Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

29 augustus 1933

Op deze dag wordt Alan Stacey geboren. De Britse coureur concentreert zich aanvankelijk vooral op sportwagen- en langeafstandsraces, zoals de 24 Uur van Le Mans, waarin hij in 1957 met een Lotus als negende finisht. Vanaf 1958 rijdt Stacey, die als autoracer vooral opval doordat hij één kunstbeen heeft, ook in de Formule 1 voor Lotus, maar erg opvallend zijn zijn prestaties niet. Zijn beste resultaat is een achtste plaats in de Britse Grote Prijs van 1959, in alle andere races waaraan hij deelneemt valt hij uit. Zijn zevende Grand Prix-deelname, de Grote Prijs van België van 1960 op Spa, wordt tevens zijn laatste. Stacey verongelukt wanneer in volle race een vogel tegen zijn hoofd te pletter vliegt en hij vervolgens stuurloos uit de wedstrijd crasht, waarbij zijn auto volledig uitbrandt. Het blijft evenwel onduidelijk of de klap van de vogel tegen zijn helm zijn nek reeds brak of dat hij overleed aan de gevolgen van de crash. Tijdens dezelfde wedstrijd verongelukt enkele ronden eerder op nagenoeg dezelfde plaats nog een andere Brit, Chris Bristow. De wedstrijd op Spa is daarmee samen met die van Imola in 1994 de enige in de Formule 1-geschiedenis – de edities van de Indy 500 die meetelden voor het WK niet meegerekend – waarin twee coureurs in één en hetzelfde weekend verongelukken.



SDG

30 augustus 1981

Alain Prost (Renault) wint de Grote Prijs van Nederland op de omloop van Zandvoort. Voor de Fransman is het de tweede zege van het seizoen. Prost vertrekt van op pole position en rijdt van start tot finish aan de leiding. Enkel titelverdediger Alan Jones (Williams) kan Prost op het rechte stuk bij start en finish tot twee keer toe bijbenen, maar de Fransman slaagt er telkens in om zijn tegenstander in de Tarzanbocht af te houden. De Australiër krijgt in de slotfase nog te kampen met versleten banden, wat hem uiteindelijk nog de tweede plaats in de race kost, die zo naar Nelson Piquet (Brabham) gaat. Carlos Reutemann (Williams) schakelt zichzelf en Jacques Laffite (Ligier) uit bij een overmoedige inhaalpoging, wat hem niet alleen met lege handen achterlaat, maar er bovendien voor zorgt dat Piquet in de WK-stand, met nog drie wedstrijden te gaan, op gelijke hoogte met de Argentijn komt. Beiden hebben nu 45 punten, maar doordat Piquet een overwinning meer telt, is hij nu in werkelijkheid de nieuwe WK-leider. Ook Laffite (34), Jones (31) en Prost (28) zijn evenwel nog niet uitgeteld in de titelstrijd. Bij de start is er nog een spectaculaire crash van Gilles Villeneuve. De Ferrari-coureur glijdt na een lichte aanraking met de Alfa Romeo van Bruno Giacomelli stuurloos doorheen het peloton, maar wordt als bij wonder door niemand geraakt en komt veilig tot stilstand in de grindbak.



SDG

1 september 2002

Michael Schumacher (Ferrari) wint in Spa de Grote Prijs van België. Voor de wereldkampioen is het al zijn tiende zege van het seizoen, waarmee hij alweer een nieuw record laat optekenen. De tegenstand is eens te meer dit seizoen onmondig. Kimi Räikkönen (McLaren), die naast Schumacher voor het eerst in zijn carrière vanop de eerste startrij mag vertrekken, laat zich bij de start onmiddellijk de kaas van het brood eten door de tweede Ferrari-man Rubens Barrichello, die zijn kopman zo meteen perfecte rugdekking kan geven om een kloof te slaan. De wedstrijd is meteen zo goed als beslist en niemand ziet Schumacher nog terug voor de finish. Juan-Pablo Montoya (Williams) pakt de derde plaats na Barrichello, de resterende punten zijn voor David Coulthard (McLaren), Ralf Schumacher (Williams) en Eddie Irvine (Jaguar). Voor de Noord-Ier en het Jaguar-team is het pas de eerste puntenfinish sedert de seizoensopener in Australië, alweer bijna zes maanden geleden. Nog een opmerkelijk feit dat dit weekend opgetekend wordt: het is de eerste en enige keer in zijn carrière dat Michael Schumacher op Spa de polepositie weet te veroveren.




