, met steun van Toyota. De link met de Japanse motorenfabrikant zorgt ervoor dat zijn prestaties ook buiten de VS niet onopgemerkt blijven en wanneer het Formule 1-team van Toyota voor 2003 besluit een compleet nieuw rijdersduo aan te trekken, krijgt Da Matta één van de twee zitjes toegewezen, naast de Fransman Olivier Panis. Toyota, dat bij zijn Formule 1-debuut in 2002 nog leergeld diende te betalen, wil met twee nieuwe rijders nu de stap naar voren zetten. Ondanks dat kosten noch moeite gespaard worden, blijft die doorbraak echter uit. Da Matta toont aan dat hij een auto heelhuids naar de finish kan brengen door 13 van de 16 races uit te rijden, doch slechts vier keer is daar een puntenfinish aan verbonden, met een zesde plaats in Spanje en Duitsland en een zevende plaats in Groot-Brittannië en Japan. Het levert hem een dertiende plaats in de eindstand van het WK op met 10 punten, waarmee hij in ieder geval teamgenoot Panis verslaat (vijftiende met 6 punten). De Fransman zorgt echter wel voor het beste resultaat van het team, met een vijfde plaats in Duitsland.

Voor 2004 krijgen beide coureurs contractverlenging, doch de resultaten zijn nu ook weer niet in stijgende lijn. Da Matta wordt zesde in Monaco en pakt zo drie punten, zijn enige puntenfinish na twaalf van de achttien races. Voor Toyota is de maat echter vol en na de Duitse Grote Prijs worden er dringende maatregelen genomen bij het team. Da Matta is één van de zondebokken en kan zijn koffers pakken. Het betekent meteen het einde van de Braziliaan zijn Formule 1-carrière.

Hij keert in 2005 terug naar de Champ Cars waar hij zijn autosportloopbaan verder zet, tot hij in 2006 bij testritten op de omloop van Road America in botsing komt met een verdwaald hert dat op de omloop rondloopt. Da Matta raakt hierbij zwaar gewond en ligt ook een tijdje in coma. Na zijn herstel rijdt hij nog op beperkte schaal wedstrijden op topniveau, voornamelijk in de sportwagenracerij. Ook is hij vervolgens actief in het truckracen.


gloudiesaurus

Da Matta, de kampioen die verbleekte bij Toyota. Jammer. Toyota had destijds het grootste budget (500 miljoen euro+) maar het kwam er nooit uit...
GPPits.net: als Formule 1 een passie is

Franky R.

Citaat van: gloudiesaurus op 19 september 2013 - 23:40:30
Da Matta, de kampioen die verbleekte bij Toyota. Jammer. Toyota had destijds het grootste budget (500 miljoen euro+) maar het kwam er nooit uit...


Bureaucratie werkt niet...Dat heeft Toyota dan ook bewezen. Elk overleg ging via Tokyo, dat werkt toch niet?

SDG

20 september 1975

Op deze dag wordt in het Colombiaanse Bogotá Juan Pablo Montoya geboren. De Zuid-Amerikaan treedt voor het eerst echt voor het voetlicht wanneer hij in 1997 debuteert in de Formule 3000 bij het team van Dr. Helmut Marko. Montoya wint drie wedstrijden en wordt prompt tweede in het kampioenschap, wat hem voor 1998 eveneens een testcontract bij Williams oplevert. In datzelfde jaar treedt hij opnieuw aan in het Formule 3000-kampioenschap, dat hij dit jaar weet te winnen.

Voor 1999 trekt Williams regerend Champ Car-kampioen Alex Zanardi aan als vaste coureur, terwijl Montoya in ruil diens stoeltje bij het team van Chip Ganassi overneemt. Montoya profileert zich ook in Amerika meteen als één van de snelste coureurs van het moment. Waar zijn Italiaanse voorganger in de Formule 1 bij Williams volledig kopje onder gaat, bevestigt de Colombiaan echter al het goede dat hij al laten zien heeft door in zijn debuutseizoen meteen de titel te pakken. Dit na een bloedstollende slotrace in het Californische Fontana, waarbij hij in de stand ex-aequo eindigt met Dario Franchitti. Doordat hij echter meer overwinningen weet te scoren dan de Schot, is Montoya echter de kampioen. De vreugde over het behalen van de titel wordt helaas overschaduwd door het dodelijke ongeval van de Canadees Greg Moore tijdens de race.

