Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

28 september 2008

In de straten van het Zuid-Oost-Aziatische stadsstaatje Singapore wordt voor de allereerste keer een Formule 1-race gereden. Na Valencia is het al het tweede nieuwe stratencircuit dat in 2008 op de kalender verschijnt en nog belangrijker, het is de eerste Formule 1-race uit de geschiedenis die 's avonds bij kunstlicht wordt verreden. De eerste ronden van de race zijn een voortzetting van de titelstrijd, met poleman Felipe Massa (Ferrari) en Lewis Hamilton (McLaren) op kop van de race. De wedstrijd wordt echter helemaal op zijn kop gezet wanneer Nelson Piquet (Renault) in de muur crasht, waardoor de safetycar moet uitrukken. De koplopers maken van de neutralisatie gebruik om hun eerste pitstop uit te voeren, die voor Massa echter faliekant afloopt wanneer hij te vroeg op het gas gaat en de tankslang meesleurt, waardoor zijn race meteen zo goed als gereden is. Bij de herstart is de volgorde in de race helemaal door elkaar geschud: Nico Rosberg (Williams) ligt op kop, voor Jarno Trulli (Toyota), Giancarlo Fisichella (Force India), Robert Kubica (BMW-Sauber) en Fernando Alonso (Renault). Rosberg en Kubica krijgen een drive-through aangesmeerd omdat ze binnenkwamen toen de pits nog gesloten waren en nadat iedereen uiteindelijk getankt heeft, neemt Alonso de leiding over. De Spanjaard, die door pech in de kwalificatie in het middenveld diende te starten, maakt in de race een vroege pitstop, waardoor hij volop kan profiteren van de safetycarfase uitgelokt door de crash van zijn teamgenoot en wint zo verrassend, voor Rosberg en Hamilton. Wanneer Piquet in de zomer van 2009 in ongenade valt bij Renault, klapt hij echter uit de school en verklaart openlijk wat sommigen al een hele tijd vermoedden: Renault had de Braziliaan opgedragen om opzettelijk te crashen en een safetycarfase uit te lokken, om zo Alonso na zijn vroege pitstop te bevoordelen. Onderzoek van de telemetrie van de race bevestigt deze getuigenis. De aanstichters van het bedrog, Renault-teammanager Flavio Briatore en engineer Pat Symonds, worden door de FIA uit de Formule 1 verbannen. Laatstgenoemde zal later via een zijdeur terugkeren naar de sport als consultant van het Marussia-team.


SDG

29 september 1991

Op het Circuit de Catalunya nabij Barcelona wordt de Grote Prijs van Spanje verreden. Het is de eerste keer dat de nieuwe omloop op de Formule 1-kalender prijkt en hij zal al snel uitgroeien tot een vaste waarde, ook al omdat de teams er 's winters vaak zullen passeren voor testritten. Pole in Barcelona is voor de Oostenrijker Gerhard Berger (McLaren), maar de race zal volledig in het teken van de titelstrijd komen te staan, die nog gaat tussen Berger's teamgenoot Ayrton Senna en Nigel Mansell (Williams). Het is uiteindelijk de Brit die de race, die in wisselvallige weersomstandigheden wordt verreden, zal winnen. Dit na o.a. een historisch inhaalmanoeuvre op Senna op de rechte lijn, waarbij beide wagens slechts door enkele centimeters van elkaar gescheiden worden. Senna kent nadien een moeizame race; de titelverdediger, die mits een goed resultaat hier al wereldkampioen had kunnen worden, zal pas als vijfde finishen, na Mansell, Alain Prost (Ferrari), Riccardo Patrese (Williams) en Jean Alesi (Ferrari). Michael Schumacher (Benetton) pakt het laatste WK-punt. Bij Schumacher's oude team Jordan maakt de Italiaan Alessandro 'Alex' Zanardi zijn Formule 1-debuut. Met nog twee races te gaan behoudt Mansell dankzij zijn zege nog steeds een waterkansje op de titel. 16 punten bedraagt zijn achterstand op Senna nu.


