Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

1 mei 1951

Op deze dag wordt Geoff Lees geboren. De Brit neemt tussen 1978 en 1982 op beperkte schaal deel aan enkele Formule 1-wedstrijden, doorgaans als invaller, zonder echter opzienbarende resultaten te boeken. Uit zijn twaalf kwalificatiepogingen weet hij vijf starts te puren: West-Duitsland 1979 in een Tyrrell (waar hij met een zevende plaats zijn beste resultaat scoort), Zuid-Afrika 1980 in een Shadow (meteen de laatste start ooit voor het team), Nederland 1980 in een Ensign, Canada 1982 in een Theodore en Frankrijk 1982 in een Lotus (als invaller voor Nigel Mansell).

Ondanks dat hij in 1981 de Europese Formule 2-titel pakt, levert hem dit geen verdere interesse op van de Formule 1-teams, waardoor zijn carrière in deze richting op een dood spoor uitloopt. De Brit zoekt vervolgens zijn heil in Japan, waar hij wel – en met succes – aan de bak komt in Formule 2 en sportwagenracerij. Hij neemt ook verschillende keren deel aan de 24 Uren van Le Mans.




SDG

2 mei 1999

Op het circuit van Imola wordt de Grote Prijs van San Marino verreden, de derde race van het seizoen en de eerste Europese wedstrijd op de kalender. McLaren-rijders Mika Häkkinen en David Coulthard bezetten net zoals in de eerste twee races in Australië en Brazilië de eerste startrij, doch de Ferrari van Michael Schumacher klokt in de trainingen de derde tijd, op slechts een fractie van een seconde van de twee zilvergrijze bolides. Bij de start zijn de McLarens hoe dan ook het snelste weg, voor Schumacher en de tweede Ferrari van WK-koploper Eddie Irvine, terwijl Jacques Villeneuve (BAR) niet van zijn startplaats weggeraakt. Voor de Canadese wereldkampioen van 1997 zit de race er al meteen op, waardoor nieuwkomer BAR, dat zo al geen florissant seizoensbegin kende, ook hier op Europese bodem verder blijft aanmodderen.

Vooraan neemt Häkkinen soeverein het commando en de Fin lijkt op weg naar een nieuwe zege, tot hij na zeventien ronden bij het opkomen van het rechte stuk voor start en finish op de curbstones spint en in de muur crasht. Na deze verrassende uitval van de wereldkampioen neemt David Coulthard de leiding over. Doch Michael Schumacher volgt op korte afstand en kan van de tankstops profiteren om naar de eerste plaats op te rukken. De Duitse Ferrari-coureur wordt niet meer bedreigd, temeer daar zijn Schotse rivaal de aansluiting verliest bij het dubbelen van achterblijvers, en bezorgt zo de Scuderia voor het eerst sinds Patrick Tambay in 1983 nog eens de overwinning in Imola.

Coulthard pakt de tweede plaats, terwijl Eddie Irvine – met motorpech – en Heinz-Harald Frentzen (Jordan) – die uitglijdt op het oliespoor dat Irvine achterlaat – in de slotfase nog uitvallen. Rubens Barrichello (Stewart) kan hiervan profiteren om de laatste podiumplaats te scoren, voor Damon Hill (Jordan), Giancarlo Fisichella (Benetton) en Jean Alesi (Sauber). Barrichello draagt na de race zijn derde plaats op aan Ayrton Senna, vijf jaar na de tragische gebeurtenissen op dezelfde omloop hier in Imola. Bij BAR neemt de Fin Mika Salo de plaats in van de gekwetste Ricardo Zonta. Hoewel hij kort voor het einde nog met pech stilvalt, wordt hij nog als zevende geklasseerd, net buiten de punten. Na hem finishen enkel nog de Minardi's van Luca Badoer en Marc Gené.