In 2000 blijft hij, ondanks interesse van Williams om hem terug naar de Formule 1 te halen, de CART trouw. Herhaalde pech voorkomt dat hij zijn titel kan verlengen, doch hij beleeft zijn grootste moment van glorie dat jaar in de 500 Mijl van Indianapolis, die deel uitmaakt van het concurrerende IRL-kampioenschap. Montoya maakt voor één race de overstap naar de serie en wint prompt de grootste autorace ter wereld. Hij is bovendien de eerste rookie sedert Graham Hill in 1966 die zegeviert op de Brickyard. Hoewel de Colombiaan door zijn collega's op de baan vak bekritiseerd wordt omwille van zijn agressieve rijstijl, weet hij alle kritiek te beantwoorden met klinkende resultaten.

De roep vanuit de Formule 1 om Montoya weerklinkt nu nog luider en de Colombiaan kan niet langer aan de sirenenzang weerstaan: in 2001 zal hij eindelijk voor Williams gaan rijden, naast Ralf Schumacher. Williams is in 2001, na een aantal overgangsjaren, met de BMW-motor weer helemaal terug aan de top en de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Reeds in de derde wedstrijd, in Brazilië, laat Montoya een staaltje van zijn kunnen zien door een duel met titelverdediger Michael Schumacher op sublieme wijze te winnen, doch een crash met Jos Verstappen bij het dubbelen voorkomt de eerste zege van de Colombiaan. De eerste wedstrijden gaat hij niettemin duidelijk nog steeds gebukt onder de traditionele aanpassingsproblemen die Indy-coureurs kennen bij hun overstap naar de Formule 1. Vier keer op rij valt hij uit, maar in Spanje breekt hij eindelijk de ban met een tweede plaats. Ondertussen is het echter teamgenoot Ralf Schumacher die voor de meest spraakmakende resultaten op de baan en ook voor de zeges zorgt. Ook in de Formule 1 raakt de reputatie van Montoya snel bekend; verschillende rijders leveren openlijk kritiek op zijn rijstijl. Tijdens een rijdersbriefing bij de Canadese Grote Prijs komt het zelfs bijna tot een handgemeen met Jacques Villeneuve. Maar uiteindelijk weet de Colombiaan zich de Formule 1 eigen te maken en levert ook hij de gevraagde prestaties: in Duitsland en België pakt hij zijn eerste poleposities en in Italië volgt dan ten slotte de langverwachte eerste zege. Montoya sluit zijn debuutseizoen in de koningsklasse van de autosport als zesde af.

Voor Williams, dat in 2001 tweede werd bij de constructeurs achter het machtige Ferrari, moet het in 2002 dus eindelijk gaan gebeuren. Dat jaar is de Scuderia echter nog dominanter en wordt de concurrentie door met name Michael Schumacher, die met de vingers in de neus naar zijn vijfde wereldtitel rijdt, op een hoopje gereden. Williams kan enkel met Ralf Schumacher in Maleisië op het hoogste trapje plaatsnemen. In diezelfde race is er een botsing tussen Montoya en Michael Schumacher bij de start van de race, wat bij de volgende wedstrijd in Brazilië een vervolg krijgt. Waar in Maleisië beiden nog gedeeltelijk de schuld van de aanrijding krijgen, is in Sao Paulo Montoya duidelijk in de val van zijn tegenstander gelopen en vergooit hij eigenhandig alle kans op de zege in de eerste ronde. Bij de volgende wedstrijden is de nieuwe Ferrari al zo ver doorontwikkeld dat de concurrentie voortaan kansloos is voor de zege. Enkel in de straten van Monaco kan David Coulthard in zijn McLaren nog winnen, maar voor de rest is het al Ferrari wat de klok slaat. Montoya heeft nog niets van zijn snelheid ingeboet, wat zijn zeven poleposities in 2002 – waaronder het snelste kwalificatierondje uit de Formule 1-geschiedenis op Monza – bewijzen, doch in de races is ook hij kansloos tegenover de rode bolides, die als enige topteam op Bridgestone-banden staan en daar in de wedstrijden duidelijk voordeel uit putten. Montoya wordt uiteindelijk derde in het WK. Op zich een stap vooruit vergeleken met het vorige seizoen, maar hij weet geen enkele race te winnen en de ster van de stuurkunstenaar verbleekt er bij. Dieptepunt vormt de Amerikaanse Grote Prijs, waar beide Williams-rijders met elkaar in botsing komen.