SDG

30 september 2001

De wereldbekende omloop van Indianapolis ontvangt voor de tweede keer in de hedendaagse autosportgeschiedenis de Formule 1 binnen zijn muren. Naar de race wordt vooraf met bijzondere belangstelling uitgekeken, aangezien het het eerste massa-evenement in de Verenigde Staten is sedert de vernietigende terroristische aanslagen van 11 september. De veiligheidsvoorzieningen zijn dan ook kolossaal, met o.a. gevechtsvliegtuigen die permanent het luchtruim rondom het circuit patrouilleren. Tot ieders opluchting gebeurt er echter niets abnormaals gedurende het weekend en zodoende kan iedereen zich volop op het racen zelf concentreren, waarbij diverse teams en rijders door speciale kleurstellingen op hun wagens en helmen voor een eerbetoon aan de talloze slachtoffers zorgen. Wereldkampioen Michael Schumacher (Ferrari) rijdt in de trainingen de snelste tijd, maar in de race zelf zal hij in dienst van zijn teamgenoot Rubens Barrichello rijden, die als dank voor bewezen diensten dit seizoen volop zijn kans mag gaan. Dit is echter buiten de concurrentie van Williams en McLaren gerekend. Juan-Pablo Montoya, die op deze omloop al de befaamde Indy 500 won, wil dit kunststukje nu ook in de Formule 1 herhalen en hij lijkt een grote kanshebber op de zege, tot zijn wagen er iets na halfweg mee ophoudt. Uit de achtergrond komt vervolgens Mika Häkkinen oprukken en het zal uiteindelijk de Finse McLaren-rijder zijn die aan het langste eind trekt. De tweevoudige wereldkampioen, die zijn afscheid reeds aangekondigd heeft, behaalt zo in zijn voorlaatste Grote Prijs zijn laatste zege in de Formule 1, voor Michael Schumacher en David Coulthard (McLaren). Barrichello valt een paar ronden voor het einde ook nog uit met pech en blijft zo met lege handen achter. Jarno Trulli (Jordan), die als vierde finisht, wordt aanvankelijk gediskwalificeerd maar krijgt nadien zijn plaats terug via de groene tafel. Pech voor zijn eigen teamgenoot Jean Alesi, die aanvankelijk naar de zesde plaats doorschuift, maar zo het ene puntje dat hij in zijn tweehonderdste en – net als Häkkinen – voorlaatste race behaalt opnieuw moet inleveren.



SDG

#528
1 oktober 1989

Aryton Senna (McLaren) wint op het circuit van Jerez de Spaanse Grote Prijs. De Braziliaanse titelverdediger, die door een crash met Nigel Mansell (Ferrari) in de vorige race in Portugal zijn kansen op een verlenging van zijn titel behoorlijk zag slinken, doet hier in ieder geval wat hij moet doen: winnen. Mansell zelf wordt voor zijn aandeel in de crash en het negeren van de zwarte vlag bedacht met een schorsing voor één race, zodat Gerhard Berger als enige de eer van de Scuderia dient te verdedigen. De Oostenrijker – winnaar van de race in Portugal – doet dit evenwel met verve door na elf nulscores op rij nu voor de derde opeenvolgende keer op het podium te finishen, als tweede na Senna. WK-leider Alain Prost (McLaren) wordt derde en heeft met nog twee races te gaan nu zestien punten voorsprong op Senna. De overige punten zijn voor Jean Alesi (Tyrrell), Riccardo Patrese (Williams) en Philippe Alliot (Larrousse). Voor de Fransman en zijn team is het de enige puntenfinish van het seizoen. Tijdens de kwalificaties crasht Gregor Foitek met zijn Rial zwaar nadat zijn achtervleugel afbreekt, voor de Zwitser meteen de aanleiding om het kwakkelende team met onmiddellijke ingang te verlaten. Bij Onyx wordt Bertrand Gachot vervangen door de Fin JJ Lehto. De debutant beschaamt het in hem gestelde vertrouwen niet en weet zich, in tegenstelling tot zijn meer ervaren teamgenoot Stefan Johansson, te kwalificeren voor de race.



De zware trainingscrash van Gregor Foitek

SDG

2 oktober 1977

James Hunt (McLaren) wint de Amerikaanse Grote Prijs op het circuit van Watkins Glen. Voor de wereldkampioen, die dit jaar nooit een serieuze kandidaat was in de titelstrijd, is het zijn tweede zege van het seizoen, na zijn overwinning in zijn thuisrace op Silverstone. Hunt rijdt ook de snelste tijd in de trainingen, maar moet op een natte baan in de beginfase van de wedstrijd de Brabham van Hans-Joachim Stuck voor zich dulden. De Duitser rijdt zijn beste race uit zijn carrière, tot hij van de baan spint. Mario Andretti (Lotus) komt in de laatste ronden  nog serieus opzetten, maar Hunt haalt het uiteindelijk met klein verschil. Jody Scheckter (Wolf) wordt derde, Niki Lauda (Ferrari) vierde. De Oostenrijker heeft met deze vierde plaats meteen wiskundige zekerheid over zijn tweede wereldtitel. Het is tevens zijn laatste race voor Ferrari. Nadat zijn relatie met het team al behoorlijk verzuurd geraakt was toen bekend raakte dat hij voor 1978 voor Brabham getekend had, besluit hij met de titel op zak om het voor de laatste twee wedstrijden van het seizoen bekeken te houden. Zijn opvolger bij Ferrari staat inmiddels al klaar in de coulissen: de Canadees Gilles Villeneuve.


