Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

24 oktober 1976

Voor de laatste Grote Prijs van het seizoen 1976 trekt de Formule 1 voor de allereerste keer in de geschiedenis naar Japan. Plaats van gebeuren is het Mount Fuji-circuit, waar tevens de titel na een controversieel en dramatisch seizoen beslist zal worden. Na de diverse diskwalificaties en rehabilitaties van James Hunt (McLaren), het bijna fatale ongeluk van titelverdediger Niki Lauda (Ferrari) op de Nürburgring en zijn miraculeuze terugkeer vijf weken later op Monza, voert de Oostenrijker voorafgaand aan de slotrace nog steeds de WK-stand aan, maar zijn voorsprong is inmiddels geslonken tot drie punten. In de kwalificaties doet Hunt alvast de beste zaak, door de tweede trainingstijd te rijden na Mario Andretti (Lotus), terwijl Lauda vlak achter hem op de derde startplaats staat. Op de dag van de race regent het echter bijzonder hard, wat verstrekkende gevolgen zal hebben in de titelstrijd. Lauda, die in augustus nog de dood voor ogen zag, besluit in de danteske weersomstandigheden het lot niet verder te tarten en geeft na amper twee ronden vrijwillig op, waardoor Hunt, die bij de start de leiding neemt, vrij spel heeft. De Brit krijgt de zege en de titel echter niet zomaar cadeau: wanneer het stopt met regenen en de baan begint op te drogen, neemt Hunt gas terug om zijn banden te sparen, doch het kan niet verhinderen dat hij enkele ronden voor de finish lek rijdt en zodoende naar de pits moet. Hierdoor valt hij naar de vijfde plaats terug, waardoor Lauda op dat moment alsnog wereldkampioen is. Met de moed der wanhoop vecht Hunt zich de laatste ronden opnieuw een weg naar voren, waarbij hij Alan Jones (Surtees) en Clay Regazzoni (Ferrari) nog weet te passeren, wat hem in de race de derde plaats oplevert achter de uiteindelijke winnaar Andretti en Patrick Depailler (Tyrrell). Hunt is in alle commotie uit het oog verloren op welke plaats hij precies rondrijdt en na de finishvlag verkeert hij even in de waan dat hij net naast de titel gegrepen heeft. Een dolgelukkige McLaren-pitcrew bezorgt hem bij zijn aankomst in de pits echter het verlossende woord: James Hunt is wereldkampioen 1976, met één punt voorsprong op Niki Lauda. Ferrari pakt nog de constructeurstitel als troostprijs. Eén van de meest sensationele en meest tot de verbeelding sprekende seizoenen uit de Formule 1-geschiedenis komt hiermee ten einde.



SDG

25 oktober 1992

Riccardo Patrese (Williams) wint in Suzuka de Grote Prijs van Japan. De Italiaan, die het hele seizoen lang in de schaduw staat van zijn kopman Nigel Mansell, die met grote overmacht de titel pakt, scoort hiermee zijn eerste en enige overwinning van het seizoen. De Britse wereldkampioen leidt ook hier het grootste deel van de race, tot hij vrijwillig opzij gaat voor Patrese. Nadien vecht hij met zijn teamgenoot nog voor de vorm een klein duel uit, dat beëindigt wordt wanneer de motor van Mansell's auto stukgaat. Door zijn zege pakt Patrese, met nog één race te gaan, opnieuw de tweede plaats in de WK-stand. Gerhard Berger (McLaren) finisht als tweede, Martin Brundle (Benetton) wordt derde. De Japanse Grote Prijs kent één bijzonder opvallende naam op de deelnemerslijst: de Nederlander Jan Lammers, die voor het laatst op de startgrid stond bij de Nederlandse Grand Prix van 1982 en nu, na een onderbreking van meer dan tien jaar, een verrassende comeback maakt bij het March-team. Lammers rijdt ook nog de slotrace van het seizoen in Australië; plannen om aan zijn comeback in 1993 een verder vervolg te geven stranden doordat March kort voor de start van het seizoen failliet gaat.



