Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

#465
14 augustus 1942

Op deze dag wordt Jackie Oliver geboren. De Britse coureur is bezig aan een gestage klim door de verschillende promotieklassen, die hem op dat moment al tot in de Formule 2 gebracht hebben (in die hoedanigheid rijdt hij in 1967 al de Duitse Grote Prijs op de Nürburgring), wanneer hij in april 1968 door Colin Chapman gevraagd wordt om bij Lotus de verongelukte Jim Clark te vervangen. Oliver neemt het aanbod aan en hoewel hij degelijke resultaten neerzet – in de Britse Grote Prijs ligt hij een tijdje aan de leiding en in de seizoensfinale in Mexico wordt hij derde – valt hij ook verscheidene keren uit met pech. Chapman vindt de prestaties van zijn nieuwe Britse poulain net iets te wisselvallig en wanneer hij voor 1969 Jochen Rindt weet te strikken, is het dan ook exit voor Oliver bij Lotus.

De Brit vindt onderdak bij BRM, waar hij echter twee teleurstellende jaren beleeft. Een zesde plaats in Mexico in 1969 en een vijfde in Oostenrijk in 1970 zijn zijn enige puntenfinishes in twee jaren die een aaneenschakeling zijn van uitvalbeurten. Meest markante moment in die twee jaar is een crash met de Ferrari van Jacky Ickx in de openingsronde van de Spaanse Grote Prijs van 1970, waarbij beide wagens in brand vliegen en de Belg maar ternauwernood de vuurdood ontsnapt. Buiten de Formule 1 loopt het echter wel behoorlijk voor Oliver. In 1969 wint hij de 12 Uur van Sebring en de 24 Uur van Le Mans, terwijl hij in 1971 ook de 24 Uur van Daytona en de 1000 km van Monza op zijn naam schrijft. De Brit is ook succesvol in de Noord-Amerikaanse CanAm-series, waar hij uitkomt voor het Shadow-team van Don Nichols. En het is met deze laatstgenoemde renstal dat Oliver, nadat hij in 1971 en 1972 occasioneel enkele Grote Prijzen reed, voor een volledig seizoen in de Formule 1 terugkeert. Het seizoen 1973 is echter een leerjaar voor het nieuwe team en de resultaten zijn dan ook niet altijd even denderend. Toch scoort het team twee podiumplaatsen: de Amerikaanse veteraan George Follmer wordt derde in Spanje, terwijl Oliver zelf hetzelfde resultaat scoort in de gecontesteerde Grote Prijs van Canada, waar door een foutieve inschatting van de wedstrijdleiding de safetycar de verkeerde wagen als leider oppikt, waardoor de race volgens velen vervalst wordt.

In 1974 keert Oliver terug naar de CanAm en begint hij zich ook hoe langer hoe meer bezig te houden met de organisatorische kant van het team. Dit bevalt hem zodanig goed dat hij op een gegeven moment besluit om het racen te laten voor wat het is en zich enkel nog hierop te concentreren. In 1977 keert hij voor de Grote Prijs van Zweden nog één keer terug op de startgrid, wanneer de tweede Shadow-rijder Riccardo Patrese verstek geeft omwille van verplichtingen in de Formule 2. In datzelfde jaar begint het tevens serieus te rommelen bij Shadow en Oliver verlaat, samen met nog enkele andere belangrijke sleutelfiguren, aan het eind van het seizoen het team.