SDG

3 oktober 1971

François Cevert (Tyrrell) wint de Grote Prijs van de Verenigde Staten op de omloop van Watkins Glen, de slotrace van het seizoen 1971. Voor de Fransman is het zijn eerste en ook enige zege in zijn Formule 1-loopbaan. Het is de eerste zege voor een Franse rijder sedert Maurice Trintignant in 1958 zegevierde in de grote Prijs van Monaco. Cevert wint voor de Zwitser Jo Siffert (BRM) en de Zweed Ronnie Peterson (March). De beslissing in het WK was reeds een hele tijd gevallen: Cevert's ploegmaat Jackie Stewart pakt in 1971 zijn tweede wereldtitel. Het is de eerste voor Tyrrell als onafhankelijk constructeur, nadat de eerste titel van Stewart in 1969 nog met Matra behaald werd. Ronnie Peterson wordt vice-wereldkampioen, Cevert eindigt als derde in de eindstand. Het is de laatste GP-deelname voor Siffert, die drie weken later dodelijk zal verongelukken in een race buiten het kampioenschap. Cevert zelf zal twee jaar later de dood vinden op het circuit waar hij in 1971 zijn grootste triomf vierde.


SDG

4 oktober 2009

Sebastian Vettel (Red Bull) wint de Grote Prijs van Japan op het circuit van Suzuka, dat daarmee na twee edities op Fuji op de kalender terugkeert. Voor de jonge Duitser is het zijn derde zege van het seizoen, nadat hij van op polepositie vertrok. Tweede en derde in een chaotische kwalificatie die gekenmerkt wordt door verschillende crashes, zijn Jarno Trulli (Toyota) en Lewis Hamilton (McLaren), die in die volgorde ook tweede en derde aan de finish worden. WK-leider Jenson Button (Brawn) – die net als zijn teamgenoot Rubens Barrichello, Adrian Sutil (Force India) en Fernando Alonso (Renault) vijf plaatsen teruggezet wordt op de grid wegens het negeren van gele vlaggen in de kwalificatie – finisht pas als achtste, vlak na Barrichello. In de stand heeft de Brit, met nog twee races te gaan, nu 85 punten, Barrichello is tweede met 71 punten, Vettel derde met 69. Mark Webber (Red Bull) beschadigt zijn wagen in de derde vrije training zodanig zwaar dat hij niet kan deelnemen aan de kwalificatie. Hij start als laatste en na drie pitstops in de openingsfase voor o.a. een loszittende cockpitrand en een lekke band rijdt hij een verloren race. Deze wordt verder nog ontsierd door een zware crash van Jaime Alguersuari (Toro Rosso), wat voor een safetycarfase zorgt. Timo Glock (Toyota) tenslotte crasht zwaar in de kwalificatie, waarbij hij kwetsuren aan rug en benen oploopt. Voor de Duitser betekent dit het einde van het seizoen; hij wordt de resterende races vervangen door de Japanner Kamui Kobayashi, die zo zijn Formule 1-debuut zal maken.


SDG

#532
5 oktober 1962

Op deze dag wordt Michael Andretti geboren. Als zoon van de levende autosportlegende Mario Andretti, winnaar van de Indy 500 in 1969 en wereldkampioen Formule 1 1978, krijgt de jonge Michael uiteraard het autosportvirus met de paplepel ingegoten en niemand kijkt er dan ook van op dat hij eveneens een autosportcarrière begint. Deze speelt zich voornamelijk af in de Amerikaanse klassen, al krijgt het Europese publiek in 1983 al een staaltje van zijn kunnen te zien, wanneer hij met vader Mario en de Fransman Philippe Alliot deelneemt aan de 24 Uren van Le Mans, waarin het team als derde finisht.

