Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

15 augustus 1976

Twee weken na het zware ongeval op de Nürburgring dat titelverdediger Niki Lauda ei zo na het leven kost, geeft de Formule 1 afspraak in Zeltweg, voor de Grote Prijs van Oostenrijk. Ferrari, dat nog steeds het spoor bijster is door het wegvallen van zijn kopman, geeft voor deze race helemaal forfait, wat voor James Hunt (McLaren) een uitgelezen kans biedt om zijn achterstand op Lauda in de WK-stand verder te verkleinen. Het is van meet af aan duidelijk dat de Brit er geen gras wil laten over groeien, want hij rijdt in de kwalificaties naar de polepositie, voor John Watson (Penske) en Ronnie Peterson (March).

Op een nog natte baan is het Peterson die al snel de kop neemt, achternagezeten door Watson, Jody Scheckter (Tyrrell) en Gunnar Nilsson (Lotus). Het is het laatste jaar waarin op de Oesterreichring in zijn oude, originele lay-out wordt gereden. Als gevolg van het ongeluk dat Mark Donohue in 1975 het leven kostte, zal vanaf 1977 in de eerste bocht na de start een chicane gelegd worden. Nu echter biedt de nog steeds maagdelijke omloop voldoende gelegenheid tot inhaalmanoeuvres en racen op het scherp van de snee. Vooraan rijden de koplopers in de beginfase van de race op een zakdoek achter elkaar en er wordt verschillende keren van koploper gewisseld.

Nadat Scheckter crasht en Peterson de rol moet lossen, kiest Watson definitief het hazenpad. Vanuit de achtergrond komt Jacques Laffite (Ligier) echter nog ijzersterk opzetten, maar Watson is buiten bereik. De Noord-Ier behaalt dan ook vrij gemakkelijk zijn eerste zege, voor Laffite, Nilsson, Hunt, Mario Andretti (Lotus) en Peterson, die pas zijn eerste punt van het seizoen scoort.

Watson scheert, zoals hij reeds lang beloofd had, na zijn eerste overwinning zijn karakteristieke baard af. Ook voor zijn team Penske is het de eerste zege en ook de enige, want de Amerikaanse constructeur zal op het eind van het seizoen de Formule 1 vaarwel zeggen en zich terug uitsluitend op de Amerikaanse autosportklassen concentreren.


Franky R.

Een mooie, cleane auto die Penske!

SDG

19 augustus 1954

Op deze dag wordt Oscar Larrauri geboren. De Argentijn, ook bekend onder zijn bijnaam 'Poppy', is een laatbloeier die zijn grote doorbraak kent in 1982, wanneer hij met het Italiaanse Euroracing het Europese kampioenschap Formule 3 wint. Het levert hem de mogelijkheid op om te testen voor Ferrari, maar doordat de Formule 1-teams verder geen interesse voor hem tonen, verlegt hij zijn autosportcarrière al snel naar de sportwagenracerij.

Met het Brun Motorsport Team van de Zwitser Walter Brun, die onder privé-vlag met Porsche deelneemt aan het WK Sportwagens, ontpopt 'Poppy' zich al snel tot een vaste waarde in het kampioenschap. Tussendoor is hij ook nog in verschillende andere kampioenschappen actief. Wanneer Brun in 1988, met de omschakeling naar atmosferische motoren, de stap naar de Formule 1 wil maken, krijgt Larrauri plotseling zijn kans. Temeer doordat de Zwitser voor zijn Formule 1-project de handen in elkaar slaat met Euroracing, de oude werkgever van de Argentijn in de Formule 3, lijkt Larrauri de geknipte man voor de job en hij krijgt dan ook een stoeltje aangeboden voor 1988 bij het nieuw gevormde team EuroBrun, naast de kersverse Formule 3000-kampioen Stefano Modena.