Jan Lammers keert na een onderbreking van tien jaar terug in de Formule 1

SDG

26 oktober 1997

In het Spaanse Jerez, dat te elfder ure het Porugese Estoril op de kalender vervangt, wordt de slotrace van het seizoen 1997 verreden onder de noemer Grote Prijs van Europa. Voorafgaand aan de wedstrijd zijn er nog twee kandidaten op de wereldtitel: Michael Schumacher (Ferrari), met 78 punten, en Jacques Villeneuve (Williams-Renault), die na zijn diskwalificatie in de Japanse Grote Prijs op één puntje volgt. Een bloedstollende kwalificatiesessie laat nog steeds alle vragen onbeantwoord: zowel Villeneuve, Schumacher als tweede Williams-man Heinz-Harald Frentzen rijden tot op een duizendste van een seconde exact dezelfde tijd. Doordat Villeneuve zijn tijd als eerste neerzet, mag hij echter op de polepositie starten. Hij kan echter niet verhinderen dat de Duitse Ferrari-kopman bij de start als eerste de eerste bocht induikt en meteen een kleine kloof slaat. Villeneuve komt echter naarmate de race vordert alsmaar beter in de wedstrijd en nadert zienderogen op de Ferrari. Op een twintigtal ronden van het einde plaatst de Canadees zijn beslissende inhaalmaneuver, waarop Schumacher echter prompt reageert door opzettelijk de deur dicht te gooien. Het is duidelijk dat de Duitser het wereldkampioenschap mits een aanrijding wil beslissen, doch de Ferrari-rijder valt zelf in de put die hij voor Villeneuve gegraven heeft: terwijl de Williams zijn weg kan vervolgen, moet Schumacher ter plaatse opgeven. Villeneuve leidt nu de race, voor de beide McLaren-Mercedes rijders David Coulthard en Mika Häkkinen. Twee ronden voor het einde van de race wisselen beide rijders op aangeven van de teamleiding van positie en in de laatste ronde passeert Häkkinen Villeneuve. De Fin behaalt zo na 96 Grote Prijzen eindelijk zijn eerste Formule 1-zege. Coulthard maakt er nog een dubbelzege van voor het team van Ron Dennis en Villeneuve wordt derde. Jacques presteert daarmee in zijn tweede Formule 1-seizoen wat zijn vader Gilles nooit vermocht: wereldkampioen worden. De resterende punten zijn voor de afscheidnemende Gerhard Berger (Benetton-Renault), Eddie Irvine (Ferrari) en Frentzen. Naast Berger houden ook de Japanner Ukyo Katayama en de Argentijn Norberto Fontana na deze race de Formule 1-voor gezien, die tevens ook voor de laatste keer in Jerez passeert. Het is voorlopig ook de laatste race dat de Formule 1-bolides op slicks staan. Vanaf 1998 zullen ook bij droog weer profielbanden ingezet worden, een regel die van kracht blijft tot en met 2008, waarna de slicks opnieuw hun intrede zullen doen. Het incident in de race krijgt voor Ferrari en Michael Schumacher nog een bittere nasmaak, wanneer de FIA enkele weken later de Duitser uit de eindklassering van het WK schrapt (evenwel met behoud van alle zeges en punten). Heinz-Harald Frentzen wordt zo tweede in de eindstand, David Coulthard en Jean Alesi (Benetton) zijn ex-aequo derde. Bij de teams pakt Williams eveneens de titel, voor Ferrari en Benetton.



Enzo

Ik kan niet geloven dat dit alweer 15 jaar geleden is. Ik kan het me nog goed herinneren...

Kootje

Het incident wel, de race zelf nauwelijks.

0634

Ik wel. Van begin tot end. Zelfs de kwali, met de drie gelijke tijden. Alles weet ik nog.

Kootje

#591
Citaat van: Jeroen op 27 oktober 2012 - 09:51:49
Ik wel. Van begin tot end. Zelfs de kwali, met de drie gelijke tijden. Alles weet ik nog.

Dat van die kwali kan ik me ook nog wel herrinneren, maar dan meer dat dat ooit was voorgekomen.
Niet direct dat dat bij deze bewuste race zo was. :-\

Matthijs

Ik weet nog dat Hill in de Arrows het snelste was in de kwali, maar in de laatste bocht even werd opgehouden. Werd nog heel netjes vierde op enkele honderdsten achter de pole. Dit bijzondere feit is ondergesneeuwd doordat er drie coureurs dezelfde tijd reden.