Ook in 2003 heeft Williams aanvankelijk moeite om de aansluiting met de top te behouden, wanneer blijkt dat ook McLaren zich bij monde van Kimi Räikkönen ineens weer in het titeldebat komt mengen. Vanaf de Grote Prijs van Monaco heeft het team van Frank Williams echter eindelijk zijn zaakjes voor elkaar en Montoya behaalt de overwinning in de meest prestigieuze wedstrijd op de kalender. In het begin van de zomer zijn de Colombiaan en zijn Duitse teamgenoot het te kloppen duo: Ralf Schumacher wint op de Nürburgring en in Frankrijk en Montoya zegeviert opnieuw in Duitsland. De Colombiaan loopt in de tussenstand alsmaar verder in op de top en de machtswissel lijkt nog slechts een kwestie van tijd. Net op dat moment weet Ferrari zich te herpakken en met twee sublieme overwinningen in Italië en de VS forceert Michael Schumacher de beslissing in de titelstrijd. Montoya moet genoegen nemen met de derde plaats in het WK, na Schumacher en Räikkönen.

Williams staat nog steeds met lege handen en komt voor 2004 met een radicaal ontwerp aanzetten, met een opvallende neus. De 'walrus', zoals de wagen door de concurrentie meesmuilend genoemd wordt, blijkt echter een mislukking en Williams moet in de strijd voor de eerste plaats achter Ferrari zelfs Renault en outsider BAR laten voorgaan. Na een spannend seizoen in 2003, dat pas in de laatste race beslist werd, is de dominantie van de Scuderia in 2004 weer zodanig groot dat na een paar races de vraag al niet langer is óf Michael Schumacher dit jaar zijn zevende titel pakt, maar wanneer. Dieptepunt voor Williams is een zware crash van Ralf Schumacher in de Amerikaanse Grote Prijs op Indianapolis, die de Duitser verschillende maanden buiten strijd werpt. Montoya moet nu op zijn eentje, bijgestaan door de testrijders Marc Gené en Antonio Pizzonia, de kar trekken bij Williams. Een terugkeer naar een iets traditioneler ontwerp zorgt voor de broodnodige verbetering, maar het seizoen is ondertussen al lang verloren. Montoya redt uiteindelijk nog de eer van het team door de slotrace in Brazilië te winnen; het zal voor zijn werkgever de laatste zege worden tot in 2012. Het is meteen een afscheidsgeschenk, want de Colombiaan verlaat aan het eind van het seizoen Williams. Hij wordt vijfde in de eindstand van het WK.

Hij trekt in 2005 naar McLaren, waar hij team zal vormen met Kimi Räikkönen. Het team van Ron Dennis heeft, na een tegenvallend seizoen in 2004, opnieuw een competitieve auto ontwikkeld waarmee het een gooi wil doen naar de wereldtitel. Montoya heeft in het begin van het seizoen echter moeite om zich de rij-eigenschappen van de wagen eigen te maken. Op de koop toe moet hij voor de Grote Prijzen van Bahrein en San Marino afzeggen, officieel omwille van een ontwrichte schouder als gevolg van een partijtje tennissen. In die wedstrijden wordt hij vervangen door testrijders Pedro de la Rosa en Alexander Wurz. Ondertussen heeft teamgenoot Räikkönen zich opgeworpen als de voornaamste uitdager van Fernando Alonso, die na vijf jaren Schumacher-dominantie op weg lijkt om eindelijk voor een wissel van de wacht aan de top te zorgen. Montoya maakt een moeilijke eerste seizoenshelft door, maar halverwege het jaar komen zijn prestaties eindelijk tot op een aanvaardbaar niveau. De Colombiaan wint in Groot-Brittannië, Italië en Brazilië maar raakt ook regelmatig, ook soms buiten zijn eigen wil om, betrokken in crashes, waardoor hij in de eindstand van het WK pas op de vierde plaats eindigt, na Alonso, Räikkönen en Schumacher. De tegenvallende prestaties van Montoya kosten McLaren in ieder geval de wereldtitel bij de constructeurs, die nu naar Renault gaat.