In de WK-stand neemt Michael Schumacher door zijn overwinning meteen de koppositie over, voor Irvine, Häkkinen en Frentzen. Ook bij de constructeurs leidt Ferrari de dans, voor McLaren en Jordan.


gloudiesaurus

Wat gaat de tijd toch snel, alweer 14 jaar geleden  :)
Wat blijven ze mooie de West McLaren's....
GPPits.net: als Formule 1 een passie is

Franky R.

Citaat van: gloudiesaurus op 02 mei 2013 - 12:26:29
Wat gaat de tijd toch snel, alweer 14 jaar geleden  :)
Wat blijven ze mooie de West McLaren's....
Hmja, maar de Marlboro-McLarens blijven het mooist... ;)

SDG

3 mei 1992

Nigel Mansell (Williams) wint in Barcelona de Grote Prijs van Spanje. De race, die omwille van de Olympische Spelen die later dat jaar in de Catalaanse hoofdstad georganiseerd worden officieus ook de titel 'Olympische Grote Prijs' meekrijgt, wordt gereden in regenachtige omstandigheden. Het weerhoudt Mansell er niet van om van start tot finish aan de leiding te rijden en zo zijn vierde overwinning in evenveel wedstrijden in 1992 te boeken.

Michael Schumacher (Benetton), die naast Mansell als tweede vertrekt – het is de eerste start van op de eerste rij voor de Duitser – finisht ook als tweede in de race, meteen zijn beste resultaat uit zijn nog jonge Formule 1-carrière. Mansell's teamgenoot Patrese, tweede in de voorgaande drie Grote Prijzen, rukt aanvankelijk ook hier op naar de tweede positie, tot hij net als een groot aantal andere rijders uit de wedstrijd crasht. Dat doet verrassend ook regenspecialist Ayrton Senna (McLaren). De wereldkampioen bezwijkt twee ronden voor het einde onder de druk van Jean Alesi (Ferrari), die hier in de regen de handicap van de zwakke Ferrari F92A weet te omzeilen en de derde podiumplaats pakt. De resterende punten zijn voor Gerhard Berger (McLaren), Michele Alboreto (Arrows) en Pierluigi Martini (Scuderia Italia).

Twee coureurs maken in Barcelona hun eerste optreden in een Formule 1-weekend: de Brit Damon Hill, zoon van oud-wereldkampioen Graham, vervangt bij Brabham de voor bewezen diensten bedankte Giovanna Amati en bij Andrea Moda komt een andere Brit, Perry McCarthy, voor het eerst in actie. Geen van beiden kan zich vooralsnog echter kwalificeren. McCarthy's debuut strandt reeds in de prekwalificaties, wanneer zijn wagen na exact achttien meter de geest geeft. In de WK-stand leidt Nigel Mansell nog steeds met het maximum van de punten (40 op 40), voor Patrese (18) en Schumacher (17). De Spaanse Grote Prijs verhuist vanaf 1992 ook definitief terug naar het voorjaar.


SDG

9 mei 1982

De Formule 1-gemeenschap verkeert op de dag van de Belgische Grote Prijs op het circuit van Zolder nog steeds in shock na het dodelijke ongeval van Ferrari-coureur Gilles Villeneuve, daags voordien tijdens de trainingen. De Canadese vice-wereldkampioen van 1979 verongelukt bij het verkeerd inschatten van een inhaalmaneuver op Jochen Mass (March), waarbij beide auto's elkaar raken en de Ferrari enkele keren over de kop slaat. Door de klap worden de veiligheidsgordels losgerukt, waardoor de ongelukkige coureur uit de cockpit geslingerd wordt en in de vanghekkens belandt. Villeneuve wordt nog in allerijl naar het ziekenhuis getransporteerd, waar hij in de loop van de avond echter zal overlijden.