SDG

27 oktober 1963

Jim Clark (Lotus-Climax) wint in Mexico-stad de Grote Prijs van Mexico, de negende en voorlaatste race van het seizoen. De Schot, die al lang wereldkampioen is, pakt de pole en rijdt vervolgens naar zijn zesde zege van het seizoen. Jack Brabham (Brabham) finisht als tweede, Richie Ginther (BRM) wordt derde, uittredend wereldkampioen Graham Hill (ook BRM) vierde. De Mexicaan Moisés Solana is in deze race de enige Formule 1-rijder die ooit in een Grand Prix van start gaat met het nummer 13. Veel geluk levert het hem niet op: hij valt een paar ronden voor het einde uit met motorpech, maar wordt nog als allerlaatste geklasseerd.



SDG

30 oktober 1988

Ayrton Senna (McLaren-Honda) wint in Suzuka de Grote Prijs van Japan en kroont zichzelf daarmee tot wereldkampioen Formule 1. Voor de Braziliaan is het zijn eerste titel, die hij in 1988 behaalt na een lang en moeizaam duel met zijn Franse teamgenoot Alain Prost. Senna pakt in de kwalificaties zijn twaalfde polepositie van het seizoen, voor Prost, maar veel profijt haalt hij daar niet uit omdat hij slechts met moeite van zijn startplaats weggeraakt en pas in het middenveld de eerste bocht aansnijdt. Terwijl de Braziliaan aan een onstuitbare remonte begint, voeren Prost en Ivan Capelli (March-Judd) vooraan het veld aan. De Italiaan is de revelatie van de race en weet ondanks de beperkingen van zijn atmosferische krachtbron moeiteloos gelijke tred te houden met Prost en deze op het rechte stuk bij start en finish zelfs even achter zich te laten. Maar Capelli, die de wedstrijd niet zal uitrijden, moet zich uiteindelijk gewonnen geven, net als Prost, die zoals iedereen voor de bijl gaat: tegen Senna is vandaag geen kruit gewassen. De Braziliaan rijdt op een door de regen stilaan nat wordende baan naar zijn achtste seizoenszege, een nieuw record, en pakt daarmee ook de titel. Prost wordt tweede, Thierry Boutsen (Benetton-Ford) is 'best of the rest'. Bij het Franse Larrousse-team maakt de Japanner Aguri Suzuki zijn Formule 1-debuut.


SDG

#595
1 november 2009

In Abu Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten, wordt de slotwedstrijd van het seizoen 2009 verreden. De race, die voor de eerste keer georganiseerd wordt, vindt plaats op het gloednieuwe en fabelachtige Yas Marina Circuit, ontworpen door de onvermijdelijke Hermann Tilke. De omloop, die enkele lange rechte stukken bevat, afgewisseld met meer bochtige gedeeltes, wordt tevens gekenmerkt door de originele lay-out van de pitstraat – met een tunneltje onder het circuit bij het buitenrijden van de pits, het luxueuze en futuristisch ogende Yas Marina Hotel dat bovenop de omloop gebouwd is en waar de wagens dus onderdoor rijden, en het aparte tijdstip waarop de race plaatsvindt, bij avondschemering. Dit betekent dat de race bij daglicht van start gaat en bij kunstlicht beëindigd wordt. Voor het circuit, dat gelegen is op een kunstmatig aangelegd eiland, vlakbij een jachthaven, wordt dan ook snel de term 'Monaco van het Midden-Oosten' bovengehaald.

Doordat Jenson Button (Brawn) bij de vorige race in Brazilië al de titel pakte, dient enkel nog de strijd om de ereplaatsen beslecht te worden. Uittredend wereldkampioen Lewis Hamilton pakt de laatste pole van het seizoen, voor het Red Bull-tweetal Sebastian Vettel en Mark Webber. De jonge Brit duikt ook als leider de eerste bocht in, maar slaagt er niet in om beide Red Bulls van zich af te schudden. Achter hen rijdt Kamui Kobayashi, invaller voor Timo Glock bij Toyota, een dijk van een race. De Japanner remt in zijn pas tweede Grand Prix kersvers wereldkampioen Jenson Button koudweg uit en geeft zo meteen een prima visitekaartje af in zijn zoektocht naar een stoeltje voor 2010. Ondertussen heeft vooraan Vettel de leiding overgenomen na de pitstops en het ziet er voor de Duitser nog beter uit wanneer Hamilton met een remdefect moet opgeven. Voor de wereldkampioen van 2008 is het pas de eerste keer in zijn Formule 1-carrière dat hij door een technisch mankement uitvalt. Webber heeft ondertussen de handen vol aan Button, die naar de derde plaats opgerukt is. Ondanks hevig aandringen van Button in de laatste ronden weet de Australiër zijn tweede plaats te behouden, na Vettel, die zijn vierde zege van het seizoen behaalt en zo meteen ook vice-wereldkampioen wordt. Rubens Barrichello (Brawn), die derde eindigt in de eindstand van het WK, finisht als vierde, de laatste punten van 2009 zijn voor Nick Heidfeld (BMW-Sauber), het Toyota-duo Kamui Kobayashi/Jarno Trulli en Sébastien Buemi (Toro Rosso). Bij de constructeurs is Brawn kampioen, voor Red Bull, McLaren en Ferrari.