Larrauri, die er ondertussen al 33 is, maakt zo in Rio zijn Formule 1-debuut. Vooraf is al duidelijk dat 1988 een leerjaar voor EuroBrun zal worden. Niettemin laat het team zijn beste resultaten al in de eerste seizoenshelft optekenen. Larrauri kwalificeert zich als achttiende in de straten van Monaco en finisht als dertiende in Mexico. De tweede seizoenshelft stagneert het team in zijn ontwikkeling en de Argentijn mist keer op keer de kwalificatielimiet. Uiteindelijk haalt hij bij slechts acht van de zestien Grote Prijzen in 1988 de startgrid. Teamgenoot Modena is over de hele lijn sneller en de Italiaan vertrekt voor 1989 naar het heropgerichte Brabham, terwijl Oscar geen zitje meer weet te veroveren.

Zijn Formule 1-carrière lijkt na één seizoen alweer voorbij, tot hij eind 1989 vanaf de Italiaanse Grote Prijs gevraagd wordt om opnieuw het stuur van de EuroBrun over te nemen na het vertrek van de Zwitser Gregor Foitek. Het team, dat dat jaar nog maar één wagen inzet, is in vergelijking met het voorafgaande jaar nog een stuk verder teruggezakt. Foitek overleeft enkel bij de openingsrace in Rio de prekwalificaties, maar kan zich vervolgens niet voor de wedstrijd zelf kwalificeren. De rest van het seizoen zitten de Grand Prix-weekends van EuroBrun er al na een half uurtje op vrijdagmorgen op en ook Larrauri kan hier in de resterende wedstrijden niets aan veranderen. Zo eindigt de comeback van de Argentijn aan het eind van het seizoen in de grootste anonimiteit. EuroBrun zal nog een jaartje verder aanmodderen om er eind 1990 definitief de brui aan te geven.

Larrauri van zijn kant rijdt op dat moment allang weer zijn rondjes in andere autosportklassen. Aanvankelijk opnieuw in de sportwagenracerij, en na het opdoeken van het WK Sportwagens richt hij zijn aandacht vervolgens vooral op de GT- en toerwagencompetities.


SDG

22 augustus 1954

Juan Manuel Fangio wint op de omloop van Bremgarten nabij Bern de Grote Prijs van Zwitserland. De Argentijn rijdt op het zeven kilometer lange circuit in zijn Mercedes van start tot finish aan de leiding. Fangio's teamgenoot Stirling Moss en Mike Hawthorn (Ferrari) leveren achter hem een felle strijd om de tweede plaats, doch wanneer beiden uitvallen kan polesitter José Froilán González in de tweede Ferrari als tweede over de finish gaan en zo de Argentijnse dominantie in de wedstrijd compleet maken.

De overwinning van Fangio in Zwitserland geeft de Argentijn meteen ook zekerheid over zijn tweede wereldtitel. Met nog twee races te gaan kan González, tweede in de WK-stand, hem niet meer bedreigen. De editie van 1954 is de allerlaatste Grote Prijs op Zwitserse bodem. Als gevolg van het catastrofale ongeluk in de 24 Uren van Le Mans het daaropvolgende jaar zullen alle autoraces in Zwitserland verboden worden, een besluit dat tot op vandaag nog steeds geldt.


SDG

26 augustus 1984

Alain Prost (McLaren/TAG) wint op de omloop van Zandvoort de Grote Prijs van Nederland, voor zijn teamgenoot Niki Lauda. Voor het team van Ron Dennis geeft deze derde dubbelzege, met nog drie races te gaan, meteen rekenkundige zekerheid over de constructeurstitel. De negende overwinning van McLaren van het lopende seizoen is bovendien ook goed voor een nieuw record, waarbij dat van Lotus uit 1978 (acht zeges) van de tabellen geveegd wordt.

Prost rijdt op het circuit in de duinen tevens naar de pole, maar moet bij de start de naast hem gestarte Nelson Piquet (Brabham-BMW) voorlaten. De titelverdediger slaat in de beginfase meteen een kleine kloof en lijkt de wedstrijd onder controle te hebben, tot hij na een tiental ronden voor de zoveelste keer getroffen wordt door mechanische pech. Prost neemt de leiding over en krijgt vervolgens Lauda achter zich aan. De Oostenrijker neemt zoals gebruikelijk een voorzichtige start en drijft vervolgens het tempo op. Beide McLarens maken er een prestigestrijd om de zege van en rijden de rest van het deelnemersveld op grote achterstand.