Maar het circus moet doorgaan en dus is er op zondag 'gewoon' een race. Ferrari trekt tweede coureur Didier Pironi terug uit de wedstrijd als teken van rouw, waardoor ironisch genoeg de niet-gekwalificeerde Mass aan de wedstrijd kan deelnemen. De Duitse veteraan, die beseft dat een weigering kan gezien worden als een soort van schuldbekentenis, accepteert de geboden kans onmiddellijk. Na de controversiële Grote Prijs van San Marino, waar een groot deel van de teams niet opdaagde, is het deelnemersveld hier in Zolder weer op volle sterkte. Een standje van de sponsors en een ultimatum van BMW aan Brabham, dat eist dat het team de Beierse turbokrachtbron met onmiddellijke ingang opnieuw in de races inzet, doen uiteindelijk iedereen naar het Limburgse circuit trekken. Bij Williams bestuurt de Brit Derek Daly voor de rest van het seizoen de tweede wagen.

De beide Renault-turbo's van Alain Prost en René Arnoux bezetten ook hier weer de eerste startrij en het is Arnoux die ook de beste start heeft, maar van op de tweede startrij komt Keke Rosberg (Williams) opzetten, die zich tussen beide Renaults wringt. De beide Franse wagens worden echter nu ook weer geplaagd door betrouwbaarheidsproblemen: na een paar ronden al valt Arnoux vooraan weg met turbopech en zijn teamgenoot Prost ondergaat kort nadien hetzelfde lot. Hij zal de wedstrijd uitrijden, zij het op grote achterstand.

Zo neemt Rosberg vooraan het commando over, gevolgd door Niki Lauda (McLaren) en Andrea de Cesaris (Alfa Romeo). Nadat Lauda met bandenproblemen gas moet terugnemen en De Cesaris halverwege met pech uit de race verdwijnt, lijkt de Fin hier in Zolder op weg naar zijn eerste Formule 1-zege. Tot ook hij problemen krijgt, met de remmen. Vanuit de achtergrond komt zo de tweede McLaren van John Watson opzetten en de Noord-Ier nadert zienderogen op de koploper. Een crash van Daly een tiental ronden voor het einde – die Watson verkeerdelijk voor Rosberg aanziet en waardoor hij even het tempo laat zakken – geeft Rosberg kort weer wat respijt, maar eenmaal hij zijn vergissing ingezien heeft, zet Watson opnieuw voluit de achtervolging in. Tot in de voorlaatste ronde kan Rosberg standhouden, waarna hij alsnog de koppositie kwijtspeelt.

Watson wint zo uiteindelijk, voor Rosberg. Doordat Lauda gediskwalificeerd wordt omdat zijn auto onder het minimumgewicht zit, gaat de derde plaats naar Eddie Cheever (Ligier). De resterende punten zijn voor Elio de Angelis (Lotus), Nelson Piquet (Brabham) en Chico Serra (Fittipaldi). Voor titelverdediger Piquet is het pas de eerste puntenfinish van het seizoen, terwijl het Fittipaldi-team voor de laatste keer in zijn bestaan een WK-punt scoort. Aan het eind van het seizoen zal het team de boeken dichtklappen.

In de WK-stand blijft Alain Prost door zijn zege in de eerste twee races van het seizoen nog steeds koploper met 18 punten, doch Watson nadert nu tot op één punt. Bij de constructeurs neemt McLaren de koppositie over van Renault.



Keke Rosberg komt net te kort voor de zege

SDG

10 mei 1970

In de straten van Monaco wordt de derde Grote Prijs van het seizoen 1970 verreden. Ondanks zijn brandwonden die hij bij een zware crash in de startronde van de vorige race in Spanje opliep, is Jacky Ickx (Ferrari) gewoon van de partij in het prinsbisdom. March van zijn kant brengt een jonge belofte voor de eerste keer aan de start van een Formule 1-race: de Zweed Ronnie Peterson.

Bij het Britse merk kijkt men echter vooral uit naar de prestatie van titelverdediger Jackie Stewart, die in Spanje March zijn eerste zege ooit bezorgde en hier in Monaco van bij aanvang van het weekend op weg lijkt om die prestatie te herhalen. De Schot pakt de pole en is ook als snelste weg, voor Chris Amon (March), Denny Hulme (McLaren) en Jack Brabham (Brabham). Zevenentwintig ronden lang leidt Stewart soeverein, tot een motorprobleem hem ver terugwerpt. Jack Brabham, die intussen naar de tweede plaats opgerukt is, neemt de kop over en de nestor van de Formule 1 lijkt op weg naar zijn tweede zege in drie wedstrijden, zeker nadat ook Amon met pech wegvalt.

