Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

28 april 1974

Niki Lauda (Ferrari) wint op het circuit van Jarama de Grote Prijs van Spanje. Voor de Oostenrijker is het zijn eerste Formule 1-zege. In wisselvallige weersomstandigheden, die een bandenwissel noodzakelijk maken, eindigt Lauda voor zijn teamgenoot Clay Regazzoni. De Lotus-wagens van Ronnie Peterson en Jacky Ickx zijn de enigen die de Ferrari's kunnen bedreigen, maar nadat beide rijders uitvallen heeft de Scuderia het rijk voor zich alleen: de als derde geklasseerde Emerson Fittipaldi (McLaren) finisht al op meer dan een ronde achterstand. De resterende punten zijn voor Hans-Joachim Stuck (March), Jody Scheckter (Tyrrell) en Denny Hulme (McLaren). Ferrari, dat enkele moeizame jaren achter de rug heeft, werpt zich in 1974 met Lauda, Regazzoni, de jonge nieuwe teammanager Luca di Montezemolo en de uitstekende nieuwe Ferrari 312B3 op als een serieuze titelkandidaat. Na de race in Spanje wordt Regazzoni tevens de nieuwe leider in de WK-stand, voor Lauda. Drie coureurs keren in Jarama terug op de startgrid: Rikky Von Opel rijdt in de tweede fabrieks-Brabham, Chris Amon rijdt voor het eerst in een auto die naar zichzelf genoemd is en Tim Schenken brengt voor het eerst de Trojan aan de start van een Grote Prijs.


SDG

29 april 1984

Michele Alboreto (Ferrari) wint op het circuit van Zolder de Grote Prijs van België. Voor de Italiaan is het zijn eerste zege voor de Scuderia en bovendien is het de eerste keer dit jaar dat de McLaren/TAG-trein gestopt wordt. Alboreto's zege heeft ook een grote emotionele waarde, aangezien de Ferrari met startnummer 27 zegeviert op de omloop waar twee jaar voordien Gilles Villeneuve de dood vond. Ferrari zorgt voor een eerbetoon in stijl: Alboreto en zijn teamgenoot René Arnoux bezetten de eerste startrij en eindigen als eerste en derde aan de finish. Enkel Derek Warwick (Renault) weet zich als tweede tussen de beide rode bolides te wringen en zo het Ferrari-feestje te verstoren. Thuisrijder Thierry Boutsen krijgt de eer om de nagelnieuwe Arrows met BMW-turbomotor voor het eerst in een race in te zetten, maar hij haalt de finish niet. Dat laatste geldt ook voor de overige BMW-coureurs: wereldkampioen Nelson Piquet (Brabham) en zijn teamgenoot Teo Fabi vallen al voor de derde keer in evenveel races uit en Manfred Winkelhock (ATS) weet een uitstekende uitgangspositie (zesde op de startgrid, vierde in de beginfase van de race) evenmin te verzilveren. De Belgische Grote Prijs van 1984 is de laatste die op de omloop van Zolder plaatsvindt; voortaan zal de race steeds op Spa-Francorchamps verreden worden.



SDG

30 april 1995

Eén jaar na de dramatische gebeurtenissen van 1994 keert de Formule 1 voor het eerst terug naar Imola. In de tussentijd is de omloop flink op de schop gegaan, met als belangrijkste wijzigingen het vervangen van de snelle Tamburello- en Villeneuve-bochten, die het leven eisten van respectievelijk Ayrton Senna en Roland Ratzenberger, door een langzamere S-bocht en het ontscherpen van de voorlaatste bocht voor de finish, waar Rubens Barrichello zwaar crashte. Polepositie is voor titelverdediger Michael Schumacher (Benetton-Renault), voor Gerhard Berger (Ferrari), David Coulthard en Damon Hill (Williams-Renault) en Jean Alesi (Ferrari). Omwille van de onzekere weersomstandigheden vertrekken deze vijf rijders, samen met Rubens Barrichello (Jordan-Peugeot), als enigen op regenbanden op de nog steeds natte maar stilaan opdrogende baan, wat hen in de beginfase van de race een flinke voorsprong oplevert vooraleer ze van banden moeten wisselen. Schumacher komt als eerste binnen, maar crasht vervolgens uit de wedstrijd. Berger verspeelt alle kansen op de zege door een langdurige pitstop, terwijl Coulthard twee extra pitstops moet maken omwille van een beschadigde voorvleugel en een drive-through. Daardoor gaat de strijd om de zege nu enkel nog tussen Hill en Alesi en het is de Britse Williams-rijder die uiteindelijk aan het langste eind trekt. Alesi wordt tweede, de overige punten zijn voor Berger, Coulthard, Mika Hakkinen (McLaren-Mercedes) en Heinz-Harald Frentzen (Sauber-Ford). Bij McLaren maakt Nigel Mansell zijn rentree, maar hij weet weinig indruk te maken. Na nog een teleurstellende race in Spanje geeft de wereldkampioen van 1992 er definitief de brui aan. Door zijn overwinning wordt Damon Hill voor de eerste keer in zijn carrière leider in de WK-stand.