Keke Rosberg (Williams-Honda), die lange tijd in derde positie rijdt, valt in de slotfase nog uit met benzinegebrek, zodat de laatste podiumplaats uiteindelijk naar Nigel Mansell (Lotus-Renault) gaat, voor zijn teamgenoot Elio de Angelis, Teo Fabi (Brabham-BMW) en Patrick Tambay (Renault). Een resultaat dat voor Mansell te laat komt, want in Zandvoort bevestigt Lotus dat hij in 1985 bij het team vervangen wordt door Ayrton Senna. In de WK-stand nadert Prost tot op anderhalf puntje van Lauda.


Matthijs

Citaat van: SDG op 26 augustus 2013 - 12:30:48Een resultaat dat voor Mansell te laat komt, want in Zandvoort bevestigt Lotus dat hij in 1985 bij het team vervangen wordt door Ayrton Senna.
Nu klinkt het alsof Mansell het slachtoffer was van de komst van Senna, terwijl hij zelf naar een nog beter team ging (Williams) waar hij de wereldtitel voor het grijpen had.

Edit: we hadden het over 1984 --> 1985, niet 1986 dus Mansell had nog helemaal geen titel voor het grijpen. My bad.

SDG

Citaat van: Matthijs op 26 augustus 2013 - 13:01:01
Citaat van: SDG op 26 augustus 2013 - 12:30:48Een resultaat dat voor Mansell te laat komt, want in Zandvoort bevestigt Lotus dat hij in 1985 bij het team vervangen wordt door Ayrton Senna.
Nu klinkt het alsof Mansell het slachtoffer was van de komst van Senna, terwijl hij zelf naar een nog beter team ging (Williams) waar hij de wereldtitel voor het grijpen had.

Edit: we hadden het over 1984 --> 1985, niet 1986 dus Mansell had nog helemaal geen titel voor het grijpen. My bad.

Ik schrijf mijn stukjes nogal vaak vanuit het oogpunt van het raceweekend zelf, dus zonder 'hindsight'.  ;)

En inderdaad, niemand die op dat moment vermoedde dat Mansell juist door Lotus voor Williams te ruilen aan een steile opmars naar boven zou beginnen. Frank Williams dacht zelf immers ook met Mansell een goede tweede rijder naast kopman Rosberg aan te trekken, geen potentieel wereldkampioen.

SDG

#862
27 augustus 2000

Mika Häkkinen (McLaren) wint in grootse stijl de Grote Prijs van België. Op de omloop van Spa pakt de Finse titelverdediger in de kwalificaties eveneens de pole, voor de verrassende Jarno Trulli (Jordan) en Jenson Button (Williams). Voor de pas twintig jaar oude Brit, die voor de eerste keer op het legendarische circuit in de Ardennen van de partij is, is het meteen het beste trainingsresultaat in zijn nog jonge Formule 1-carrière. Häkkinen's grote uitdager Michael Schumacher (Ferrari), die sedert de vorige race in Hongarije de leiding in de WK-stand verspeelde aan zijn Finse rivaal, rijdt de vierde tijd.

Op een nog nat wegdek gaat de race op zondag achter de safety car van start. Eenmaal de meute losgelaten wordt, neemt Häkkinen probleemloos de leiding, terwijl Schumacher snel naar de tweede plaats oprukt. Button raakt, in een poging de Ferrari in La Source te volgen, in contact met de Jordan van Trulli. Voor de Italiaan zit een veelbelovende race er meteen op. Wanneer de baan na enkele ronden opdroogt, komt iedereen de pits binnen voor droogweerbanden. Häkkinen leidt nog steeds de wedstrijd, tot hij in Stavelot dwars gaat en Schumacher moet voorlaten.