De Formule 1 neemt in Abu Dhabi afscheid van BMW, Giancarlo Fisichella, oud-wereldkampioen Kimi Räikkönen (die naar het WRC vertrekt maar in 2012 zijn comeback zal maken), Romain Grosjean (gewogen en te licht bevonden bij Renault, maar ook hij keert in 2012 terug) en Kazuki Nakajima. Ook is de Grote Prijs van Abu Dhabi de laatste race waarin bijgetankt mag worden; met ingang van 2010 worden de tankstops opnieuw afgeschaft. Enkele dagen na de race maakt Toyota bekend dat het in navolging van BMW eveneens met onmiddellijke ingang de Formule 1 verlaat. Het seizoen 2009 wordt zo toch wat in mineur afgesloten.



Het fabelachtige Yas Marina Hotel

SDG

#596
3 november 1991

In het Australische Adelaide wordt de slotwedstrijd van het seizoen 1991 verreden. Op zondag is er van de vrolijke sfeer die doorgaans rond de Australische manche van het WK hangt niet veel meer te merken wanneer de regen met bakken naar beneden valt. Ondanks de bijzonder slechte weersomstandigheden gaat de wedstrijd op het voorziene uur van start. Poleman Ayrton Senna (McLaren), die bij de vorige race in Japan zichzelf opvolgde als wereldkampioen, neemt de beste start, voor zijn teamgenoot Gerhard Berger en Nigel Mansell (Williams). Mansell weet Berger al snel van de tweede plaats te verdringen en vecht samen met Senna een duel uit voor de eer. Terwijl links en rechts wagens spinnen of in de muur crashen, weet de Braziliaan echter het hoofd koel te houden en de koppositie te behouden. Na een tijdje wordt het zelfs de regenspecialist van de Formule 1 te gortig en herhaalde keren sommeert hij bij het passeren van start en finish de wedstrijdleiding om de race stop te zetten. Na een crash van Mansell, die zijn auto met een flinke klap in de muur zet, is de maat voor iedereen vol en na 16 van de 81 ronden wordt de race afgevlagd. Doordat het weer niet meer verbetert, komt er geen herstart en geldt de doorkomst na 14 ronden als de definitieve einduitslag. Senna wordt tot winnaar uitgeroepen, voor Mansell, Berger, Nelson Piquet (Benetton), Riccardo Patrese (Williams) en Gianni Morbidelli (Ferrari) – invaller bij de Scuderia voor de ontslagen Alain Prost. Met een lengte van veertien ronden over een afstand van 52,92 kilometer en een tijd van 24 minuten en 34,989 seconden is de Australische Grote Prijs van 1991 meteen ook de kortste uit de hele Formule 1-geschiedenis. Net zoals in Spanje 1975, Oostenrijk 1975 en Monaco 1984 wordt minder dan driekwart van de totale afstand afgelegd en worden bijgevolg slechts halve punten toegekend. Drievoudig wereldkampioen Nelson Piquet, Emanuele Pirro en Alex Caffi nemen voor het laatst de start van een Grote Prijs. Ook de teams van  Modena/Lambo en Coloni nemen afscheid van de Formule 1. Bertrand Gachot, inmiddels vrijgelaten uit de gevangenis, viert bij Larrousse zijn terugkeer in het Formule 1-peloton. De Franse Belg kan zich echter niet kwalificeren.



Sabai

Zijn er ook toevallig  nog beelden van deze race?

Kootje


Matthijs

Citaat van: Kootje op 03 november 2012 - 18:42:27
Citaat van: Sabai op 03 november 2012 - 18:12:03
Zijn er ook toevallig  nog beelden van deze race?

Och jee:
 
 

De eerste link: staat gewoon een rescuewagen op het rechte stuk en de race gaat gewoon door. Wat krankzinnig. Wat als je niks ziet door de spray en er met 270(?) opknalt!