Voor 2006 blijft Montoya net als Räikkönen aan bij McLaren, waar Fernando Alonso ondertussen al een contract getekend heeft voor 2007. Het is dus van meet af aan duidelijk dat één van beide rijders in ieder geval aan het eind van het jaar het team zal moeten verlaten. Ondanks de vice-wereldtitel in 2005 weet het team van Ron Dennis echter in 2006 niet te bevestigen. Räikkönen scoort een behoorlijk aantal podiums maar blijft van de zege verstoken en Montoya kan evenmin voor de broodnodige overwinningen zorgen. Net als in 2005 heeft zijn Finse teamgenoot de bovenhand en de Colombiaan verliest stilaan zijn glans en raakt Formule 1-moe. Wanneer hij halverwege het seizoen het verrassende bericht de wereld in stuurt dat hij aan het eind van het seizoen de Formule 1 vaarwel zal zeggen en naar het NASCAR zal overstappen, wacht Ron Dennis niet langer om de banden te verbreken. De Amerikaanse GP op Indianapolis is Montoya's 94ste en laatste start in een Grote Prijs. Een kleurrijk figuur verdwijnt zo via de achterdeur uit de Formule 1. In zijn laatste, onvoltooide seizoen wordt hij nog als achtste geklasseerd.

Vanaf 2007 draait de Colombiaan aldus zijn rondjes in het NASCAR, ver van de belangstelling van de Europese camera's. In zeven seizoenen behaalt hij twee overwinningen in de Sprint Cup series – Sonoma 2007 en Watkins Glen 2010, wint hij in 2007 in Mexico een race in de Nationwide Series en ook in Daytona is hij verschillende keren aan het feest: in 2007, 2008 en 2013. Onlangs wordt bekend dat Juan Pablo Montoya in 2014 overstapt naar de Indycars en zo eindelijk terugkeert naar de eenzitters. Kan hij bij Penske Racing opnieuw schitteren zoals in zijn beste dagen? We hopen het van harte!


SDG

21 september 1986

Nigel Mansell (Williams) wint op de omloop van Estoril de Grote Prijs van Portugal. Voor de Brit is het zijn vijfde zege van het seizoen, waarmee hij opnieuw een bijzonder goede zaak doet in de titelstrijd.

Mansell vertrekt in Estoril vanop de tweede startplaats, na de onvermijdelijke pole-koning Ayrton Senna (Lotus), maar neemt bij de start onmiddellijk de leiding om die tot de finish niet meer af te staan. De Braziliaan, die de hele race lang in tweede positie rondrijdt, jaagt er in de laatste meters van de wedstrijd zijn laatste druppels benzine door en rijdt met een slakkengangetje over de finish, waardoor hij op het laatste nippertje nog naar de vierde plaats terugvalt, na Alain Prost (McLaren) en Nelson Piquet (Williams). De Ferrari's van Michele Alboreto en Stefan Johansson pakken de laatste WK-punten.

Senna is door zijn vierde plaats nu definitief uitgeschakeld in de strijd om het kampioenschap: hij heeft nu immers 19 punten achterstand op Mansell, terwijl er in de laatste twee races nog maximaal 18 gescoord kunnen worden. De Brit kan mits een nieuwe zege in de volgende race in Mexico de titel pakken. Hij telt nu 70 punten, Piquet heeft er 60 en Prost 59. Williams verzekert zich in Portugal alvast al van de constructeurstitel.



Voor de start van de race waren ze nog met vier...

SDG

22 september 1974

Emerson Fittipaldi (McLaren) wint op de omloop van Mosport de Grote Prijs van Canada. De Braziliaan vertrekt tevens van op pole position, maar moet bij de start de Ferrari van Niki Lauda laten voorgaan. De Oostenrijker leidt vervolgens 67 van de 80 af te leggen ronden, tot hij op de natte baan in de vangrails crasht en zijn race over is. Fittipaldi neemt vervolgens de kop over en rijdt zo naar zijn derde zege van het seizoen, voor Clay Regazzoni (Ferrari), Ronnie Peterson (Lotus), James Hunt (Hesketh), Patrick Depailler (Tyrrell) en Denny Hulme (McLaren).

Met zijn zege komt Fittipaldi, met nog één race te gaan, op gelijke hoogte met Regazzoni in de WK-stand. Doordat de Braziliaan echter meer overwinningen op zijn conto heeft, is hij bij gelijke stand wereldkampioen. Jody Scheckter (Tyrrell), die net als Lauda crasht, volgt nu op zeven punten van het leidende duo en heeft zijn lot niet langer in eigen handen. Lauda is door zijn uitvallen uitgeschakeld in de titelstrijd.