Vanuit de achtergrond komt echter Jochen Rindt opzetten. De Oostenrijker, die hier in Monaco weer teruggrijpt naar de oude Lotus 49, nadert in de eindfase zienderogen op Brabham, doch de Australiër lijkt buiten schot. Tot hij in de allerlaatste bocht van de race zich verremt en Rindt vrij spel heeft om als eerste over de finish te gaan. Het is zowel voor hem als voor Lotus de eerste zege van het seizoen. Brabham kan zijn auto nog terug op de baan krijgen en wordt tweede, de resterende punten zijn voor Henri Pescarolo (Matra), Denny Hulme (McLaren), Graham Hill (Lotus) en Pedro Rodríguez (BRM). Ronnie Peterson is na hen de enige die de race weet uit te rijden, op een zevende plaats. Ondanks zijn misstap in de laatste bocht neemt Jack Brabham in de WK-stand opnieuw de leiding over van Stewart.

De Grote Prijs van Monaco van 1970 is de laatste voor de Nieuw-Zeelander Bruce McLaren, stichter van het team met dezelfde naam. Op 2 juni zal hij dodelijk verongelukken bij een testrit met een Can-Am wagen op het Britse Goodwood-circuit. Ondanks zijn dood zal de naam McLaren behouden blijven voor de autosport. Het team zal in de volgende decennia uitgroeien tot één van de meest succesvolle teams uit de hele Formule 1-geschiedenis, waarbij het qua aantal overwinningen enkel Ferrari moet voorlaten.


SDG

11 mei 2008

Op het circuit van Istanboel vindt voor het vierde opeenvolgende jaar de Grote Prijs van Turkije plaats. De race, die dit jaar voor het eerst in het voorjaar wordt verreden om de hitte van de zomermaanden te ontlopen, telt slechts 20 deelnemers in plaats van de voorziene 22, doordat het kleine Japanse Super Aguri-team in de week voorafgaand aan de race failliet gaat. Het team van oud-coureur Aguri Suzuki, dat in 2006 debuteerde in de Formule 1 en in 2007 vier punten scoorde, houdt hiermee definitief op te bestaan. Het betekent eveneens het einde van de Formule 1-carrière van rijders Takuma Sato en Anthony Davidson.

Wie in Istanboel wel van de partij is en ook iets te vieren heeft, is Rubens Barrichello. De Braziliaanse Honda-coureur rijdt dit weekend zijn 257ste Grote Prijs, waarmee hij het uit 1993 stammende record van Riccardo Patrese van de tabellen veegt. In de kwalificaties neemt zijn landgenoot Felipe Massa (Ferrari), winnaar van de vorige twee edities van de Turkse GP, alvast een optie op een nieuwe zege door naar de pole te rijden, voor de McLarens van Heikki Kovalainen – die bij de vorige race in Spanje nog zwaar crashte maar inmiddels weer fit bevonden is – en Lewis Hamilton en zijn eigen teamgenoot Kimi Räikkönen.

Bij de start is Massa ook het beste weg, terwijl in de achterhoede Giancarlo Fisichella (Force India) zich verremt en Kazuki Nakajima (Williams) in een flinke crash mee van de baan sleurt. De brokstukken nopen tot het buitenhalen van de safetycar, terwijl Kovalainen vooraan wegvalt door een lekke band; een gevolg van een touché met Räikkönen in de eerste bocht. Vooraan duelleren Massa en Hamilton om de eerste plaats en na de eerste pitstops kan een lichtere Hamilton zijn tegenstander gemakkelijk inhalen. Doordat de Brit op een andere pitstopstrategie rijdt, is zijn voorsprong echter artificieel. Bij Ferrari maakt men zich dan ook weinig zorgen: Massa kan bij Hamilton's laatste stop opnieuw comfortabel de kop overnemen en naar de zege rijden, zijn derde op rij op Turkse bodem.