Schumacher is nu de nieuwe leider, doch Häkkinen geeft zich niet gewonnen en begint aan een weergaloze achtervolging. Wat volgt, is een adembenemend duel dat rondenlang duurt. De spanning is om te snijden en enkele ronden voor het einde valt uiteindelijk de beslissing, wanneer Schumacher en Häkkinen zich aan het einde van de lange rechte lijn bij Les Combes opmaken om de BAR van Ricardo Zonta te dubbelen. Terwijl de Braziliaan in het midden van de baan blijft rijden, passeert Schumacher hem links, doch de Fin passeert beiden in één sublieme vloeiende beweging rechtsom. Het inhaalmaneuver van het jaar en meteen één van de allermooiste acties die ooit op Spa te zien waren.

Häkkinen laat zich niet meer de kaas van het brood eten en behaalt een fantastische overwinning, met Schumacher in zijn kielzog. Ralf Schumacher (Williams) wordt derde, voor David Coulthard (McLaren), Jenson Button (Williams) en Heinz-Harald Frentzen (Jordan). De vreugde bij McLaren omwille van Häkkinen's zege is enorm. De Fin leidt na zijn vierde zege van het seizoen nu in de titelstrijd met zes punten voorsprong op Schumacher, die net als Ferrari in Spa een flinke mentale tik te verwerken krijgt. Met nog vier races te gaan is er nog niets beslist, maar sommigen vrezen nu al dat de Scuderia eens te meer gaat bezwijken onder de druk en wéér eens naast de titel zou kunnen grijpen.




SDG

#863
28 augustus 1977

Op de omloop van Zandvoort wordt de Grote Prijs van Nederland verreden. De beginfase van de wedstrijd wordt bepaald door twee coureurs die tot de snelsten van het deelnemersveld behoren, maar door de pech waarmee ze dit jaar al te kampen kregen geen partij zijn in de titelstrijd: wereldkampioen James Hunt (McLaren) en Mario Andretti (Lotus). Het is laatstgenoemde die tevens de pole pakt, voor de verrassende Jacques Laffite (Ligier) en Hunt.

Bij de start is Hunt echter als snelste weg, voor Laffite en Andretti, maar de Amerikaan rukt alweer snel naar de tweede plaats op in het kielzog van Hunt. Beide kemphanen vechten vervolgens een verbeten duel uit voor de koppositie in de race, dat in de zesde ronde abrupt eindigt wanneer beide wagens in elkaar haken. Exit Hunt, terwijl Andretti na Laffite en het Ferrari-duo Niki Lauda en Carlos Reutemann zijn weg kan verder zetten. In de vijftiende ronde is het echter alsnog over en sluiten voor de Amerikaan, wanneer zijn motor voor de vierde race op rij de geest geeft.

Vooraan maakt Lauda korte metten met Laffite, terwijl Reutemann de tweede Lotus van Gunnar Nilsson achter zich aan krijgt. Het duel voor de derde plaats eindigt eveneens in tranen, wanneer de Lotus tegen de Ferrari aanrijdt. Voor de Zweed is de race gereden, terwijl zijn Argentijnse collega na een pitstop zijn weg kan hervatten. Hierna is het vooraan zo goed als afgelopen met de sensatie, want in de laatste veertig ronden veranderen de posities niet meer. Laffite geeft in de slotfase zijn Ligier nog een laatste keer de sporen, maar Lauda weet de Fransman gemakkelijk af te houden en zo zijn derde zege van het seizoen te boeken, zijn laatste in dienst van de Scuderia.

De jonge Fransman Patrick Tambay, pas aan zijn vierde Grote Prijs bezig, lijkt in zijn bescheiden Ensign een sensationele derde te zullen worden, tot hij in de laatste ronde zonder benzine komt te staan. Een teleurstellende Jody Scheckter (Wolf), die de hele wedstrijd achter de feiten aan rijdt, pakt zo alsnog de derde podiumplaats, voor Emerson Fittipaldi (Fittipaldi), Tambay en Reutemann. Renault komt na zijn debuut een maand eerder op Silverstone voor de tweede keer aan de start met zijn turbowagen. Halverwege de race valt coureur Jean-Pierre Jabouille uit met pech, maar voor het zover is, heeft hij in ieder geval al de nodige indruk gemaakt door tot op de zesde plaats door te dringen. De Franse turbopionier wordt na deze tweede deelname al meteen een stuk ernstiger genomen.