De Oostenrijker Helmuth Koinigg maakt bij Surtees zijn Formule 1-debuut en rijdt een prima wedstrijd. Tijdens de slotwedstrijd twee weken later, in het Amerikaanse Watkins Glen, zal de jonge, veelbelovende coureur echter dodelijk verongelukken. Ook maar liefst twee nieuwe Amerikaanse constructeurs in de vorm van Penske, met Mark Donohue achter het stuur, en Parnelli Jones Racing, met Mario Andretti, maken in Canada hun debuut. De Canadees met Nederlandse roots Eppie Wietzes tenslotte komt op Mosport voor de laatste keer aan de start van een Grote Prijs, zeven jaar na zijn debuutrace.


SDG

23 september 2012

Het stadsstaatje Singapore ontvangt voor de vijfde keer in de geschiedenis de Formule 1 binnen zijn grenzen voor de enige nachtrace op de kalender. Lewis Hamilton (McLaren) rijdt in de kwalificaties de snelste tijd, voor de opnieuw verrassende Pastor Maldonado (Williams), Sebastian Vettel (Red Bull), Jenson Button (McLaren) en WK-leider Fernando Alonso (Ferrari).

Voor de start van de wedstrijd is er een minuut stilte ter nagedachtenis van Dr. Sid Watkins. De man die vele jaren lang strijd leverde voor meer veiligheid voor de coureurs overleed kort voordien op 84-jarige leeftijd.

Bij de start is Hamilton als eerste weg, doch Vettel weet in de eerste bocht onmiddellijk Maldonado te verschalken, terwijl ook Button langs de Williams kan glippen. In het strijdgewoel in de eerste ronde loopt Felipe Massa (Ferrari) een lekke band op, die hem helemaal tot op de laatste plaats terugwerpt.

Na de eerste serie pitstops na iets meer dan tiental ronden behoudt Hamilton de koppositie en nadat Vettel komaf gemaakt heeft met Kimi Räikkönen (Lotus), die nog niet binnen geweest is, volgt de Duitser opnieuw de McLaren als zijn schaduw. Na iets meer dan een derde van de race verdwijnt Hamilton plotseling uit de wedstrijd met een defecte versnellingsbak. Voor de Brit, die een unieke kans om terug aansluiting te krijgen in de titelstrijd verloren ziet gaan, is deze uitvalbeurt wellicht de spreekwoordelijke druppel geweest. Kort nadien tekent hij een contract bij Mercedes voor 2013.

Vettel leidt nu de dans, doch enkele ronden later is er een safetycarfase wanneer Narain Karthikeyan (HRT) zijn wagen in de muur parkeert. Tijdens deze neutralisatie verdwijnt ook Maldonado met een hydraulisch probleem uit de race. Bij het aanzetten voor de herstart verslikt Button zich bijna in een plots remmende Vettel.

De volgende neutralisatie kondigt zich echter onmiddellijk aan, wanneer Michael Schumacher zich compleet verkijkt op zijn rempunt en vol achterop knalt bij Jean-Eric Vergne (Toro Rosso). De zevenvoudige Duitse wereldkampioen, die duidelijk in de fout gaat, wordt hiervoor bedacht met een gridpenalty van tien plaatsen bij de volgende race.

Na de herstart is er een subliem inhaalmaneuver van Felipe Massa op Bruno Senna (Williams) aan de Anderson Bridge. De ene Braziliaan probeert nog de deur dicht te doen voor de andere, doch de Ferrari weet zich al slingerend voorbij de Williams te wurmen. Minder elegant is een aanslag van Sergio Pérez (Sauber) op Nico Hülkenberg (Force India) op dezelfde plaats en de Duitser deelt enkele ronden later opnieuw in de brokken wanneer de tweede Sauber van Kamui Kobayashi hem toucheert. Het levert Hülkenberg een lekke achterband op.

Vooraan staat er echter geen maat op Sebastian Vettel, die op een geheel bevrijde manier naar zijn tweede zege van het seizoen snelt, voor Button, Alonso, Paul di Resta (Force India), Nico Rosberg (Mercedes), het Lotus-duo Kimi Räikkönen en Romain Grosjean, Massa, Daniel Ricciardo (Toro Rosso) en Pérez, die de tiende plaats en het laatste WK-puntje erft van Mark Webber (Red Bull). De Australiër krijgt na de race een tijdstraf omdat hij bij een inhaalmaneuver met vier wielen buiten de circuitlijn rijdt.