Samen met geldschieter Franco Ambrosio, ontwerpers Alan Rees en Tony Southgate en engineer Dave Wass richt hij een nieuw team op. Dit wordt, naar analogie met March, gedoopt naar de beginletters van de namen van de oprichters: Arrows. De heren nemen niet alleen rijder Riccardo Patrese mee naar hun team, maar ook de complete ontwerptekeningen van het Shadow-model voor 1978. Laatstgenoemde team spant dan ook een proces aan tegen Arrows wegens plagiaat, dat het ook wint. Halverwege 1978 moet Arrows dan ook snel een nieuwe wagen ontwerpen. Het seizoen van het team, dat tot dan toe sensationeel verliep met een tweede plaats van Patrese in Zweden, terwijl de Italiaan eerder in Zuid-Afrika op weg leek naar een sensationele overwinning tot zijn motor het begaf, wordt er uiteraard een beetje door verpest. Arrows zal zijn sensationele debuutjaar nooit meer weten te herhalen, al bouwt het doorgaans solide wagens en zet het steevast uitstekende coureurs achter het stuur: naast Patrese rijden ook o.a. Jochen Mass, Marc Surer, Thierry Boutsen, Gerhard Berger, Derek Warwick, Eddie Cheever, Michele Alboreto, Gianni Morbidelli, Christian Fittipaldi, Jos Verstappen, Damon Hill, Mika Salo, Pedro de la Rosa en Heinz-Harald Frentzen nog voor de Britse renstal. In de vijfentwintig seizoenen dat Arrows bestaat, wordt er echter nooit een overwinning gescoord. Damon Hill komt er in de Hongaarse Grote Prijs van 1997 nog het dichtste bij.

Wanneer het Japanse concern Footwork in 1990 Arrows overneemt, begint Oliver langzaamaan zijn participatie in het team af te bouwen. Nadat de Japanners weer vertrokken zijn, doet hij eerst een paar jaar opnieuw op eigen houtje verder, tot in 1996 Tom Walkinshaw de nieuwe eigenaar wordt. Oliver blijft nog tot in 1999 deel uitmaken van het bestuur van Arrows, waarna hij zijn laatste aandelen van de hand doet. Met het aanzienlijke bedrag dat hij daarmee opstrijkt is zijn oude dag meteen meer dan verzekerd. De terugtrekking van Oliver komt overigens net op tijd, want onder Walkinshaw stevent Arrows in 2002 op het faillissement af en wordt het team opgedoekt.



Jackie Oliver in 2007 tijdens het Goodwood Festival Of Speed


SDG

15 augustus 1982

Op de supersnelle omloop van Zeltweg wordt de Grote Prijs van Oostenrijk verreden. In de vrijdagtraining rijdt titelverdediger Nelson Piquet (Brabham-BMW) met een gemiddelde van 244,158 km/u de op dat moment snelste ronde uit de Formule 1-geschiedenis. De Braziliaan pakt dan ook de pole, voor zijn teamgenoot Riccardo Patrese. Beide Brabhams nemen de beste start, waarbij Patrese na de eerste doortocht de kop overneemt, terwijl er in het middenveld bij de start meteen brokken vallen. Voor Andrea de Cesaris en Bruno Giacomelli (Alfa Romeo), Derek Daly (Williams-Ford) en Rupert Keegan (March-Ford) betekent dit meteen het einde van de race. Patrick Tambay, na het zware trainingsongeval van zijn teamgenoot Didier Pironi een week eerder in Duitsland nog steeds alleenvertegenwoordiger voor Ferrari, loopt op de plaats van de crash een lekke band op wanneer hij over de brokstukken rijdt. Na een langzame rit richting pits begint hij aan een felle achtervolgingsrace, die hem uiteindelijk nog tot op de vierde plaats zal brengen. Vooraan wil men bij Brabham, nadat beide auto's de voorgaande wedstrijden nog voor halverwege uitvielen, nu eindelijk eens zijn nieuwe pitstoptactiek – waarbij beide wagens met halfvolle tanks en zachte banden van start gaan om halverwege binnen te komen voor een tankstop en een bandenwissel – uitproberen. Deze keer houden de wagens het tot de pitstop uit en Patrese bewijst dat de tactiek wel degelijk werkt: hij komt als leider de pit binnen en komt ook weer als eerste terug in de wedstrijd. Zowel hij als Piquet vallen kort daarna echter uit, waarna Alain Prost (Renault) op een gemakkelijke zege lijkt af te stevenen. De Fransman moet echter een vijftal ronden voor het einde alsnog naar de kant met motorpech, waarna het voor de zege gaat tussen Elio de Angelis (Lotus-Ford) en Keke Rosberg (Williams-Ford). Beide coureurs maken er in de laatste ronden van de race nog een adembenemende strijd van: Rosberg kruipt iedere doortocht een stukje dichterbij en weet in de laatste rechte lijn zijn auto naast die van de Angelis te zetten. Hij komt echter 0,125 seconde te kort op de Italiaan. Jacques Laffite (Ligier-Matra) wordt derde; voor de Fransman het enige lichtpuntje in een verder teleurstellend seizoen. Voor Elio de Angelis is het de eerste Formule 1-zege en voor zijn werkgever Lotus is het de eerste overwinning sedert de Grote Prijs van Nederland in 1978. Het is tevens de laatste overwinning voor het team met Colin Chapman aan het roer. De geniale Britse ontwerper zal vier maanden later, op 54-jarige leeftijd, overlijden aan een hartaanval.