Hamilton slaagt er in de strijd om de tweede plaats wel nog in om Räikkönen voor te blijven. Na hen zijn de overige punten voor de BMW's van Robert Kubica en Nick Heidfeld, de Renault van Fernando Alonso, de Red Bull van Mark Webber en de Williams van Nico Rosberg. Sebastian Vettel (Toro Rosso) haalt voor de eerste keer in 2008 de finish, zij het als zeventiende en laatste. In de WK-stand blijft titelverdediger Räikkönen op kop, voor Massa en Hamilton. Ook bij de constructeurs leidt Ferrari na vijf races in 2008 de dans, voor BMW en McLaren.


SDG

12 mei 1974

Het circuit van Nijvel (Nivelles) in Waals-Brabant ontvangt voor de tweede keer sedert 1972 de Formule 1 voor de Belgische Grote Prijs. Clay Regazzoni (Ferrari) bevestigt in de kwalificaties de goede vorm van de Scuderia door naar de pole te rijden, voor Jody Scheckter (Tyrrell), Niki Lauda (Ferrari) en 1972-winnaar Emerson Fittipaldi (McLaren).

De Zwitser neemt ook de beste start in de race, die maar liefst 31 deelnemers telt, maar Fittipaldi zit hem al snel op de hielen. Halverwege neemt de Braziliaan na een foutje van Regazzoni bij het dubbelen van achterblijvers de kop over en hij zal die niet meer afstaan. Hij wint uiteindelijk voor Lauda, Scheckter en Regazzoni, die in de slotfase door benzinepech nog naast het podium valt. Jean-Pierre Beltoise (BRM) en Denny Hulme (McLaren) pakken de laatste punten.

Drie coureurs rijden hun eerste Grote Prijs: de Fransman Gérard Larrousse – de latere teambaas van Renault en Larrousse F1 – en de Belg Teddy Pilette in een Brabham en de Welshman Tom Pryce in een Token. De Formule 1 komt in 1974 voor de laatste keer naar Nijvel; Emerson Fittipaldi – die na de race tevens de leiding in de WK-stand overneemt – blijft zo ongeslagen op het circuit.

De omloop blijft nog een tijdje in gebruik voor andere races maar wordt uiteindelijk gesloten en raakt in verval. Wat nog overblijft wordt rond de millenniumwisseling definitief gesloopt ten voordele van een bedrijventerrein. Vandaag de dag herinneren slechts vage sporen nog aan het feit dat in Nijvel ooit Formule 1-bolides het mooie weer maakten.


SDG

13 mei 1950

Op het voormalige militaire vliegveld van het Britse Silverstone wordt de eerste race gereden in wat een nieuw wereldkampioenschap voor racewagens moet worden: de 'Formule 1'. Plannen om een wereldkampioenschap op te richten bestonden reeds in de jaren dertig, maar deze verdwenen in de koelkast met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog rijpt het idee opnieuw, doch het duurt nog tot 1950 vooraleer de plannen daadwerkelijk concrete uitwerking krijgen.

Op 13 mei is het dan eindelijk zover: na verschillende officieuze wedstrijden buiten kampioenschapsverband gaat het nieuwe wereldkampioenschap echt van start met de Britse Grote Prijs. Er zijn daarnaast ook nog wedstrijden voorzien in Monaco, de V.S. (de 500 Mijl van Indianapolis), Zwitserland, België, Frankrijk en Italië. Eenentwintig piloten uitkomend voor verschillende merken nemen de start in de trainingen. Het reglement voorziet in een cilinderinhoud van maximaal 1,5 liter voor motoren met supercharger en 4,5 liter zonder supercharger.