In 1984 debuteert hij vervolgens in de Indycars, waar hij in 1986 zijn eerste race wint. In datzelfde jaar heeft hij plotseling ook de kans op zijn debuut in de Formule 1, wanneer het Amerikaanse Beatrice/Lola-team van Carl Haas en Paul Newman voor de Amerikaanse Grote Prijs in Detroit een vervanger zoekt voor de gekwetste Patrick Tambay. Het lijkt een gedroomde publiciteitsstunt om één van de rijzende sterren uit de Indycars in de Formule 1 te laten rijden, doch doordat Andretti geen superlicentie voor de Formule 1 bezit – en de FISA er hem ook geen wil geven – gaat het feestje niet door en gaat het zitje uiteindelijk naar een andere Amerikaan, Eddie Cheever. Michael blijft voorlopig dan ook zijn carrière verder zetten in het Indycar-kampioenschap, dat hij uiteindelijk in 1991 wint.

Intussen is de belangstelling voor de Formule 1 in de Verenigde Staten echter behoorlijk afgenomen, ook al doordat er vanaf 1992 geen Amerikaanse Grote Prijs meer verreden wordt, en lijkt een Amerikaanse coureur in de Formule 1 een geschikte manier om de populariteit daar weer wat aan te zwengelen. Zo komt men uiteindelijk toch weer bij Michael Andretti terecht, die voor 1993 bij McLaren tekent, als teamgenoot van drievoudig wereldkampioen Ayrton Senna. Het wordt echter een bittere teleurstelling. Andretti Jr. kan zich op geen enkel moment de Formule 1 eigen maken. Het is de periode van de hypertechnische bolides, die voorzien zijn van actieve ophanging, ABS en allerhande elektronische snufjes; een enorme technische kloof vergeleken met de veel eenvoudiger van opzet zijnde Indycars. Bovendien keert Andretti na iedere race terug naar huis in de VS, waardoor hij totaal niet weet te integreren in de Europese mentaliteit van de Formule 1. De eerste races zijn rampzalig, met een uitval in de tweede ronde in de openingsrace in Zuid-Afrika, een zware crash met Gerhard Berger bij de start in Brazilië en opnieuw een uitval in de eerste ronde op een nat Donington. Pas in de vijfde race van het seizoen in Spanje finisht hij voor het eerst, na vier uitvalbeurten op rij. Hij wordt vijfde en scoort zo zijn eerste WK-punten. Nadien volgen nog een zesde plaats in Frankrijk en al bij al verrassende derde plaats in Italië. Een resultaat dat te laat komt voor Andretti, want in de coulissen staat zijn opvolger al klaar: McLaren-testrijder Mika Häkkinen. Na Monza wordt hij dan ook vervangen en zit zijn Formule 1-carrière na dertien Grote Prijzen erop. Teleurgesteld keert hij terug naar de VS, in de wetenschap dat zijn optreden geen goed gedaan heeft aan de reputatie van de Amerikaanse autosport, temeer aangezien op hetzelfde moment uittredend wereldkampioen Formule 1 Nigel Mansell, die in 1993 Andretti's zitje in de Indycars overnam bij Newman/Haas, in zijn debuutjaar meteen de titel pakt.

Hij laat de moed echter niet zakken en keert terug naar de Indycars, waar hij de eerste race van 1994 prompt wint en toont niets van zijn talent en motivatie verloren te hebben. Hij blijft actief in de klasse tot eind 2002, waarna hij teameigenaar wordt van het Andretti-team. In die hoedanigheid is hij teambaas van o.a. zijn eigen zoon Marco, tot en met 2011 van Danica Patrick - de eerste vrouw in de geschiedenis die een Indycarwedstrijd wint - en van Ryan Hunter-Reay, de kampioen van 2012.



Michael Andretti in de McLaren in 1993



Drie generaties autosport op het hoogste niveau: Michael Andretti met zoon Marco en vader Mario

SDG

#533
6 oktober 1985

Nigel Mansell wint in een Williams-Honda de Grote Prijs van Europa op het Engelse circuit van Brands Hatch. De Brit, die al sedert 1980 meedraait in de Formule 1 en stilaan een eeuwige belofte leek te worden, behaalt zo eindelijk zijn eerste zege.

De eerste startrij in Brands Hatch is volledig Braziliaans, met Ayrton Senna (Lotus) en Nelson Piquet (Brabham), maar al snel zal Mansell de wedstrijd naar zich toetrekken. Een crash tussen Keke Rosberg (Williams) en Piquet na zes ronden betekent het einde van de race voor laatstgenoemde, terwijl Rosberg na een pitstop aan een indrukwekkende inhaalrace begint, die hem uiteindelijk nog tot op de derde plaats zal brengen.

Voor het zover is, helpt hij zijn teamgenoot en passant nog aan de leiding van de race wanneer Senna en Mansell hem op een ronde willen zetten. Mansell snelt er vandoor en niemand ziet hem nog terug voor de finish. Voor de Brit is met deze eerste overwinning de ban nu definitief gebroken, want in de toekomst zal hij uitgroeien tot één van de absolute toppers. Achter hem rijden vooral Marc Surer (Brabham) en Jacques Laffite (Ligier) een knappe race, doch beiden zullen met motorpech uit de race verdwijnen, waardoor Senna terug de tweede plaats kan innemen.