SDG

2 september 1966

Op deze dag wordt in het Franse Oullins (nabij Lyon) Olivier Panis geboren. Panis doorloopt de klassieke route naar de top van de autosport, beginnend in de karts en nadien overstappend richting Formulewagens. In 1991 wint hij het Franse Formule 3-kampioenschap en in 1993 wordt hij Europees kampioen Formule 3000, waardoor hij rijp is voor een overstap naar de Formule 1. Die komt er in 1994, wanneer hij zijn debuut maakt bij het Franse Ligier-team. Panis laat onmiddellijk zien dat hij probleemloos op het hoogste niveau mee kan, waarbij zijn sterkste eigenschap is dat hij een auto naar de finish kan brengen. De resultaten van 1994 liegen er dan ook niet om: enkel in zijn thuisrace in Frankrijk valt hij uit en in Portugal wordt hij wegens een onreglementaire auto uit de klassering geschrapt. In alle andere wedstrijden haalt hij de finish en vooral in Duitsland loont zich dit, aangezien hij in de afvallingsrace een sensationele tweede plaats scoort. Uiteindelijk finisht hij in zijn debuutseizoen als elfde in de eindstand met negen punten.

In 1995 – waarbij Ligier de Renault-motor van het voorgaande jaar inruilt voor een Honda-krachtbron – zet deze lijn zich door. Met de Brit Martin Brundle en de Japanner Aguri Suzuki, die om beurten de tweede Ligier besturen, heeft hij twee ervaren teamgenoten, maart Panis verweert zich danig en scoort regelmatig punten. Het beste seizoensresultaat komt er opnieuw in een afvallingsrace: in de seizoensafsluiter in het Australische Adelaide finisht Panis opnieuw als tweede. Hij wordt achtste in de eindstand met 16 punten. 1996 wordt het laatste jaar waarin Ligier onder die naam meedoet. Panis is nog steeds eerste man in het team, maar hij krijgt nu de Braziliaan Pedro Diniz – door velen niet serieus genomen in zijn hoedanigheid van paydriver – naast zich. Het Franse team wordt niet echt als een outsider beschouwd en daardoor komt de zege van Panis in de straten van Monaco – waar weerom het grootste deel van het deelnemersveld de finish niet haalt – als een verrassing van formaat. De rest van het seizoen worden er evenwel maar een paar punten gescoord, waardoor het voor iedereen duidelijk is dat de eerste zege van Ligier sedert 1981 niet meer dan een toevalstreffer is.

In 1997 ziet het er voor het team er echter totaal anders uit. Viervoudig wereldkampioen Alain Prost is aan het roer komen te staan en het team luistert voortaan dan ook naar zijn naam: Prost Grand Prix. Als tweede man komt een nieuwe paydriver Diniz aflossen: de Japanner Shinji Nakano. Prost heeft echter één belangrijke troef in handen: de nieuwe Bridgestone-banden, waarmee het overduidelijk een voordeel geniet op de met Goodyear rijdende collega's. Reeds bij de tweede race van het seizoen in Brazilië rijdt Panis naar de derde plaats. In Argentinië lijkt de Fransman zelfs een gooi te kunnen doen naar de zege, maar een technisch probleem gooit roet in het eten. Deze tegenslag wordt echter meer dan goedgemaakt in Spanje, waar Panis in het middenveld start, maar gedurende de race gestaag oprukt tot de tweede plaats aan de finish. Na zes wedstrijden staat de Fransman  daarmee derde in de WK-stand, na de absolute toppers Jacques Villeneuve en Michael Schumacher en de toekomst ziet er dan ook rooskleurig uit. In de volgende race in Canada slaat het noodlot echter toe, wanneer Panis in een zware crash tijdens de race beide benen breekt. Hij zal het grootste deel van de rest van het seizoen moeten missen en het Prost-team ziet zijn opwaartse lijn dan ook bruut afgebroken, al blijkt zijn vervanger, de Italiaan Jarno Trulli, niettemin een aanwinst. Panis keert in de laatste drie wedstrijden van het seizoen terug, waarin hij slechts nog één puntje scoort. Hij eindigt negende in de eindstand van het WK.