De Alfa Romeo's domineren met hun 1,5-litermotoren de kwalificatie en bezetten ook de eerste vier plaatsen op de startgrid. De Italiaan Guiseppe Farina verovert de eerste pole uit de geschiedenis, voor zijn landgenoot Luigi Fagioli, de Argentijn Juan Manuel Fangio en de Brit Reg Parnell. Farina wordt ook de winnaar van de allereerste Formule 1-race. Na 70 ronden is hij de snelste voor Fagioli en Parnell. Fangio valt uit door motorpech, waardoor de Fransen Yves-Giraud Cabantous en Louis Rosier in hun Talbot vierde en vijfde worden. Deze vijf coureurs gaan eveneens met de punten naar huis, volgens de verdeelsleutel 8-6-4-3-2. Farina scoort nog een extra punt voor de snelste ronde in de wedstrijd. De Italiaan zal aan het einde van het seizoen ook de eerste wereldkampioen uit de geschiedenis worden.

Van het selecte kransje piloten dat deelneemt aan de allereerste Grote Prijs uit de Formule 1-geschiedenis is vandaag de dag niemand meer in leven. De Brit Joe Fry sterft als eerste al op 29 juli 1950 in een heuvelklimrace; de Zwitser Toulo de Graffenried als laatste op 22 januari 2007, op 92-jarige leeftijd.



SDG

#745
14 mei 2006

Titelverdediger Fernando Alonso (Renault) wint op het Circuit de Catalunya in Barcelona de Grote Prijs van Spanje. Het is voor de Spanjaard de eerste overwinning voor eigen publiek en hij is meteen ook de eerste Spanjaard tout court die op eigen bodem de zege behaalt. Alonso pakt in de kwalificaties tevens de pole, voor zijn teamgenoot Giancarlo Fisichella en de Ferrari's van Michael Schumacher en Felipe Massa. Beide Renaults nemen ook de beste start, voor de beide Ferrari's en Kimi Räikkönen, die een bliksemstart maakt van op de negende plaats. In schril contrast staan de prestaties van zijn teamgenoot Juan-Pablo Montoya, die al vroeg uit de race verdwijnt na een spin. De dagen van de Colombiaan in de Formule 1 zijn bijna geteld.

Vooraan heeft Alonso het druk met het dubbelen van achterblijvers, doch Schumacher kan hier deze keer niet van profiteren bij de pitstops. Enkel Fisichella gaat voor de bijl, maar Alonso is buiten bereik. De zege van de wereldkampioen is nooit echt in gevaar en hij behaalt zijn derde zege van het seizoen, voor Schumacher en Fisichella. Massa, Räikkönen, de Honda's van Jenson Button en Rubens Barrichello en de BMW/Sauber van Nick Heidfeld pakken de rest van de punten. In de WK-stand heeft Alonso nu 54 punten, tegenover 39 voor Schumacher en 27 voor Räikkönen.


SDG

#746
17 mei 1987

Op de omloop van Spa-Francorchamps vindt de Grote Prijs van België plaats, de derde race van het lopende seizoen. De Williams-Honda's van Nigel Mansell en Nelson Piquet bezetten de eerste startrij, voor de Lotus-Honda van Ayrton Senna en de Ferrari's van Gerhard Berger en Michele Alboreto. Ondanks de voor Spa zo typische regen, die op vrijdag en zaterdag rijkelijk naar beneden plenst, zal het op de wedstrijddag droog blijven, zodat de race in normale omstandigheden kan plaatsvinden.

Normaal kan het wedstrijdbegin echter allesbehalve genoemd worden. Mansell neemt de beste start, voor Senna en Piquet. Thuisrijder Thierry Boutsen (Benetton-Ford) is minder fortuinlijk: vlak na de eerste doortocht breekt zijn achterophanging, waardoor zijn wedstrijd al voorbij lijkt. Doch hij wordt gered door een gigantische klapper in de achterhoede van het peloton in de tweede ronde, vlak na het uitkomen van de Raidillon, wanneer Philippe Streiff (Tyrrell-Cosworth) crasht en zijn teamgenoot Jonathan Palmer hem niet meer kan ontwijken. Beide auto's worden tot schroot herleid, maar beide rijders komen gelukkig met de schrik vrij. De brokstukken over de hele breedte van de baan nopen de organisatoren echter tot het afbreken van de race.