Wie ook al vroeg met motorpech uit de race verdwijnt, is Michele Alboreto (Ferrari), de laatste overgebleven rivaal van Alain Prost in de titelstrijd. De McLaren-rijder kan het zo rustig aan doen in de race en genoegen nemen met de vierde plaats, die volstaat om na twee keer op rij nipt de titelstrijd verloren te hebben nu eindelijk wereldkampioen te worden. Hij is de allereerste Franse coureur die daarin slaagt.

Doordat Niki Lauda nog steeds herstellende is van zijn crash op Spa, wordt zijn plaats bij McLaren ingenomen door John Watson, die na zijn afscheid eind 1983 eenmalig terugkeert in het peloton. De Noord-Ier is zo tevens tot op heden de laatste rijder uit de Formule 1-geschiedenis die met het startnummer 1 rondreed zonder ooit wereldkampioen geworden te zijn. In de race finisht hij net buiten de punten als zevende, vlak na Elio de Angelis (Lotus) en Thierry Boutsen (Arrows). De Grote Prijs van Europa is de laatste voor het RAM-team, dat de handdoek in de ring werpt. Bij Tyrrell tenslotte maakt de Italiaan Ivan Capelli zijn Formule 1-debuut.


Wizard

Waar haal je toch altijd de energie, tijd en kennis vandaan! Respect jongen!

Jehoentelaar

Wilde net hetzelfde zeggen. Ik vind dit een zeer leuk en interessant topic om te volgen! Je zou er haast een scheurkalender mee kunnen maken! 8)

SDG

7 oktober 2007

Kimi Räikkönen (Ferrari) wint in Shanghai de Grote Prijs van China, de voorlaatste race van het seizoen. De Fin, die nog steeds een waterkansje heeft om wereldkampioen te worden, doet dus wat hij moet doen: winnen. Doordat hij echter zijn lot niet meer in eigen handen heeft, moet hij tegelijkertijd ook nog rekenen op pech of een misstap van McLaren-rijder Lewis Hamilton, die in China de titel voor het grijpen heeft. Verrassend genoeg gebeurt dit laatste nog ook, wanneer de regen, die bij de start van de race al naar beneden viel, halverwege de race plotseling terugkeert. Hamilton spint bij het binnenrijden van de pitstraat wanneer hij regenbanden gaat halen tot ieders ontzetting van de baan, wat het einde van zijn race betekent. Ook Robert Kubica (BMW-Sauber) heeft uitzicht op de zege in China, tot hij met pech naar de kant moet. Räikkönen wordt nadien niet meer bedreigd en bezorgt Ferrari de tweehonderdste Grand Prix-zege uit zijn bestaan. Titelverdediger Fernando Alonso (McLaren) wordt tweede, Felipe Massa (Ferrari) derde en Sebastian Vettel (Toro Rosso) knap vierde. De jonge Duitser revancheert zich hiermee voor een stuurfout in de vorige race in Japan, toen hij bij een safetycarfase door een moment van onoplettendheid zichzelf en Mark Webber (Red Bull) uitschakelde. Vijfde is Jenson Button (Honda). Voor de Japanse autogigant is dit het enige lichtpuntje in een verder volledig mislukt seizoen. In de WK-stand leidt Hamilton met nog één wedstrijd te gaan nog steeds, maar zijn voorsprong is geslonken tot vier punten op Alonso en zeven op Räikkönen. De Oostenrijker Alexander Wurz (Williams) rijdt de laatste Grote Prijs uit zijn carrière. De Japanner Kazuki Nakajima, zoon van oud-coureur Satoru, zal zijn opvolger worden.



Lewis Hamilton hypothekeert zijn kansen op de wereldtitel in de pitstraat

Fabian

Tja dat moment zal ik nooit vergeten. Lewis die hem in de grindbak parkeert. Mooi stukje weer SDG. Vind het echt erg leuk om te lezen. Zo krijg ik steeds iets mee van de F1 historie!

0634

Citaat van: Wizard op 06 oktober 2012 - 13:03:41
Waar haal je toch altijd de energie, tijd en kennis vandaan! Respect jongen!

Dat vraag ik me ook wel eens af. Respect. :)

Kootje

Zeker.
Zonder jou (SDG) was dit topic na 'n voortvarende start allang doodgebloed.