Panis, Trulli en Prost beginnen vol goede moed aan het seizoen 1998. Dit jaar wordt als de echte start beschouwd, want de AP01 is de eerste echte auto van het team en bovendien beschikt men nu over de Peugeot-krachtbron, die het voorgaande jaar bijzonder competitief bleek achterin de Jordan. Dit alles moet benadrukken dat Prost een op en top Frans team is. Het wordt echter een bittere teleurstelling. De wagen is te langzaam en onbetrouwbaar. Enkel Trulli weet in de verregende wedstrijd op Spa één puntje te scoren, terwijl Panis helemaal puntenloos blijft. In 1999 gaat het iets beter, al is de top nog steeds veraf. Trulli scoort een gevleide tweede plaats op de Nürburgring, terwijl Panis niet verder geraakt dan twee zesde plaatsen.

De carrière van de Fransman lijkt stilaan op een dood spoor te geraken en voor 2000 neemt hij een radicale beslissing door een contract te tekenen als testrijder voor McLaren. Waar dit soort jobs tot dan traditioneel uitgevoerd werd door paydrivers en jonge beloftes die zich in die manier in de kijker proberen te rijden, zorgt Panis voor een trendbreuk door als ervaren Grand Prix-coureur een testrol op zich te nemen. In de luwte van de camera's werkt hij mee aan het ontwikkelen van de auto's van Mika Häkkinen en David Coulthard, terwijl hij achter de coulissen ook aan zijn eigen comeback werkt.

Met resultaat, want voor 2001 kan hij een contract tekenen bij BAR, waar hij teamgenoot wordt van voormalig wereldkampioen Jacques Villeneuve. Panis moet vooral in het begin van het seizoen niet onderdoen voor zijn succesvolle teamgenoot. Een straf in de Australische Grote Prijs kost hem nog de vierde plaats, maar hij revancheert zich door in Brazilië op dezelfde plaats te finishen en vijfde te worden in Oostenrijk. Nadien begint de machine echter te haperen en de Fransman scoort vervolgens geen enkel punt meer. In 2002 gaat het opnieuw helemaal de verkeerde kant uit. Pas in de tweede seizoenshelft kunnen zowel Panis als Villeneuve elk twee keer punten scoren en het resultaat is voor het topteam in spe dan ook beschamend.

In 2003 verlaat Panis dan ook het team. Hij vindt onderdak bij Toyota, waar hij gekoppeld wordt aan de Braziliaanse voormalige Indycar-kampioen Christiano da Matta. De Japanners zijn nog steeds volop bezig met de opbouw van hun team en er worden dan ook slechts sporadisch punten gescoord. Een vijfde plaats in Duitsland blijkt voor Panis het hoogst haalbare. In 2004 blijft de doorbraak uit, wat de Matta als eerste zijn kop kost. Maar ook Panis zal het seizoen niet afmaken. De ondertussen 38-jarige is duidelijk in de laatste fase van zijn Formule 1-carrière beland en voor 2005 staan Jarno Trulli en Ralf Schumacher op de stoep te dringen om de definitieve doorbraak van Toyota te forceren. Om Trulli – die door Renault op straat werd gezet – al zo goed mogelijk in te werken, mag de Italiaan in de laatste races van 2004 al bij het Japanse team instappen. Panis staat in de laatste race in Brazilië zijn stoeltje af; in het Japanse Suzuka, in de voorlaatste wedstrijd van het seizoen, rijdt hij zijn laatste Formule 1-race uit zijn carrière. Hij blijft echter aan Toyota verbonden, waardoor hij in 2005 in de vrijdagtraining van de Franse Grote Prijs als derde rijder aan de slag kan. Eind 2006 neemt hij definitief afscheid van Toyota, waarna hij voornamelijk actief is in de Le Mans Series. Olivier Panis is tot op vandaag nog steeds de laatste Franse rijder die een Formule 1-race won.