Doordat er nog geen twee ronden gereden zijn, mag iedereen opnieuw aan de herstart deelnemen. Enkel Palmer, die de reservewagen aan zijn teamgenoot Streiff moet laten, ontbreekt op het appel. Bij de tweede start neemt Senna echter een bliksemstart en schiet van op de tweede rij naar de koppositie, gevolgd door Mansell en Piquet. Mansell wil zo snel mogelijk terug de kop, die hij door de herstart verloor, overnemen en plaatst nog in de eerste ronde zijn aanval, waarbij hij Senna buitenom wil passeren. Beide wagens raken elkaar echter en schuiven in de grindbak. De race van Senna zit er meteen op. Mansell kan zijn weg nog verderzetten, doch de Brit heeft zijn wagen beschadigd en zal uiteindelijk ook de strijd moeten staken.

Piquet leidt nu de race, doch de ene topper na de andere zal op korte tijd uitvallen met technische problemen. Nadat zowel Piquet, Berger, Alboreto als Boutsen uit de wedstrijd verdwenen zijn, rijdt wereldkampioen Alain Prost (McLaren-TAG) nu aan de leiding, voor de Benetton van Teo Fabi en de tweede McLaren van Stefan Johansson. Nadat ook Fabi vooraan nog het veld moet ruimen, staat er McLaren niets meer een dubbelzege in de weg. Andrea de Cesaris (Brabham-BMW) wordt ondanks benzinepech in de laatste ronde knap derde, voor Eddie Cheever (Arrows-Megatron), Satoru Nakajima (Lotus-Honda) en René Arnoux (Ligier-Megatron). Zowel voor Arnoux als Ligier is het de enige puntenscore van het seizoen.

Bij McLaren zijn er na afloop van de race echter niets dan blije gezichten waar te nemen. Prost wint zijn 27ste Grote Prijs, waarmee hij op de ranglijst aller tijden op gelijke hoogte komt met Jackie Stewart, en deelt zijn naaste concurrenten voor de titel een stevige tik uit. De Fransman neemt opnieuw de kop over in de WK-stand, waarin zijn eigen teamgenoot Stefan Johansson nu zelfs de tweede plaats bekleedt. De rest van de topteams, Williams en Lotus op kop, likken hun wonden. De Belgische Grote Prijs wordt in 1987 voor het laatst in het voorjaar verreden. Vanaf het volgende jaar verhuist de wedstrijd definitief naar het einde van de zomer op de kalender.


Super Seb

Hier zit iemand met bewondering je stukjes te lezen. Klasse!
"Keep calm and ignore Multi-21....."

SDG

18 mei 2003

De A1-Ring in Spielberg ontvangt traditiegetrouw het Formule 1-circus voor de Grote Prijs van Oostenrijk. Vijfvoudig wereldkampioen Michael Schumacher (Ferrari) heeft na een moeizaam seizoensbegin de vorm opnieuw te pakken, want na overwinningen in de twee voorgaande races neemt hij ook hier alvast de beste uitgangspositie door van polepositie te vertrekken, voor WK-leider Kimi Räikkönen (McLaren).

Na een moeizame startprocedure, die twee keer overgedaan moet worden omwille van een falende launch control bij Cristiano da Matta (Toyota), neemt de titelverdediger de bestestart, voor Juan-Pablo Montoya (Williams) en Räikkönen. Jos Verstappen (Minardi) verdwijnt al in de eerste ronde uit de race, eveneens door een haperende launch control, die de safety car doet uitrukken. Na de herstart behoudt Scumacher de leiding, doch zijn pitstop loopt helemaal in het honderd wanneer er een brandje uitbreekt bij het bijtanken. Ondanks de commotie kan de Duitser zijn weg gewoon verderzetten. Al snel neemt hij Räikkönen te grazen en op hetzelfde moment beëindigt motorpech een veelbelovende race voor Montoya.