Met zijn overwinning mengt Sebastian Vettel zich weer volop in het titeldebat. Hij heeft nu nog 29 punten achterstand op Alonso. Räikkönen is derde, voor Hamilton en Webber. Timo Glock zorgt er met zijn twaalfde plaats in de race voor dat Marussia de belangrijke tiende plaats in het constructeurskampioenschap overneemt van Caterham.



SDG

28 september 1990

De vrijdagtrainingen voor de Spaanse Grote Prijs op de omloop van Jeréz de la Frontera worden opgeschrikt door een horrorcrash van de Noord-Ier Martin Donnelly (Lotus). De auto spat letterlijk uit elkaar bij de impact en de ongelukkige coureur wordt met stoeltje en al op de baan geslingerd, waar hij levenloos blijft liggen.

Iedereen beseft meteen de ernst van het ongeluk en de veiligheidsdiensten zijn onmiddellijk ter plaatse. Hoewel velen het ergste vrezen, overleeft Donnelly de crash. Hij heeft echter wel zware verwondingen opgelopen, die het einde van zijn Formule 1-carrière zullen betekenen. Hoewel hij voor 1991 door Lotus nog aangemeld wordt als coureur, zal hij nooit meer een Grote Prijs rijden. Martin Donnelly (geboren op 26 maart 1964) debuteerde in 1989 in de Formule 1 bij de Grote Prijs van Frankrijk, als eenmalige vervanger voor Derek Warwick bij Arrows, en kreeg vervolgens voor 1990 een stoeltje bij Lotus aangeboden. Hij nam in totaal 13 keer de start in een GP en zijn beste resultaat was een zevende plaats in de Hongaarse Grote Prijs van 1990.

In 1988 en 1989 reed hij voordien anderhalf seizoen Formule 3000 voor het team van Eddie Jordan. In zijn eerste halve seizoen behaalde hij meteen twee zeges en twee tweede plaatse in vijf wedstrijden, goed voor een derde plaats in de eindstand. Zijn debuutrace op Brands Hatch in 1988, die hij al zegevierend afsloot, blijft ook in het geheugen gegrift omwille van de massacrash die ei zo na het einde van de carrière van Johnny Herbert betekende. Ook in 1989 won hij op dezelfde omloop, maar hij raakte niet verder dan een achtste plaats in de eindstand.

Na zijn herstel is Donnelly nog op bescheiden schaal actief in de sportwagenracerij. Ook is hij een tijdje werkzaam voor Comtec Racing in de Renault World Series en bij enkele gelegenheden is hij nog eens te zien in de Formule 1-paddock, wanneer hij als steward fungeert.


SDG

6 oktober 1973

De Fransman François Cevert verongelukt dodelijk bij de kwalificatieritten voor de Grote Prijs van de Verenigde Staten op de omloop van Watkins Glen, de slotrace van het seizoen 1973. De Tyrrell-coureur verliest in een poging om zijn tijd scherper te stellen de controle over zijn bolide in de 'Esses'-bocht en boort zich met hoge snelheid in de vangrails, die de cockpit doorboren. Cevert is kansloos en overlijdt ter plaatse.

In de pits wordt met algehele verslagenheid gereageerd op de dood van de populaire Franse coureur. Cevert, trouwe meesterknecht van drievoudig wereldkampioen Jackie Stewart, was voorbestemd om zijn Schotse kopman, die na deze race de Formule 1 vaarwel ging zeggen, op te volgen. Tyrrell was het enige team waar hij in zijn Formule 1-carrière voor reed sedert zijn debuut in de Nederlandse Grote Prijs van 1970. In 1971 behaalde hij op dezelfde omloop waar hij twee jaar later de dood zou vinden zijn enige zege uit zijn loopbaan. In 1973 ontpopte hij zich als de perfecte teamgenoot van Stewart: maar liefst zes keer finishte hij als tweede, waarvan drie keer na zijn kopman. In de eindstand van het WK werd hij vierde, na Stewart en het Lotus-duo Emerson Fittipaldi en Ronnie Peterson. Francois Cevert werd net geen 30 jaar oud. Hij was het tweede dodelijke slachtoffer van het seizoen 1973, nadat eerder de jonge Brit Roger Williamson levend verbrandde bij een crash in de Nederlandse Grote Prijs op Zandvoort.