SDG

16 augustus 1998

Michael Schumacher wint op de Hungaroring de Grote Prijs van Hongarije. In de kwalificaties is grote rivaal McLaren-Mercedes, met Mika Häkkinen en David Coulthard, de Duitse Ferrari-kopman nog te snel af, maar aan de finish heeft Schumacher het laatste woord. De tweevoudige wereldkampioen dankt zijn zege vooral aan het tactisch vernuft van meesterstrateeg Ross Brawn, die tijdens de race besluit over te schakelen van een twee- op een driestopstrategie. Het plan lukt en Schumacher rijdt zo, ondanks een klein uitsapje naast de baan, naar zijn vijfde seizoenszege. Doordat Häkkinen op het einde nog naar de zesde plaats terugvalt door versnellingsbakproblemen, pakt de Duitser bovendien kostbare punten terug in de strijd om de wereldtitel. De achterstand op zijn Finse rivaal bedraagt nu nog zeven punten. David Coulthard wordt tweede in Boedapest, titelverdediger Jacques Villeneuve (Williams-Mecachrome) derde, Damon Hill (Jordan-Honda) vierde en Villeneuve's teamgenoot Heinz-Harald Frentzen vijfde. De Braziliaan Ricardo Rosset weet zich in zijn Tyrrell andermaal niet te kwalificeren. Na de race bestormen de toeschouwers zonder toestemming het circuit, waarvoor de FIA de organisatoren bedankt met een boete van één miljoen dollar – waarvan drie vierden met uitstel.


SDG

17 augustus 1913

Op deze dag wordt in Buenos Aires Oscar Alfredo Gálvez geboren. De Argentijnse coureur verwerft in eigen land vooral bekendheid in het Turismo Carretera-toerwagenkampioenschap, een klasse waarin ook zijn broer Juan uitkomt. Oscar rijdt één Formule 1-race: die van zijn thuisland Argentinië in 1953, met een Maserati. Hij finisht als vijfde en scoort zodoende in zijn enige Grote Prijs twee punten. Het circuit in Buenos Aires, waar tot op heden alle Grote Prijzen van Argentinië plaatsvonden (de laatste editie in 1998), wordt na zijn dood in 1989 omgedoopt tot Autodromo Oscar Gálvez. Vanaf 2008 wordt ook zijn broer Juan – die in 1963 verongelukte – aan de naam van de omloop toegevoegd.



SDG

18 augustus 2002

Rubens Barrichello wint de Grote Prijs van Hongarije. Aangezien het kampioenschap bij de rijders al twee races eerder in Frankrijk beslist is met een vijfde wereldtitel voor Michael Schumacher, wil men er bij Ferrari alles aan doen om nu nog Rubens Barrichello op de tweede plaats in de WK-stand te krijgen. In Duitsland, op de vernieuwde Hockenheimring, mag de kersverse wereldkampioen nog triomferen voor eigen publiek, maar op de Hungaroring staat de Scuderia volledig in dienst van Barrichello, die voor de gelegenheid tot eerste piloot gepromoveerd wordt. Hij krijgt het hele weekend de reservewagen tot zijn beschikking en ook Schumacher zal in dienst van zijn Braziliaanse meesterknecht rijden. Rubinho beschaamt het vertrouwen niet: hij pakt de polepositie en rijdt onbedreigd – enkel tijdens zijn pitstop verliest hij voor één rondje de leiding aan de Williams van Ralf Schumacher – naar zijn tweede seizoenszege, die hem, inderdaad, naar de tweede plaats in de WK-stand leidt. Michael Schumacher, die in zijn kielzog tweede wordt, kan niet laten om vlak voor het einde nog een supersnel rondje neer te zetten, als om te tonen wie nog steeds de echte heer en meester is. Ralf Schumacher wordt derde, het McLaren-duo Kimi Räikkönen/David Coulthard vierde en vijfde en het laatste puntje is voor Giancarlo Fisichella (Jordan). Met deze nieuwe dubbelzege is Ferrari meteen ook rekenkundig zeker van de wereldtitel bij de constructeurs. De Hongaarse Grote Prijs van 2002 wordt gekenmerkt door een bijzonder saai verloop, met zo goed als geen inhaalpogingen. Als gevolg hiervan wordt het circuit voor de editie van 2003 lichtjes aangepast, met o.a. een iets langere rechte lijn bij het start/finish-gedeelte. De race markeert tevens het Formule 1-debuut van Anthony Davidson. De Brit mag bij Minardi voor twee races instappen in de plaats van Alex Yoong, die door teambaas Paul Stoddart langs de kant wordt gehouden om te testen en zo aan zijn tot dan toe tegenvallende prestaties te werken. De Maleisiër keert in Italië terug in het peloton, maar het is slechts uitstel van executie. Te licht bevonden voor de Formule 1, mag hij aan het eind van het seizoen opkrassen.