Schumacher geeft zijn tegenstanders nog even hoop wanneer hij uitglijdt op een oliespoor uitgesmeerd door de Renault van Fernando Alonso, maar uiteindelijk is er tegen de titelverdediger vandaag geen kruid gewassen. Hij heeft zijn derde overwinning op rij niet kado gekregen, maar dat maakt zijn prestatie vandaag juist zo uitzonderlijk. Räikkönen finisht als tweede, op een zucht gevolgd door de tweede Ferrari van Barrichello. Jenson Button (BAR), David Coulthard (McLaren), Ralf Schumacher (Williams), Mark Webber (Jaguar) en Jarno Trulli (Renault) pakken de overige punten. In de WK-stand nadert Schumacher tot op twee punten van Räikkönen.

De Formule 1 komt in 2003 voor de laatste keer naar Oostenrijk. Nadien wordt de infrastructuur volledig gesloopt in het kader van een renovatie, die echter wordt stilgelegd omwille van milieuklachten door omwonenden. De toekomst van het circuit ziet er een hele tijd hopeloos uit, tot de nieuwe eigenaar Red Bull de omloop uiteindelijk in zijn oorspronkelijke staat herstelt. In 2011 opent de hernieuwde Red Bull Ring feestelijk zijn deuren. Momenteel is de DTM de grootste publiekstrekker op het circuit. Hoewel Dieter Mateschitz verklaart dat hij voorlopig geen intentie heeft om de Formule 1 terug naar Oostenrijk te halen, blijven vele fans de vingers kruisen voor een eventuele terugkeer van de omloop op de kalender.



SDG

20 mei 1973

In een zoektocht naar een nieuwe thuis voor de Belgische Grote Prijs, nadat de razendsnelle omloop van Spa niet langer geschikt beschouwd wordt, strijkt het Formule 1-circus in 1973 voor het eerst in het Limburgse Zolder neer. Ondanks de grondige facelift die het circuit ondergaan heeft voor zijn Formule 1-vuurdoop, zijn er van bij aanvang niets dan negatieve geluiden te horen. De asfaltlaag blijkt immers al snel de krachten die uitgeoefend worden door de bolides niet aan te kunnen en overal verschijnen barsten in het wegdek. Even overweegt men zelfs de race maar helemaal af te gelasten, maar na enkele inderhaast uitgevoerde onderhoudswerken kan het Grand Prix-weekend uiteindelijk toch zoals gepland doorgaan.

Ronnie Peterson (Lotus) verovert in de kwalificaties uiteindelijk de beste uitgangspositie, voor Denny Hulme (McLaren), Jacky Ickx (Ferrari) en François Cevert (Tyrrell). Peterson gaat ook als leider de eerste bocht in, maar na twee ronden al neemt Cevert de kop van de wedstrijd over. De Fransman lijkt op weg naar zijn tweede zege uit zijn Formule 1-carrière, tot hij op het slechte wegdek spint en zijn vanuit de achtergrond sterk naar voren opgerukte teamgenoot Jackie Stewart moet voorlaten. De Schot laat zich niet meer verrassen en wint voor zijn Franse teamgenoot. Titelverdediger Emerson Fittipaldi, aanvankelijk in duel met Stewart, valt nog ver terug en finisht uiteindelijk als derde op bijna een volle ronde. Na hem zijn de overige punten voor Andrea de Adamich (Brabham), Niki Lauda (BRM) en Chris Amon (Tecno). Voor Lauda zijn het de eerste punten uit zijn Formule 1-carrière.

Met de tweede dubbelzege van het lopende seizoen neemt Tyrrell in het constructeurs-WK voor het eerst de leiding over van Lotus. Bij de rijders leidt Fittipaldi nog steeds het klassement, doch Stewart nadert met deze nieuwe zege tot op zeven punten van de regerend wereldkampioen. Ondanks deze moeizame start zal de omloop van Zolder vanaf 1975 de vaste thuisstek worden voor de Belgische Grote Prijs tot en met 1982. Na nog een laatste passage in 1984 verhuist de wedstrijd vanaf 1985 opnieuw definitief terug naar Spa.