Wanneer men in de Tyrrell-pitbox het tragische nieuws verneemt, trekt het team zich onmiddellijk terug voor de race. De afscheidswedstrijd van Jackie Stewart, die de honderdste uit zijn Formule 1-loopbaan had moeten worden, zal er nooit komen. Tyrrell geeft zo ook vrijwillig zijn laatste kans om de constructeurstitel van 1973 te winnen op, die naar Lotus zal gaan. Het team zal zich nadien nooit meer herstellen van de dubbele aderlating die het moet ondergaan door het afscheid van Stewart en de dood van Cevert, die voor velen als de gedoodverfde titelfavoriet voor 1974 gold. Het zal uiteindelijk nog tot 1985 duren vooraleer Alain Prost Frankrijk zijn eerste wereldtitel schenkt.



Franky R.

Zit nu trouwens via de stream te kijken naar een docu over Cevertt op Sky Sport HD!

SDG

#881
7 oktober 1984

Voor het eerst sedert 1976 keert de Formule 1 terug naar de Duitse Nürburgring, voor de Grote Prijs van Europa. De plaats van gebeuren is echter niet langer de legendarische en te gevaarlijk geworden 'Groene Hel' van weleer. De 22 kilometer lange Nordschleife ligt er nog steeds, maar vlak daarnaast is een nieuw en modern Grand Prix-circuit van iets meer dan vier kilometer aangelegd, dat enkel nog het start- en finishgedeelte met zijn grotere broer gemeen heeft.

Wanneer het Formule 1-circus naar de Eifel afzakt voor de voorlaatste race van 1984, loopt de spanning in het kampioenschap alsmaar verder op. Na zijn uitval in de vorige race in Italië kijkt Alain Prost (McLaren) tegen een achterstand van 10,5 punten op zijn teamgenoot Niki Lauda aan. De Oostenrijker kan met andere woorden door voor Prost te finishen zijn derde titel pakken op de plaats die hem acht jaar eerder ei zo na het leven kostte. Van begin af aan is echter duidelijk dat Lauda de titel dit weekend niet op een blaadje aangeboden gaat krijgen. Zijn Franse teamgenoot rijdt in de kwalificaties de tweede tijd na titelverdediger Nelson Piquet (Brabham), terwijl Lauda slechts vanop de vijftiende startplaats vertrekt.

Prost laat er bij de start geen gras over groeien en neemt onmiddellijk de kop van de race, die hij niet meer zal afstaan. Terwijl de Fransman naar een vlotte overwinning snelt die hem in de running voor de titel houdt, is Lauda op achtervolgen aangewezen. De Oostenrijker heeft bovendien het geluk dat hij weet te ontsnappen aan een startcrash in het middenveld, veroorzaakt door Ayrton Senna (Toleman), die niet alleen het Braziliaanse supertalent maar ook Keke Rosberg (Williams), Gerhard Berger (ATS), Marc Surer (Arrows) en Piercarlo Ghinzani (Osella) al in de eerste bocht uitschakelt.

Prost behaalt zijn zesde overwinning van het seizoen, voor Michele Alboreto (Ferrari) en Piquet. Lauda finisht uiteindelijk als vierde, voor René Arnoux (Ferrari) en Riccardo Patrese (Alfa Romeo). De 4,5 punten achterstand die Prost nu nog heeft op Lauda worden twee dagen na de race nog teruggebracht tot 3,5, wanneer alle gescoorde punten van Tyrrell geschrapt worden na de diskwalificatie van het team uit het WK en vervolgens over de andere rijders verdeeld worden.


SDG

8 oktober 2000

Michael Schumacher wint op de omloop van Suzuka de Grote Prijs van Japan en kroont zich zo voor de derde keer in zijn carrière tot wereldkampioen Formule 1. Wat echter nog belangrijker is, is dat dit voor het eerst – en eindelijk – met Ferrari gebeurt, nadat hij zijn eerste twee titels (in 1994 en 1995) met Benetton veroverde. De Duitser werd vervolgens voor veel geld aangetrokken door de Scuderia om zo eindelijk de wereldtitel terug naar Maranello te halen. Het oorspronkelijke driejarenplan waar men van uitging nam uiteindelijk vijf jaar in beslag, maar de vreugde om het behalen van de titel is er niet minder om. Schumacher is meteen de eerste Ferrari-wereldkampioen sedert Jody Scheckter in 1979.