SDG

19 augustus 1984

Niki Lauda (McLaren) wint op de Österreichring de Grote Prijs van Oostenrijk. Voor de tweevoudige wereldkampioen is het de allereerste keer dat hij zijn thuisrace weet te winnen. De race dient opnieuw gestart door een fout in de startprocedure, die ertoe leidt dat Lotus-rijder Elio de Angelis niet van zijn startplaats weggeraakt. Pech voor Lauda's teamgenoot Alain Prost, die bij de eerste start de kop neemt, maar bij de tweede poging de Brabham van titelverdediger Nelson Piquet moet voorlaten. De Angelis maakt de WK-leider het leven een tweede keer zuur, wanneer diens motor de geest geeft en Prost vervolgens op het neergelegde oliespoor uit de wedstrijd crasht. Lauda rijdt vervolgens tot in het kielzog van Piquet en wanneer beiden de bijna gedubbelde Ferrari van Michele Alboreto naderen, profiteert de Oostenrijker van een aarzeling van de Braziliaan om toe te slaan. Lauda laat zich de overwinning niet meer uit handen glippen en wint ondanks een haperende versnellingsbak in de laatste ronden voor Piquet, Alboreto, Piquet's teamgenoot Teo Fabi en het Arrows-duo Thierry Boutsen en Marc Surer. De overwinning levert Lauda bovendien de leiding in de WK-stand op: hij heeft nu 48 punten, tegenover 44,5 voor Prost. Bij ATS rijdt de Oostenrijker Gerhard Berger zijn eerste Grote Prijs en doordat de beide Tyrrells zich niet kunnen kwalificeren, valt er nog een primeur te noteren: voor de eerste keer in de Formule 1-geschiedenis staan er uitsluitend wagens voorzien van een turbomotor aan de start.


SDG

22 augustus 1947

Op deze dag wordt in het Zuid-Afrikaanse East London Ian Scheckter geboren, de oudere broer van Jody Scheckter. Waar laatstgenoemde het in 1979 met Ferrari tot wereldkampioen schopt, is de oudste van de Scheckters echter niet meer dan een voetnoot in de annalen van de Formule 1. Ian is in de jaren zeventig en tachtig vooral actief in zijn thuisland, waar hij tussen 1976 en 1984 zes keer het nationale kampioenschap voor Formulewagens wint, een record dat hij deelt met John Love en Dave Charlton. Vanaf 1974 schrijft hij zich – zoals diverse van zijn landgenoten – jaarlijks in voor de Grote Prijs van Zuid-Afrika Formule 1. Zijn eerste race rijdt hij met een privé-Lotus, in 1975 en 1976 komt hij met een Tyrrell aan de start. Daarbuiten neemt hij sporadisch nog aan enkele Grand Prix-weekends deel. In 1977 rijdt hij met March een volledig Formule 1-seizoen. Het wordt echter geen succes; zijn beste klassering is een tiende plaats op Zandvoort. Wanneer March aan het einde van het seizoen de handdoek in de ring gooit, betekent dat meteen ook het einde van de Formule 1-carrière van Ian Scheckter, die terugkeert naar Zuid-Afrika om daar zijn loopbaan verder te zetten.