In de WK-stand doet Lauda, met nog vier races te rijden, een bijzonder goede zaak. Hij heeft nu al 21 punten voorsprong op zijn dichtste achtervolger Scheckter. Voor de Ferrari-coureur, over wie de geruchten over een mogelijke overstap naar Brabham voor 1978 steeds sterker worden, lijkt de tweede wereldtitel met rasse schreden te naderen.


SDG

29 augustus 2004

Nadat Ferrari bij de vorige Grote Prijs in Hongarije al de constructeurstitel veroverde, kan het met Michael Schumacher in Spa nu ook het rijderskampioenschap winnen. De Duitser, die dit seizoen ongenaakbaar is en maar liefst twaalf van de al dertien gereden wedstrijden won, verovert in ieder geval een goede uitgangspositie op de eerste startrij, naast pole-man Jarno Truli (Renault). Schumacher verliest bij de start wel twee plaatsen aan Fernando Alonso (Renault) en David Coulthard (McLaren), maar ontsnapt wel aan de chaos achter hem. Maar liefst vier rijders vallen in de startronde uit: Mark Webber (Jaguar), Takuma Sato (BAR), Gianmaria Bruni (Minardi) en Giorgio Pantano (Jordan) crashen allen bovenop de Raidillon, terwijl verschillende andere coureurs met schade moeten binnenkomen.

Het noopt de safetycar voor de eerste keer in de wedstrijd tot uitrukken. Na de neutralisatie valt Trulli ver terug, tot buiten de punten. De winnaar van Monaco verliest zo zijn laatste beetje krediet bij Renault-teammanager Flavio Briatore en wordt na Monza op de kasseien gezet. Ondertussen is echter Kimi Räikkönen (McLaren) naar voren opgerukt. De Fin reed slechts de tiende kwalificatietijd en worstelt de hele race door met versnellingsbakproblemen, doch het weerhoudt hem er niet van om in de chaotische wedstrijd een hoofdrol te spelen. Na een zware crash tussen Jenson Button (BAR) en Zsolt Baumgartner (Minardi) komt de safetycar een tweede keer naar buiten. Tijdens de neutralisatie verdwijnt de in derde positie liggende Antonio Pizzonia (Williams) uit de race met een kapotte versnellingsbak, terwijl ook Ricardo Zonta (Toyota) een paar ronden voor het einde een unieke kans om een podium te scoren in rook ziet opgaan wanneer zijn motor de geest geeft.

Nog steeds is alle sensatie nog niet uit de race verdwenen. Een crash tussen David Coulthard en Christian Klien (Jaguar) brengt de safetycar voor een derde keer op de baan. Uiteindelijk weet Räikkönen het hoofd koel te houden en zijn eerste en enige zege van het seizoen te boeken, meteen ook de enige voor McLaren. Na hem volgen de Ferrari's van Michael Schumacher en Rubens Barrichello, de Saubers van Felipe Massa en Giancarlo Fisichella, Christian Klien, David Coulthard en Olivier Panis (Toyota).

Met zijn tweede plaats is Michael Schumacher meteen zeker van zijn zevende wereldtitel. Het is zijn vijfde voor Ferrari en zijn vijfde op rij, ook al een nieuw record. Gezien de totale dominantie die hij het hele jaar aan de dag legde, konden weinigen die zondagnamiddag in augustus 2004 in Spa vermoeden dat hij de komende jaren definitief van zijn troon gestoten zou worden en er geen achtste titel meer zou komen.


SDG

30 augustus 1941

Op deze dag wordt in Rome Ignazio Giunti geboren. De Italiaan floreert eind jaren zestig vooral in de sportcars, waar hij diverse knappe resultaten behaalt. Zo wordt hij in 1968 met Alfa Romeo tweede in de Targa Florio en vierde in Le Mans.

In 1970 stapt hij over naar Ferrari, waar hij niet alleen een speerpunt wordt voor het sportscarprogramma maar ook de gelegenheid krijgt om van de Formule 1 te proeven. In vier Grote Prijzen wordt hij door de Scuderia ingezet, met een vierde plaats als resultaat bij zijn debuut in Spa. Het is meteen zijn beste resultaat in de Formule 1 en ook zijn enige puntenfinish. In Frankrijk en Oostenrijk eindigt hij buiten de punten en in Italië valt hij uit. Zijn grootste successen behaalt hij ook in 1970 in de sportwagenracerij: hij wint de 12 Uur van Sebring en de Targa Florio.