Imola 1995: een minuut stilte voor de start

0634

30 april 1994:

Tijdens de kwalificatie voor de grote prijs van San Marino 1994 raakt de Oostenrijkse Simtek-rijder Roland Ratzenberger eventjes van de baan waarbij zijn voorvleugel beschadigd. Aangezien hij door moet om nog een goede rondetijd te halen, raast hij of er niets aan de hand door de beruchte Tamburello-bocht heen en gaat met tempo 310 op de Villeneuve bocht af. Dan breekt de voorvleugel af, komt onder de Simtek terecht en de stuurloze wagen dendert op de betonnen wal langs de baan af.

De Oostenrijkse rookie is volslagen kansloos en miljoenen tv-kijkers zien als de Simtek is uitgeraasd en nog wat doorglijdt over het gras zijn hoofd levenloos van links naar rechts hobbelen, de nek is gebroken. Wat iedereen meteen al vreest wordt de gruwelijke waarheid: Roland Ratzenberger is overleden. Voor het eerst sinds Ricardo Paletti's dood in 1982 maakt de Formule 1 een fataal ongeval mee tijdens een raceweekend.

RIP Roland Ratzenberger.


SDG

1 mei 1988

Ayrton Senna (McLaren-Honda) wint voor zijn teamgenoot Alain Prost de Grote Prijs van San Marino. Voor de Braziliaan is het zijn eerste zege voor McLaren, waarmee hij zich tevens revancheert voor zijn diskwalificatie in de openingsrace van het seizoen, vier weken eerder in Brazilië. De rood-witte wagens zijn in Imola oppermachtig en lijken wel in een aparte klasse te rijden. Senna en Prost degraderen al in de trainingen de rest van het deelnemersveld: titelverdediger Nelson Piquet (Lotus-Honda) wordt, ondanks dat hij over dezelfde motor beschikt, als derde al op meer dan drie seconden gereden. In de race doen ze dit alles nog eens dunnetjes over door er opnieuw een demonstratie van te maken. Senna rijdt van start tot finish aan de leiding, terwijl Prost zijn zegekansen al bij de start verspeelt doordat hij slecht van zijn startplaats weg geraakt; hij snijdt de eerste bocht pas als zevende aan. Wanneer hij zich na acht ronden eindelijk terug naar de tweede plaats opgewerkt heeft, is Senna al uit het zicht verdwenen en de Fransman slaagt er niet meer in de Braziliaan voor de zege te bedreigen. De rest van het deelnemersveld, te beginnen bij Piquet, wordt op minstens één ronde gezet. De resterende punten zijn voor Thierry Boutsen (Benetton-Ford), Gerhard Berger (Ferrari) en Alessandro Nannini (Benetton-Ford). Vooral voor Ferrari, dat voorafgaand aan het seizoen nog de ambitie koesterde volop mee te kunnen spelen voor de titel, is dit een ontluisterend resultaat. En ook de niet-turboteams, die vooraf hoopten dat ze door het traditioneel hoge brandstofverbruik op Imola – de turbowagens mogen in hun laatste jaar bovendien nog slechts 150 liter benzine mee aan boord nemen – mee zouden kunnen strijden voor de zege, krijgen een koude douche te verwerken. Voorafgaand aan het seizoen werd teambaas Ron Dennis door velen nog gek verklaard toen hij zei dat McLaren in 1988 alle zestien Grote Prijzen wilde winnen, doch na de demonstratie op Imola beginnen er hoe langer hoe meer mensen dit scenario ernstig te nemen. De Brit Julian Bailey (Tyrrell-Ford) weet zich voor het eerst te kwalificeren en Alex Caffi bezorgt het BMS/Dallara-team, dat in tegenstelling tot in Rio deze keer wel over een volwaardige Formule 1-auto beschikt, zijn eerste GP-deelname. Het Ligier-team, met ervaren routiniers René Arnoux en Stefan Johansson achter het stuur, struikelt met beide wagens over de kwalificatiehorde. Voor het Franse team wordt 1988 een dieptepunt in zijn geschiedenis.