SDG

#472
24 augustus 2008

Felipe Massa (Ferrari) wint in Valencia de Grote Prijs van Europa. De Europese Grote Prijs, die de voorbije jaren traditiegetrouw op de Nürburgring georganiseerd werd, wordt dit jaar zo voor het eerst sedert 1997 terug op Spaanse bodem verreden. Het succes van Fernando Alonso en de daaraan gekoppelde toegenomen populariteit van de Formule 1 in Spanje, dat zo voortaan over twee Grote Prijzen beschikt, zijn daar niet vreemd aan. Het is ook voor het eerst in lange tijd dat er een nieuw stratencircuit op de kalender prijkt: de onvermijdelijke Hermann Tilke ontwerpt daartoe een omloop aan de jachthaven, die in 2007 nog dienst doet als thuisbasis voor de befaamde zeilwedstrijd America's Cup.

Voor de aanvang van de race is iedereen nog razend enthousiast over de nieuwe locatie; tijdens de wedstrijd zelf volgt echter de ontnuchtering. Inhalen blijkt zeer moeilijk tot quasi onmogelijk op de baan en de race verwordt dan ook tot een saai treintje rijden. De eerste drie in de kwalificatie – Massa, Lewis Hamilton (McLaren) en Robert Kubica (BMW/Sauber) – gaan in die volgorde ook door de finish. De Spaanse fans zien tot hun grote ontgoocheling de lokale held Fernando Alonso (Renault) al in de eerste ronde uit de race verdwijnen nadat hij aangereden wordt door de Williams van Kazuki Nakajima, terwijl Ferrari voor chaos zorgt tijdens de pitstops: Massa wordt weggestuurd in de baan van de Force India van Adrian Sutil, terwijl Kimi Räikkönen bij zijn stop te vroeg op het gas gaat en de benzineslang meeneemt. Een van zijn monteurs loopt hierbij lichte verwondingen op. De wereldkampioen zal een tiental ronden voor het einde uitvallen met een kapotte motor.

Massa daarentegen rijdt in de honderdste Grote Prijs uit zijn carrière onbedreigd naar de zege, waarmee hij in de WK-stand iets inloopt op Lewis Hamilton. Ook bandenleverancier Bridgestone heeft in Valencia een reden voor een feestje: de Japanners vieren hun tweehonderdste Grand Prix-deelname. De komende jaren blijft de race in Valencia op de kalender gehandhaafd, maar de races ontberen doorgaans spanning. Tot de editie van 2012 ineens uitmondt in een waar spektakelstuk, dat gewonnen wordt door Fernando Alonso, die zo een emotionele thuiszege behaalt. De verdere toekomst van de wedstrijd is momenteel, in het licht van de zware economische crisis in Spanje, onzeker. Een mogelijk scenario is dat Valencia voortaan om de twee jaar zal alterneren met Barcelona, naar het voorbeeld van de Nürburgring en Hockenheim.


SDG

25 augustus 1991

Ayrton Senna (McLaren) wint in Spa de Grote Prijs van België. Voor de Braziliaanse wereldkampioen is het al de vijfde zege op het circuit in de Ardennen, waarvan de vierde op rij. Hij krijgt de zege echter niet cadeau. Nadat hij al vroeg in de race verlost raakt van Alain Prost (Ferrari), die met een kapotte motor naar de kant moet, krijgt hij Nigel Mansell (Williams) achter zich aan. De Brit neemt vervolgens de leiding over na een mislukte pitstop van Senna, tot hij halverwege met pech uitvalt. Dit brengt vervolgens de tweede Ferrari van Jean Alesi aan de leiding, die de race zonder pitstop wil uitrijden. Het plan lijkt kans van slagen te hebben, tot ook hij met een kapotte motor moet opgeven. Nog steeds is Senna echter niet zeker van de zege, want de Braziliaan, die met versnellingsbakproblemen kampt, wordt nu op de hielen gezeten door Andrea de Cesaris (Jordan), Riccardo Patrese (Williams) en Nelson Piquet (Benetton). Piquet en Patrese vallen echter in de laatste wedstrijdfase nog terug en doordat de Cesaris kort voor het einde nog uitvalt, weet Senna met een kreupele wagen toch nog de race te winnen, voor zijn teamgenoot Gerhard Berger en het Benetton-duo Nelson Piquet en Roberto Moreno. Met zijn zege doet de Braziliaan een uitstekende zaak in de WK-stand, waarin hij zijn voorsprong op Nigel Mansell in één klap tot 22 punten ziet groeien.