Voor 1971 blijft hij in dienst rijden van Ferrari. In de eerste sportwagenwedstrijd van het jaar, de 1.000 Kilometer van Buenos Aires, op 10 januari, slaat het noodlot echter toe. Giunti rijdt achteraan in op de wagen van de Fransman Jean-Pierre Beltoise, die zonder benzine is gevallen en zijn wagen terug naar de pits wil duwen. Beltoise kan zich net op tijd in veiligheid brengen, doch Giunti zit gekneld in zijn bolide, die in brand schiet, en de ongelukkige Italiaan sterft in de vlammen. Hij werd 29 jaar oud.


SDG

2 september 2001

Michael Schumacher (Ferrari) komt, twee weken na de Grote Prijs van Hongarije, als de nieuwe wereldkampioen naar de Grote Prijs van België op Spa-Francorchamps. De Duitser, die zijn titel verlengd heeft, kan op het circuit in de Ardennen een nieuw record aan zijn palmares toevoegen: bij winst behaalt hij zijn 52ste zege, waarmee het oude record van Alain Prost (51 overwinningen), dat hij nu nog met de Fransman deelt, dan definitief tot het verleden behoort. De Formule 1 herdenkt in Spa tevens Ken Tyrrell. De voormalige teambaas is een week voor de race op 77-jarige leeftijd overleden na een slepende ziekte.

Het vaak onvoorspelbare weer in de Ardennen laat zich dit jaar vooral gelden in de kwalificaties. Op een opdrogende baan wordt de volgorde in de laatste trainingsminuten helemaal overhoop gegooid. Juan-Pablo Montoya (Williams) rijdt uiteindelijk naar de pole, voor zijn teamgenoot Ralf Schumacher, broer Michael en de verrassende Heinz-Harald Frentzen, die na zijn ontslag bij Jordan naar Prost is overgestapt. De beide Arrows-wagens van Jos Verstappen en Enrique Bernoldi en de Minardi's van Fernando Alonso en Tarso Marques eindigen buiten de 107%-limiet, maar door de uitzonderlijke omstandigheden mogen ze op zondag allen toch starten. Voor Marques is het de laatste GP-deelname; vanaf de volgende race in Monza wordt de Braziliaan vervangen door de Maleisiër Alex Yoong.

Bij de start van de opwarmronde raken Montoya en Frentzen niet van hun plaats weg. De Colombiaan en de Duitser dienen zo achteraan post te vatten, waardoor de beide Schumacher-broertjes meteen vrij spel hebben wanneer de lichten doven. Ralf snijdt als eerste La Source aan, maar nog voor Les Combes kan Michael de leiding overnemen. De race, die zo al snel in een beslissende plooi lijkt te vallen, wordt na een viertal ronden echter abrupt afgebroken na een zware crash tussen Eddie Irvine (Jaguar) en Luciano Burti (Prost) in de supersnelle bocht bij Blanchimont. De Prost begraaft zichzelf met hoge snelheid onder de bandenstapels en de ongelukkige coureur zit helemaal geklemd. De veiligheidsdiensten, bijgestaan door Irvine – die zelf ongedeerd blijft – spoeden zich naar de plaats van onheil om Burti uit zijn benarde positie te bevrijden. Op de tv-camera's ziet het er allemaal bijzonder beangstigend uit en even vreest men dan ook het ergste. Tot opluchting van iedereen blijken de verwondingen van Burti echter mee te vallen. Het seizoen zit er voor de jonge Braziliaan evenwel op; voor de resterende drie wedstrijden van 2001 wordt hij vervangen door de Tsjech Tomas Enge. Spa zal zijn laatste race worden, want na het faillissement van Prost aan het eind van het seizoen vindt hij geen nieuw racezitje meer. Hij tekent uiteindelijk een contract bij Ferrari als testcoureur.