Kootje

Mooi stukkie weer SDG.
Een uitgebreide versie van de mijne 1 jaar geleden.

http://www.gppits.net/forum/index.php/topic,11719.60.html

Jawel, we zijn het klokkie alweer rond.  ;D

SDG

Citaat van: Kootje op 02 september 2012 - 20:44:51
Mooi stukkie weer SDG.
Een uitgebreide versie van de mijne 1 jaar geleden.

http://www.gppits.net/forum/index.php/topic,11719.60.html

Jawel, we zijn het klokkie alweer rond.  ;D

Kan voorvallen dat er al eens een dubbeltopic gemaakt wordt, maar er zijn nog steeds genoeg onbesproken gebeurtenissen om nog wel een tijdje door te gaan met deze rubriek, dacht ik...  :)

Kootje

Och jee, eer zijn nog genoeg races, verjaardagen etc. onbesproken.
Zal zelf een dezer dagen ook maar weer eens 'n bijdrage leveren aan dit topic.
Sta je er niet zo alleen voor.  ;D

0634

Ja, ik heb ook allang niets gedaan. Ga echt weer eens iets posten!

SDG

#488
4 september 1966

Ludovico Scarfiotti wint in een Ferrari de Italiaanse Grote Prijs op het circuit van Monza. Voor de Italiaan, die in 1968 zal verongelukken in een heuvelklimwedstrijd, is het de eerste en enige overwinning in zijn carrière. Zijn Britse teamgenoot Mike Parkes wordt tweede, de Nieuw-Zeelander Denny Hulme (Brabham) derde. Hoewel Jack Brabham uitvalt met pech, verzekert de Australiër zich van zijn derde wereldtitel doordat zijn enige overgebleven rivalen, de Britse rijders John Surtees (Cooper) en Graham Hill (BRM) eveneens de finish niet halen. De titel van Brabham is de eerste en de enige in de geschiedenis waarbij een coureur wereldkampioen wordt in een zelfgebouwde auto. De race wordt nog ontsierd door een zware crash van de Amerikaan Richie Ginther (Honda), die echter met de schrik vrijkomt.


SDG

#489
5 september 1965

Op deze dag wordt David Brabham geboren, de jongste van de drie zoons van de Australische drievoudige wereldkampioen Jack Brabham. Ook zijn andere broers Geoff en Gary treden in de voetsporen van hun vader, doch David is de enige die zelf ook aan de start van een Formule 1-race staat (Gary rijdt in 1990 twee races voor het Life-team, zonder zich evenwel te kwalificeren). Nadat hij eerst de klassieke opmars door de promotieklassen maakt (die hem in 1989 o.a. de Britse Formule 3-titel en de zege in de prestigieuze GP van Macau opleveren), mag David vanaf de Grote Prijs van San Marino van 1990 instappen bij Brabham, het team dat ooit door zijn vader werd opgericht. Het wordt echter geen succes: pas bij zijn tweede deelname in Monaco haalt hij voor het eerst de startgrid, wat hem in slechts acht van de veertien races waaraan hij deelneemt lukt. Enkel in Frankrijk haalt hij bovendien de finish, met een vijftiende plaats. Aan het eind van het jaar is het dan ook over en uit voor Brabham in de Formule 1. De volgende jaren verlegt hij zijn actieterrein naar het WK voor Sportwagens en is hij ook verschillende keren aan het werk te zien in de 24 Uren van Le Mans. In 1994 krijgt hij, vier jaar na zijn eerste seizoen, verrassend een tweede kans in de Formule 1 bij het nieuwe Simtek-team. In de derde race van het jaar in San Marino wordt het team zwaar getroffen wanneer Brabham's teamgenoot, de Oostenrijker Roland Ratzenberger, dodelijk verongelukt tijdens de kwalificaties. Simtek kan de rest van het jaar echter geen vuist maken. Brabham's beste resultaat is een tiende plaats in Spanje. Aan het eind van het seizoen houdt hij de Formule 1, met 24 GP's op zijn conto, dan ook definitief voor gezien. Daarna is hij opnieuw in diverse andere klassen actief, zoals het BTCC, de Le Mans Series en het wereldkampioenschap GT1. Zijn grootste successen zijn het Japanse GT-kampioenschap in 1996, de American Le Mans-titel in 2009 (P1-klasse) en 2010 (LMP-klasse) en de eindoverwinning in de 24 Uren van Le Mans in 2009.