SDG

2 mei 1976

James Hunt (McLaren) wint de Grote Prijs van Spanje op het circuit van Jarama. Voor de Brit is het de eerste zege van het seizoen, de eerste sedert hij in het tussenseizoen oud-wereldkampioen Emerson Fittipaldi verving bij het team en het is ook de eerste GP van 1976 die niet door Ferrari wordt gewonnen. Al ziet dat er aanvankelijk niet zo naar uit, want na de race wordt Hunt namelijk gediskwalificeerd omdat zijn auto niet aan de toegelaten afmetingen voldoet. Daardoor wordt de als tweede finishende Lauda aanvankelijk tot winnaar uitgeroepen, maar Hunt krijgt twee maanden later zijn zege terug aan de groene tafel. De Zweed Gunnar Nilsson (Lotus), die nog maar pas aan zijn derde Grote Prijs toe is, eindigt derde. Na het definitieve afscheid van Parnelli Jones Racing aan de Formule 1 keert Mario Andretti terug bij het team van Colin Chapman. De absolute blikvanger in Spanje is echter de nieuwe Tyrrell, de P34, die door Patrick Depailler voor het eerst in een race wordt ingezet. De eerste en enige zeswieler die ooit in een Grote Prijs wordt ingezet en tot en met eind 1977 zal meerijden vertrekt voor zijn debuut van op een fraaie vierde startplaats, maar haalt door een crash de finish niet.


SDG

#352
3 mei 1987

Nigel Mansell (Williams-Honda) wint in Imola de Grote Prijs van San Marino. Met zijn overwinning neemt de Brit meteen de leiding over in het wereldkampioenschap. Mansell is tijdens de race de enige vertegenwoordiger voor Williams, aangezien zijn teamgenoot Nelson Piquet forfait moet geven na een zware trainingscrash op vrijdag in de Tamburello-bocht. Polepositie in Imola is voor Ayrton Senna (Lotus-Honda), voor wie het zijn enige pole in 1987 zal worden. De Braziliaan heeft de beste start, maar wordt al snel gepasseerd door Mansell, die enkel tijdens de pitstops de leiding even zal afstaan aan Senna en Michele Alboreto (Ferrari). Titelverdediger Alain Prost (McLaren/TAG), winnaar van de openingsrace in Brazilië, is dan al uit de race verdwenen met mechanische pech. De Italiaan Riccardo Patrese (Brabham-BMW) rijdt een ijzersterke race en ligt een tijd in tweede positie, maar hij valt een paar ronden voor het einde uit met pech. Mansell wint uiteindelijk voor Senna en Alboreto, de resterende punten zijn voor Stefan Johansson (McLaren/TAG), Martin Brundle (Zakspeed) en Satoru Nakajima (Lotus-Honda). Voor Zakspeed is het de enige puntenfinish uit zijn bestaan, terwijl Nakajima de eerste Japanner ooit is die een WK-punt scoort. Na het gedwongen forfait in Rio omdat het team zonder motor zat na het opstappen van Alfa, is het Ligier-team in Imola – met René Arnoux en Piercarlo Ghinzani achter het stuur – terug van de partij met een (BMW)Megatron-krachtbron. Larrousse/Lola, één van de teams die in 1987 al uitkomen in de nieuwe atmosferische 3,5 liter-klasse, komt met ex-Ligier-coureur Philippe Alliot voor het eerst aan de start. Nog een debutant in Imola is de Italiaan Gabriele Tarquini, die in de tweede Osella plaatsneemt. Voor de latere WTCC-kampioen is het zijn enige GP-deelname in 1987.


SDG

#353
4 mei 1980

Didier Pironi (Ligier) wint de Grote Prijs van België op het circuit van Zolder. De Fransman scoort hiermee zijn eerste overwinning in de Formule 1. Tweede en derde zijn de Williams-coureurs Alan Jones en Carlos Reutemann, de overige punten zijn voor René Arnoux (Renault), Jean-Pierre Jarier (Tyrrell) en Gilles Villeneuve (Ferrari). Voor de vice-wereldkampioen van 1979 is het pas zijn eerste WK-punt van het seizoen. Arnoux wordt door het uitvallen van Nelson Piquet (Brabham) opnieuw alleen leider in de WK-stand. Tiff Needell (Ensign) kwalificeert zich achterin het veld voor zijn eerste en enige Grote Prijs uit zijn carrière. De Brit zal na zijn raceloopbaan vooral bekendheid verwerven door zijn medewerking aan de tv-programma's 'Top Gear' en 'Fifth Gear'.


SDG

#354
5 mei 1985

Op het circuit van Imola wordt de Grote Prijs van San Marino gereden, de derde race van het seizoen 1985. Net als twee weken eerder in Estoril is de polepositie voor Ayton Senna (Lotus-Renault), die de eerste 56 van in totaal 60 ronden leidt en op zijn tweede zege uit zijn loopbaan lijkt af te stevenen. Tot de coureurs op het einde van de wedstrijd plotseling rekening moeten houden met hun brandstofverbruik. Imola staat – omwille van zijn heuvelachtige karakter – immers bekend als een circuit waar het benzineverbruik hoog is, zeker sedert er vanaf 1984 niet langer mag bijgetankt worden tijdens de race en iedereen met 220 liter brandstof de finish moet zien te halen. Senna blijkt zich als eerste vergaloppeerd te hebben, want in de zevenenvijftigste ronde begint zijn motor al te sputteren. Het brengt tot uitzinnige vreugde van het publiek de nieuwe Ferrari-rijder Stefan Johansson aan de leiding. Maar het sprookje van de Zweed duurt slechts een halve ronde, daarna is het ook voor hem over en uit. Ook Nelson Piquet (Brabham-BMW) en Thierry Boutsen (Arrows-BMW) stranden in het zicht van de haven, al slaagt laatstgenoemde er nog net in zijn auto handmatig over de finish te duwen. Wanneer iedereen gefinisht of tot stilstand gekomen is en de balans opgemaakt kan worden, blijkt Alain Prost (McLaren-TAG) de winnaar, voor Elio de Angelis (Lotus-Renault), Thierry Boutsen – die zijn allereerste podiumplek uit zijn carrière scoort – en Patrick Tambay (Renault). De wedstrijd heeft echter nog een allerlaatste verrassing in petto wanneer Prost na de technische controle gediskwalificeerd wordt omdat zijn auto onder het toegestane minimumgewicht zit. De overwinning gaat daardoor uiteindelijk naar Elio de Angelis, die daarmee ook de nieuwe leider in de WK-stand wordt. Het Spirit-team, met Mauro Baldi achter het stuur, komt voor het laatst in actie. De kleine renstal, die in 1983 dienst deed als testbank voor de terugkeer van Honda in de Formule 1 en het nadien met de bescheiden Hart-turbomotor moest zien te rooien, werpt na deze race de handdoek in de ring.



Gediskwalificeerd: Alain Prost



De uiteindelijke winnaar: Elio de Angelis



SDG

#355
7 mei 1978

Patrick Depailler wint in een Tyrrell de Grote Prijs van Monaco. De Fransman, die al sedert 1974 voor het team rijdt en al die tijd al als één van de beste rijders in het deelnemersveld geldt, behaalt eindelijk zijn eerste Formule 1-zege. De Noord-Ier John Watson (Brabham-Alfa) rijdt de eerste helft van de race aan de leiding, doch wanneer hij problemen met de remmen krijgt, neemt Depailler de kop over en hij zal deze niet meer afstaan. Het is tevens de eerste zege voor Tyrrell sedert de Grote Prijs van Zweden in 1976, de enige overwinning van de befaamde zeswieler. Watson's teamgenoot, titelverdediger Niki Lauda, wordt tweede, Jody Scheckter (Wolf) derde en Watson zelf nog vierde. Met zijn zege wordt Depailler tevens de nieuwe leider in de WK-stand. In de trainingen rijdt Mario Andretti voor het eerst met de nieuwe Lotus, de 79, die vanaf de volgende wedstrijd in België ook in de race ingezet zal worden en de rest van het seizoen zal domineren.


SDG

11 mei 1975

Niki Lauda (Ferrari) wint de Grote Prijs van Monaco. Voor de Oostenrijker, die met vijf punten uit de eerste vier races op een ietwat bescheiden manier aan het seizoen begonnen is, is het zijn eerste zege van 1975. Hij zal dit vanaf nu echter helemaal goedmaken door vooreerst drie wedstrijden op rij te winnen – wat hem aan de leiding in het WK brengt – en vervolgens zijn voorsprong verder uit te bouwen om tenslotte in de voorlaatste race op Monza de eerste Ferrari-wereldkampioen sedert John Surtees in 1964 te worden. In Monaco vertrekt Lauda van op pole en rijdt vervolgens bijna onafgebroken van start tot finish aan de leiding. Enkel tijdens de pitstops, die nodig zijn om droogweerbanden te halen – de race start op een natte baan – verspeelt hij kort de leiding. De Fransman Jean-Pierre Jarier (Shadow) is dan allang uit de race verdwenen; in de eerste ronde al crasht hij in de vangrails wanneer hij Lauda de leiding afhandig wil maken. Ook Jarier's teamgenoot, de Brit Tom Pryce, die naast Lauda op de eerste startrij staat, zal de finish niet halen. Uiteindelijk wordt wereldkampioen Emerson Fittipaldi (McLaren) tweede, de derde podiumstek is voor Carlos Pace (Brabham). Als reactie op de dramatische afloop van de Grote Prijs van Spanje twee weken eerder, die het leven kostte aan vijf toeschouwers als gevolg van een crash van de Duitser Rolf Stommelen, zijn een aantal nieuwe veiligheidsmaatregelen ingevoerd. Zo wordt in Monaco voor de allereerste keer vertrokken vanuit de zogenaamde 'gestaffelde' startopstelling, waarbij iedere rijder enkele meters schuin achter zijn voorganger staat. Deze opstelling zal nadien ook in Long Beach ingevoerd worden, maar het zal nog tot in 1980 duren vooraleer deze bij alle races de standaard wordt. De Grote Prijs van Monaco 1975 betekent tevens de laatste deelname van Graham Hill aan een Formule 1-race. De voormalige tweevoudige wereldkampioen weet zich in het prinsbisdom niet te kwalificeren, wat hem op 46-jarige leeftijd doet besluiten zijn helm definitief aan de wilgen te hangen en zich voortaan te concentreren op zijn functie van teambaas van zijn eigen Hill-team. Deze tweede carrière van Hill zal echter van korte duur blijken: op 29 november van hetzelfde jaar zal hij samen met de rest van zijn team sterven in een vliegtuigcrash.


SDG

12 mei 2002

In het Oostenrijkse Spielberg wordt één van de meest controversiële en gecontesteerde races uit de Formule 1-geschiedenis verreden. Net zoals in de vorige wedstrijden is het Ferrari-duo Michael Schumacher en Rubens Barrichello oppermachtig en stevent het onbedreigd op een dubbelzege af. Met het verschil dat hier in Oostenrijk uitzonderlijk Barrichello op kop rijdt en dat is gezien de situatie in het wereldkampioenschap, waar Schumacher ruimschoots koploper is en Barrichello door herhaalde pech nog niet verder raakte dan een enkele tweede plaats in Imola, niet naar de zin van Ferrari, dat bij monde van teammanager Jean Todt Barrichello vlak voor de finish de opdracht geeft plaats te maken voor zijn kopman. Met tegenzin gehoorzaamt de Braziliaan aan de teamorder; vlak voor de finish vertraagt hij ostentatief en laat hij Schumacher als eerste over de meet gaan, dit tot zowel ontzetting als ongenoegen van de duizenden toeschouwers ter plaatse en de miljoenen tv-kijkers die aan hun scherm gekluisterd zitten. De podiumceremonie vindt dan ook plaats onder een striemend fluitconcert. Barrichello mag van zijn teamgenoot symbolisch op het hoogste trapje plaatsnemen en de zegebeker in ontvangst nemen, maar het kan het gezichtsverlies van Ferrari bij vele Formule 1-fans niet meer redden. Na de wedstrijd wordt Ferrari veroordeeld tot een boete van een miljoen dollar door de FIA, die voortaan tevens teamorders zal verbieden. Eerder wordt de race al ontsierd door een zwaar ongeval. Na afloop van een safetycarsituatie, die ingeleid werd om de gestrande auto van Olivier Panis (BAR-Honda) te verwijderen, geraakt Nick Heidfeld (Sauber-Petronas) op koude banden aan het slippen bij het afremmen voor de langzame Remus-bocht. De stuurloze wagen mist de Williams van Juan-Pablo Montoya op een haartje, maar raakt de Jordan van Takuma Sato met een vernietigende klap vol in de flank. Heidfeld komt met de schrik vrij, doch zijn Japanse collega is minder fortuinlijk en raakt niet meer op eigen kracht uit zijn auto. De piloot dient per helikopter naar het ziekenhuis afgevoerd te worden, waar echter niet meer dan een flinke hersenschudding vastgesteld wordt. Sato zal de volgende race dan ook weer gewoon van de partij zijn.








SDG

13 mei 1990

Riccardo Patrese (Williams-Renault) wint in Imola de Grote Prijs van San Marino en scoort daarmee een opmerkelijke zege, aangezien het al van de Grote Prijs van Zuid-Afrika van 1983 geleden is dat de Italiaan nog eens kon winnen. Tevens revancheert hij zich daarmee eindelijk voor zijn crash in de laatste ronden van de race in 1983, toen hij in leidende positie de zege voor het grijpen had. Patrese stond in totaal 98 wedstrijden droog tussen twee zeges, tot op vandaag nog steeds een record in de Formule 1. Polepositie in Imola is voor Ayrton Senna, die echter al na een drietal ronden met een gebroken wiel aan de kant moet. Patrese's teamgenoot Thierry Boutsen neemt het commando over, maar ook hij verdwijnt met motorpech uit de race. Vervolgens ontstaat er een spannend gevecht om de koppositie tussen Patrese, Gerhard Berger (McLaren-Honda) en Nigel Mansell (Ferrari). Laatstgenoemde valt eveneens uit met motorpech en het is uiteindelijk Patrese die aan het langste eind trekt, voor Berger. Alessandro Nannini (Benetton-Ford) wordt net als in 1989 derde, de overige punten zijn voor Alain Prost (Ferrari), Nelson Piquet (Benetton-Ford) en Jean Alesi (Tyrrell-Ford). Tyrrell zet in Imola voor het eerst zijn nieuwe auto met revolutionaire hoge neus in, een innovatie die in de daaropvolgende jaren tot de nieuwe standaard bij alle Formule 1-wagens zal uitgroeien. De Italiaan Bruno Giacomelli, die voor het laatst in 1983 een Formule 1-race reed, maakt in Imola een opmerkelijke comeback bij het kleine Italiaanse Life-team, waar hij Gary Brabham, zoon van oud-wereldkampioen Jack, aflost. De Life is echter een onding en eindigt in de prekwalificaties steevast als allerlaatste, mijlenver van de kwalificatietijd verwijderd. Doorgaans slaagt de wagen er met moeite in één enkel rondje af te leggen; de Life staat dan ook geboekstaafd als de slechtste Formule 1-wagen uit de geschiedenis. Een andere zoon van Jack Brabham, David, maakt in Imola dan weer zijn debuut in de Formule 1 en dit bij... Brabham, het team dat ooit door zijn vader opgericht werd. Ook hij weet zich niet te kwalificeren, iets wat bij de volgende race in Monaco wel zal lukken.



SDG

Ik herinner me nog steeds hoe ik die race toen niet kon zien omwille van een familiefeest waar ik naartoe moest. Aangezien we thuis toen nog geen videorecorder hadden, meldde ik mij op maandagochtend gewoon ziek op school om de heruitzending op Eurosport te kunnen bekijken...  ;D