Bij de herstart valt ook Ralf Schumacher vooraan weg. Doordat zijn monteurs een mechanisch defect niet tijdig kunnen herstellen, moet hij met lede ogen toezien hoe de rest van het veld zich op gang trekt voor de nieuwe opwarmronde, terwijl zijn Williams nog steeds op de krik staat. Bij de herstart neemt Michael Schumacher vrij gemakkelijk de kop, voor de verrassende Giancarlo Fisichella (Benetton). Montoya maakt de malaise bij Williams ondertussen compleet door uit te vallen met motorpech, terwijl Ralf uiteindelijk als zevende zal finishen, net buiten de punten.

Fisichella, die het veelgeplaagde Benetton-team – dat in 2002 volledig wordt overgenomen door Renault – zijn beste race van het seizoen schenkt, moet zijn meerdere erkennen in David Coulthard (McLaren). Vooraan rijdt Michael Schumacher echter probleemloos naar de overwinning, waarmee hij definitief alleenrecordhouder is wat betreft het aantal zeges. Coulthard en Fisichella vervolledigen het podium, de laatste punten zijn voor Mika Häkkinen (McLaren), Rubens Barrichello (Ferrari) en Jean Alesi (Jordan). Voor de Fransman is het het laatste WK-punt uit zijn carrière.


SDG

Een oud artikel van me even heropgevist en wat uitgebreid...

SDG

7 september 1986

In het Italiaanse Monza wordt de eindfase van het Wereldkampioenschap Formule 1 1986 ingezet. Met nog vier races te gaan is het verschil aan de top van de rangschikking minimaal en kan de titelstrijd nog alle kanten uit. Nigel Mansell (Williams) komt nog steeds als leider afgezakt naar Italië met 55 punten, voor Alain Prost (McLaren) met 53 punten, Ayrton Senna (Lotus) met 48 punten en Nelson Piquet (Williams) met 47 punten. Achterin het veld moet Allen Berg bij Osella eenmalig zijn zitje afstaan aan de Italiaan Alex Caffi, die zo zijn Formule 1-debuut maakt. Er staat ook een nieuw team op de startgrid onder de vorm van het Franse AGS, dat net als Minardi gebruik maakt van de Motori Moderni-turbokrachtbron, met Formule 3000-kampioen Ivan Capelli achter het stuur.

In de kwalificaties verovert de Italiaan Teo Fabi (Benetton) zijn tweede polepositie op rij, voor titelverdediger Prost, Nigel Mansell en Gerhard Berger in de tweede Benetton. Wanneer het veld terugkeert uit de opwarmronde blijft de eerste startrij echter leeg. Zowel Fabi als Prost krijgen immers hun bolide niet aan de praat, waardoor beiden hun goede uitgangspositie meteen kwijtspelen. Fabi sluit achteraan het veld aan; de Italiaan kan eens te meer een polepositie niet verzilveren. Prost spoedt zich bij de start van de opwarmronde naar de reservewagen – te laat volgens de reglementen. De Fransman jaagt bij de start achter het veld aan en snijdt door het peloton naar voren, tot hij uiteindelijk de zwarte vlag te zien krijgt.

Ondertussen heeft Gerhard Berger met een machtige spurt naar de eerste bocht de leiding in de race genomen, voor het Williams-duo Mansell en Piquet. Ayrton Senna ziet bij de start zijn versnellingsbak breken en is de eerste uitvaller in de wedstrijd. Twee titelpretendenten doen in Monza zo een slechte zaak in de titelstrijd. Berger weet de leiding een aantal ronden te behouden, tot hij gepasseerd wordt door de beide Wiliamsen en de verrassend sterk presterende Michele Alboreto (Ferrari). De kopman van de Scuderia lijkt na zijn tweede plaats in Oostenrijk eindelijk het lek boven te hebben, doch een schuiver en motorpech maken een einde aan zijn race. Tweede Ferrari-man Stefan Johansson weet voor de Italianen echter de eer te redden met de derde podiumstek, die hem in de schoot valt wanneer Gerhard Berger in de laatste ronde nog met pech naar de kant moet.