De Duitser vertrekt in Suzuka tevens vanop pole position, met naast hem op de eerste rij zijn Finse uitdager Mika Häkkinen (McLaren). De titelverdediger, die de enige is die Schumacher nog de titel afhandig kan maken, neemt de beste start en rijdt ook de eerste wedstrijdhelft aan de leiding. Het is echter eens te meer tijdens de pitstops dat de beslissing valt. Net zoals al vaker gebeurde, weet Schumacher ook nu van de pitstop van zijn tegenstander te profiteren om met een nog lichtere wagen enkele supersnelle rondjes te rijden, die hem in staat stellen om na zijn eigen tankbeurt als eerste terug de baan op te komen. Häkkinen verliest niet alleen tijd bij het dubbelen van achterblijvers, ook de lichte regenval speelt in zijn nadeel. De Fin zet nog alles op alles en kruipt in de slotronden alsmaar dichter richting de Ferrari, doch het slotoffensief komt te laat. Schumacher gaat met een kleine voorsprong als eerste over de meet en haalt zo eindelijk na 21 jaar opnieuw de titel binnen voor de Scuderia.

De rest van het peloton speelt in Suzuka een anoniem bijrolletje. David Coulthard en Rubens Barrichello bevestigen in de tweede McLaren en Ferrari eens te meer de totale dominantie van de twee topteams ten opzichte van de rest van het deelnemersveld in 2000, terwijl Jenson Button (Williams) en Jacques Villeneuve (BAR) de laatste punten scoren.

Met nog één wedstrijd te gaan heeft Schumacher nu 12 punten voorsprong op Häkkinen. Het constructeurs-WK is nog onbeslist en zal pas in Maleisië zijn ontknoping krijgen. Voor Ferrari is het doel dat men zich al een paar jaar stelde echter eindelijk bereikt. De ban bij de Scuderia is met deze eerste titel in 21 jaar definitief gebroken, want Michael Schumacher zal ook de volgende vier wereldtitels (2001, 2002, 2003, 2004) behalen en het roemruchte Italiaanse team de meest succesvolle periode uit zijn hele geschiedenis bezorgen.



Enzo

IK herinner me dit moment als de dag van gisteren, erg gaaf!  8)

SDG

10 oktober 1976



James Hunt (McLaren) wint in Watkins Glen de Grote Prijs van de Verenigde Staten-Oost. Op de nabij New York gelegen omloop pakt de Brit tevens de polepositie, voor Jody Scheckter (Tyrrell), het March-duo Ronnie Peterson-Vittorio Brambilla en Niki Lauda (Ferrari), en dit in bijzonder slechte weersomstandigheden. Het regent zodanig hard – 's nachts valt er zelfs smeltende sneeuw – dat even afgelasting van de wedstrijd dreigt, doch op zondag is het weer droog, zodat de wedstrijd normaal kan doorgaan.

Onder een schraal zonnetje heeft Scheckter de beste start, voor Hunt en Brambilla, die de rest van het veld ophoudt. Lauda weet na een zestal ronden naar de derde plaats op te rukken en nadert langzaamaan op Hunt, tot zijn banden beginnen te slijten en hij zich vervolgens consolideert op de derde plaats. Helemaal op het einde weet tweede McLaren-man Jochen Mass nog sterk in te lopen op Lauda, doch de Oostenrijker slaat een ultiem slotoffensief van de Duitser af. Vooraan spelen Scheckter en Hunt een paar keer haasje-over, een duel dat uiteindelijk gewonnen wordt door Hunt, die acht seconden voor de Tyrrell-zeswieler over de finish gaat. Lauda en Mass volgen al op meer dan een minuut, op korte afstand gevolgd door Hans-Joachim Stuck (March) en John Watson (Penske).

De wedstrijd wordt ontsierd door een bijzonder zware crash van Jacky Ickx, wiens Ensign bij de klap in brand vliegt. De Belgische coureur komt er als bij wonder met lichte verwondingen vanaf. De Fransman Henri Pescarolo, die nog jarenlang zal schitteren in de 24 Uren van Le Mans, rijdt voor Surtees zijn laatste Formule 1-race. In de WK-stand nadert Hunt nu tot op drie punten van Lauda. De pionnen zijn hiermee definitief in stelling gebracht voor de ontknoping van het seizoen, twee weken later in Japan.