SDG

7 september 2008

Op het circuit van Spa wordt een van de meest opmerkelijke en controversiële Grote Prijzen van België verreden, met in de hoofdrollen Lewis Hamilton (McLaren) en wereldkampioen Kimi Räikkönen (Ferrari). Op een gedeeltelijk natte baan neemt de McLaren-rijder ook de beste start, met beide Ferrari''s van Räikkönen en Felipe Massa in zijn kielzog. Een spin van Hamilton in de Source-haarspeldbocht laat de Fin toe in de volgende doortocht op de Raidillon de leiding over te nemen, die hij het grootste deel van de race behoudt. Enkele ronden voor het einde begint het echter opnieuw te regenen, wat Hamilton toelaat om naderbij te komen, maar Räikkönen, die een overwinning hard kan gebruiken in de titelstrijd, geeft zich niet zomaar gewonnen. In de Bus Stop-chicane neemt Hamilton de kop over, echter niet nadat hij de chicane afgesneden heeft nadat de Ferrari hem van de baan drukte. De Brit geeft de wereldkampioen even zijn plaats terug, om vlak daarna opnieuw toe te slaan. Op een steeds natter wordende omloop neemt de strijd tussen het tweetal alsmaar dramatischer proporties aan. Beide rijders maken er op de spekgladde baan een spektakelstuk van, tot Räikkönen vlak voor de chicane in de muur crasht. Einde race voor de Fin en Hamilton heeft de zege nu voor het grijpen. De McLaren-coureur haalt het uiteindelijk voor Massa en het tweetal Nick Heidfeld (BMW-Sauber) en Fernando Alonso (Renault), die door een wissel naar regenbanden in de laatste ronde nog sterk naar voren kunnen oprukken. De vreugde is echter van korte duur, want na de race krijgt Hamilton een tijdstraf wegens het incident in de chicane met Räikkönen. De stewards oordelen dat de Brit zijn plaats niet lang genoeg teruggaf vooraleer opnieuw een aanval te plaatsen, waardoor hij terugvalt naar de derde plaats in de uitslag. Massa wordt zo onverwachts tot winnaar uitgeroepen, voor Heidfeld en Hamilton.



Kootje

Dat blijft voor mij de meest zieke beslissing ooit.
Mijn God, wat was ik pissig op dat moment, en zelfs nu word ik er nog kwaad om. >:(


Kootje

#492
8 September

Vandaag in 1910 werd in het Amerikaanse Schenectady - New York Lee Wallard geboren.