Vooraan vechten beide Williamsen het onbedreigd uit voor de zege. Het is uiteindelijk Piquet die als eerste over de meet gaat en zo zijn vierde seizoensoverwinning pakt, die hem in de WK-stand tot op vijf punten van Mansell brengt. Na de podiumklanten krijgen Keke Rosberg (McLaren), Berger – die nog als vijfde geklasseerd wordt – en Alan Jones (Lola) de laatste punten toebedeeld. Voor de voormalige wereldkampioenen Rosberg en Jones, die aan het eind van het seizoen hun Formule 1-carrière zullen beëindigen, is het beiden hun laatste puntenfinish.



SDG

9 september 1979

Jody Scheckter (Ferrari) wint in Monza de Grote Prijs van Italië en kroont zich daarmee tot de nieuwe wereldkampioen Formule 1. Met nog twee races te gaan kan de Zuid-Afrikaan nu niet meer bijgebeend worden. Voorafgaand aan de wedstrijd spelen enkel Jacques Laffite (Ligier) en Scheckter's eigen teamgenoot Gilles Villeneuve nog mee in de titelstrijd. Dit wegens het bizarre puntensysteem, waarbij enkel de vier beste resultaten in iedere seizoenshelft in rekening gebracht worden. Bij een zege van Scheckter is het kampioenschap echter beslist. Eén jaar na het tragische startongeluk dat Ronnie Peterson het leven kostte is er goed nieuws voor een ander slachtoffer van de massacrash: Vittorio Brambilla, de 'Gorilla van Monza', maakt bij Alfa Romeo zijn comeback in het peloton.

In de kwalificaties zijn de beide Renault-turbo's van de Fransen Jean-Pierre Jabouille en René Arnoux op de snelle omloop eens te meer oppermachtig, doch Scheckter maakt zijn ambities kenbaar door de derde tijd te rijden, voor Alan Jones (Williams) en Villeneuve. Bij de start is de Zuid-Afrikaan tot grote vreugde van het thuispubliek bovendien als snelste weg, voor Arnoux, Villeneuve en Laffite. In de tweede ronde neemt Arnoux de kop over, maar na iets meer dan tien ronden steekt het overbekende betrouwbaarheidsprobleem bij de Fransen weer eens de kop op. Arnoux verdwijnt roemloos uit de wedstrijd en beide Ferrari's liggen nu één en twee, gevolgd door Laffite. De Fransman blijft dapper aanklampen, doch hij moet halverwege de rol lossen wegens remproblemen.

Wanneer Laffite zeven ronden voor het einde met motorpech uit de race verdwijnt, valt meteen ook de beslissing in het wereldkampioenschap. Villeneuve, die de opdracht gekregen heeft Scheckter niet meer aan te vallen, houdt zich aan de afspraak en gaat in het zog van zijn kopman over de meet, op korte afstand gevolgd door Clay Regazzoni (Williams). Nadat ook Jabouille nog enkele ronden voor het einde met pech het veld moet ruimen, finisht Niki Lauda (Brabham) als vierde, voor uittredend wereldkampioen Mario Andretti (Lotus) en Jean-Pierre Jarier (Tyrrell). Voor Lauda, die een bijzonder teleurstellend seizoen achter de rug heeft, is het het beste resultaat van het jaar. Het is meteen ook de laatste race voor de Oostenrijker in het eerste hoofdstuk van zijn carrière. Bij het volgende raceweekend, in Canada, houdt de tweevoudige wereldkampioen de Formule 1 voor bekeken, tot zijn comeback in 1982.

Ferrari pakt in Monza voor eigen publiek eveneens de constructeurstitel. Voor Jody Scheckter is de opdracht volbracht: in zijn eerste seizoen bij Ferrari pakt hij meteen de titel. In 1980 zal hij met de tegenvallende nieuwe wagen slechts een onbeduidend rolletje spelen en aan het eind van het jaar zal ook hij de Formule 1 vaarwel zeggen. Scheckter is voor lange tijd de laatste wereldkampioen voor Ferrari. Pas 21 jaar later, in 2000, zal hij in de persoon van Michael Schumacher een opvolger krijgen.