De zege van Senna in Spa wordt echter overschaduwd door een gebeurtenis die de Formule 1 in de toekomst een andere richting uit zal sturen. Alles neemt een aanvang wanneer de tweede Jordan-piloot Bertrand Gachot enkele dagen na de Hongaarse Grote Prijs in Londen verwacht wordt voor de uitspraak in een klacht die tegen hem loopt wegens het gebruik van een bus pepperspray tijdens een handgemeen met een taxichauffeur. Wat slechts een formaliteit lijkt, draait tot ieders stomme verbazing totaal anders uit wanneer de dienstdoende rechter Gachot schuldig bevindt aan verboden wapenbezit en de coureur met onmiddellijke ingang een effectieve gevangenisstraf oplegt. Teambaas Eddie Jordan, die zo voor de race in Spa dringend een nieuwe tweede rijder nodig heeft, wordt door coureursmanager Willi Weber overtuigd om diens beschermeling, de jonge Duitse rijder Michael Schumacher, die op dat moment voor Mercedes uitkomt in het WK voor Sportwagens, een test aan te bieden. Enkele proefrondjes op Silverstone in de week voor de Belgische Grote Prijs overtuigen Jordan meteen van het kunnen van de Duitser. Een leugentje om bestwil op de vraag of Schumacher al de omloop van Spa gereden heeft, doet de rest en de 22-jarige piloot mag instappen bij Jordan. In de kwalificaties slaat hij iedereen onmiddellijk met verstomming door de zevende tijd te rijden. In de race zelf valt hij al in de eerste ronde uit met een kapotte koppeling, maar de kenners, en in het bijzonder Benetton-teammanager Flavio Briatore, hebben genoeg gezien: hier is een groot talent aan het werk. De flamboyante Italiaan maakt gebruik van een hiaat in het contract dat Schumacher en Weber met Eddie Jordan in Spa afsloten om de Duitser zelf binnen te halen en twee weken later, tijdens de Italiaanse Grote Prijs op Monza, rijdt Schumacher al zijn eerste wedstrijd voor Benetton, waarbij hij als vijfde finisht. De rest is geschiedenis.




SDG

27 augustus 1978

Mario Andretti (Lotus) wint in Zandvoort de Grote Prijs van Nederland, voor zijn teamgenoot Ronnie Peterson. Voor het team van Colin Chapman is het al de achtste zege van het seizoen – wat een nieuw record is – en het is bovendien de vierde dubbelzege van het jaar. De suprematie van de revolutionaire wingcar Lotus 79 wordt hier in Nederland nogmaals onderstreept. De andere wagens komen er niet aan te pas en de 'achtwielige Lotus' rijdt naar een vlotte start/finish-overwinning. Enkel wanneer Andretti in de slotfase van de race langzamer begint te rijden omwille van een haperende motor kan de in derde positie liggende Niki Lauda (Brabham) wat dichterbij komen. De wereldkampioen wordt hierbij onrechtstreeks ook geholpen door de teamorders die bij Lotus uitgevaardigd zijn en Andretti bevoordelen. Peterson houdt zich keurig aan het 'gentlemen's agreement' en blijft achter Andretti aanrijden, ook wanneer Lauda vervaarlijk dichterbij komt. Maar de WK-leider kan een behoorlijk tempo blijven aanhouden, waardoor de overwinning niet in het gedrang komt. Het geduld en respect van Peterson hebben echter een kritische grens bereikt: hij zal aan het eind van het seizoen Lotus verlaten om in 1979 voor McLaren te rijden. Zover zal het echter nooit komen... De race wordt in de eerste ronde ook nog opgeschrikt door een zware crash tussen Riccardo Patrese (Arrows) en Didier Pironi (Tyrrell). Beide rijders blijven ongedeerd, maar de baancommissarissen hebben verschillende ronden nodig om de wrakken van de baan te slepen, die van de doortocht op de plaats van het ongeval – die bovendien bezaaid ligt met lekkende olie en benzine – een hachelijke onderneming maken. Verdere ongevallen blijven echter uit. In de kwalificaties tenslotte is er het eerste optreden van de Nederlander Michael Bleekemolen bij ATS. Hij kan zich echter – net als het jaar voordien – niet kwalificeren voor de race.


SDG

28 augustus 1994

Op de omloop van Spa wordt naar jaarlijkse gewoonte de Grote Prijs van België verreden. Net als diverse andere circuits is ook dat van Spa dit jaar uit veiligheidsoverwegingen te elfder ure aangepast, na de dramatische ongelukken die dit seizoen reeds plaatsvonden. Hier is aan de voet van de Raidillon een bijkomende tijdelijke chicane aangelegd, die gelukkig slechts eenmalig gebruikt zal worden. De kwalificaties worden in wisselvallige weersomstandigheden verreden, waarbij het weer op zaterdag zo slecht is dat de tijden van vrijdag niet meer verbeterd worden. Daardoor verovert Rubens Barrichello zijn eerste polepositie uit zijn carrière; het is tevens de eerste voor zijn werkgever Jordan. De jonge Braziliaan krijgt tijdens de race evenwel weinig tijd om van zijn goede uitgangspositie te genieten, want in de eerste ronde al neemt WK-leider Michael Schumacher (Benetton) autoritair de leiding, om die niet meer af te staan. Jean Alesi (Ferrari) rijdt kort in tweede positie, maar verdwijnt met pech uit de race, evenals Barrichello. Ook David Coulthard bezet een tijdje de tweede plaats, maar het is uiteindelijk zijn teamgenoot en kopman Damon Hill die aan de finish na Schumacher als eerste over de meet komt. Na de race wordt de Duitser echter gediskwalificeerd omwille van een te sterk afgesleten bodemplaat. Benetton roept nog in dat de slijtage wellicht te wijten is aan een schuiver van Schumacher over de kerbs tijdens de race, maar de jury is onverbiddelijk. Hill wordt tot winnaar uitgeroepen, voor Mika Häkkinen (McLaren) en Jos Verstappen (Benetton). De Nederlander scoort hierdoor zijn tweede podiumplaats op rij. Schumacher ziet zijn voorsprong op Hill in de WK-stand zo in één klap terugvallen van 35 tot 21 punten. Bovendien moet de Duitser de twee volgende races in Italië en Portugal missen omwille van een schorsing, opgelegd wegens het negeren van de zwarte vlag tijdens de Britse Grote Prijs. Hill kan zo optimaal profiteren om verder aan zijn achterstand te knabbelen, die na de Portugese Grote Prijs nog slechts één puntje zal bedragen. En zo wordt het seizoen 1994, dat aan het begin van de zomer reeds beslist leek, toch nog terug spannend. De Belg Philippe Adams maakt voor eigen publiek zijn Formule 1-debuut in een Lotus. De coureur maakt meer ophef naast dan op de baan, wanneer hij tijdens de kwalificaties bezoek krijgt van een gerechtsdeurwaarder, die hem sommeert enkele sponsorlogo's die hij onterecht voert van zijn raceoverall te verwijderen.



De uiteindelijke winnaar Damon Hill in de tijdelijke chicane aan de voet van de Raidillon

Matthijs

Je bedoelt van 31 naar 21 punten verschil. Verder mooi stuk!

SDG

Citaat van: Matthijs op 28 augustus 2012 - 13:04:23
Je bedoelt van 31 naar 21. Verder mooi stuk!

In vergelijking met de stand in Hongarije zijn het inderdaad 31 punten. Ik nam echter de stand in Spa voorafgaand aan de diskwalificatie van Schumacher als maatstaf. Indien de zege van Schumacher was blijven staan, was zijn voorsprong in de WK-stand 35 punten geweest (86-51). Nu werd het 76-55, van 35 naar 21 punten dus.  ;)

Matthijs


0634

De chicane is nog altijd hét dieptepunt in de geschiedenis van Spa. Doe je dat, kan je beter de hele race schrappen. Maar ja, de schrik zat erin...