Lee zou in z'n korte racecarierre slechts aan 3 Formule 1 weekends deelnemen, namelijk de Indy 500 van 1950 t/m 1952. In 1950 maakte hij al indruk door vanaf P23 naar P6 op te klimmen, maar in 1951 maakte hij zichzelf onstervelijk door deze race op z'n naam te schrijven na vanaf P2 te zijn gestart. De toen 40-jarige Wallard bestuurde die dag de achterwielaangedreven Belanger Special die eigenlijk voor Tony Bettenhausen was bedoeld, maar deze koos voor 'n nieuwere voorwiel aangedreven auto. Een week na deze zege raakte hij ernstig verbrand bij 'n crash tijdens 'n race in Reading - Pensylvania. Het herstel hiervan vergde bijna 2 jaar en 27 huidtransplanties, waarna hij in 1954 wederom z'n opwachting maakte tijdens het Indy 500 evenement van dat jaar. Helaas voor hem was z'n Belanger Special toen echt verouderd, en hij wist zich dan ook niet te kwalificeren, waarmee z'n F1 loopbaan tot 'n definitief einde kwam.

Lee Wallard stierf op 29 november 1963 in St Petersburg - Florida, en werd uiteindelijk slechts 53 jaar.


Lee Wallard (nr99)  hier in gevecht met Duane Carter (nr27) tijdens de Indy 500 van 1951




Kootje

Vandaag is ook de dag dat Johnnie Parsons in 1984 op 66-jarige leeftijd z'n laatste adem uitblies.

De op 4 juli 1918 in het Amerikaanse Los Angeles geboren Parsons deed 10 maal mee aan de Indy 500, waarvan 9 ('50 t/m '59) meetellend in het WK Formule 1. In 1950 greep hij de winst in deze "race der races", toen nog op de "Brickyard", waarmee hij zich de eerste Amerikaan mag noemen die 'n F1 race wist te winnen. Na zijn actieve raceloopbaan is hij nog jaren Steward geweest bij de United States Automobile Club. Sinds 2004 is hij opgenomen in de Motorsports Hall of Fame of America.



Saillant detail: Parsons is de enige coureur wiens naam foutief is gespeld op de Borg-Warner Trophy, uitgereikt aan Indy winnaars. De verantwoordelijke zilversmid heeft de naam Johnny ipv Johnnie gegraveerd. Johnny is echter de zoon van. Deze heeft ook meermaals aan de Indy 500 deelgenomen ('69 t/m '96), maar nooit gewonnen. Zijn beste resultaat was 'n 7e plek in 1980.



SDG

#494
10 september 2000

Michael Schumacher (Ferrari) wint in Monza de Grote Prijs van Italië. De Duitser, wiens zelfvertrouwen een behoorlijke dreun kreeg na de magistrale overwinning bij de vorige race in België van zijn grote concurrent, regerend wereldkampioen Mika Häkkinen (McLaren), komt in de WK-stand terug tot op twee punten van de Fin en gooit zo de titelstrijd weer helemaal open. De race wordt echter overschaduwd door een gigantische massacrash in de eerste ronde met tragische gevolgen. Bij het afremmen voor de Variante della Roggia raken de Jordans van Jarno Trulli en Heinz-Harald-Frentzen elkaar, waarna ze de McLaren van David Coulthard en de Ferrari van Rubens Barrichello mee van de baan sleuren. Achter hen breekt nog meer chaos uit en in de stofwolken rijdt Pedro de la Rosa (Arrows) achteraan in op de Jaguar van Johnny Herbert. De Spanjaard wordt de lucht in geslingerd en komt ondersteboven tot stilstand te midden van de andere wrakken. Als bij wonder blijft iedere coureur ongedeerd, maar een losgeslagen wiel raakt baancommissaris Paolo Ghislimberti, die aan zijn verwondingen zal overlijden. De organisatie besluit de safetycar naar buiten te sturen, waardoor meteen een groot aantal rijders geëlimineerd zijn. Tijdens de safetycarfase spint Jenson Button (Williams) op vrij knullige manier van de baan; na de herstart razen Schumacher en Häkkinen er vandoor en maken er een tweestrijd voor de zege van, die uiteindelijk door de Ferrari-coureur wordt gewonnen. Ralf Schumacher (Williams) wordt derde, Jos Verstappen (Arrows) knap vierde. Met zijn eenenveertigste zege evenaart Michael Schumacher het aantal zeges van Ayrton Senna, wat een emotioneel moment oplevert bij de persconferentie na de wedstrijd.



De crash in de eerste ronde: